De Buitenstaander, column Rocco Ostermann

De Buitenstaander, column Rocco Ostermann

Column De Buitenstaander, Rocco Ostermann

Opinie

De kijker bekeken

In Doornenburg, waar het kasteel van ridder Floris ( tv serie met Rutger Hauer) staat, was op het dorpsplein het Koningsfeest in volle gang. Circa honderd mensen, mannen, vrouwen en kinderen waren aanwezig. Er stonden dranghekken langs de zijkant, geen idee waarvoor. Ik was de enige toeschouwer en dat nog wel stomtoevallig. 

Een stilettorace stond op het punt van aanvangen. Welgeteld vier vrouwen deden er mee en een twintigtal kerels met elk twee glazen bier in de handen stond er om heen. ‘Dit wordt lachen!’ Ik zag ‘t ze denken. De race was bloedstollend spannend, want bij de eerste drie dames vermoedde ik minstens een enkelbreuk, omdat ze monumentaal, met hun voor deze race totaal niet geschikte lijven, op hun muil waren gegaan, terwijl de vierde dame zó hard liep dat het wel leek alsof ze met hakken en al de baarmoeder was uit gesprint. Ze kraaide victorie. De mannen, met hun handen vol bier, konden niet voor haar klappen en toen probeerden ze maar te fluiten, maar omdat je door bier uitdroogt, klonk dat tezamen als een luchtmatras die leeg liep.

Ik liep verder, om het kasteel te bekijken. Dat was prachtig, net als de oudste wilg van ons land die er staat en me het gevoel gaf dat ik nog piepjong was. Alles was omzoomd door bonte bloemetjes uit de ruime collectie van Moeder Natuur. 

Na een tijdje liep ik terug en kwam weer bij ‘t feestgedruis aan. Ik leunde op een dranghek, als enige, en keek wat rond. Sommige kinderen deden een dansje. Slechts de moeders klapten, omdat de andere sekse nog steeds het bier ter hand had.

Ik zag een groepje mensen, een stuk of zeven, acht, naar me staren en wijzen. Minuten lang. De kijker werd bekeken. Ineens kwam één van de vrouwen uit het groepje naar me toe gelopen en snauwde meteen: (zonder beleefdheids-intro) ‘Wat ben jij hier aan het doen? Ben je ons soms aan het filmen vanuit die rugzak?’ Ik kreeg er slechts ‘Huh? Jullie filmen?’ uit. Ik keek haar aan, en dacht licht geïrriteerd: ‘Jullie filmen? Antropologisch onderzoek doen? Een scene uit Heel Holland Feest schieten?’ 

Ik opende zonder te antwoorden rustig de tas en liet haar een fles water, een mueslireep en een boekje van Martin Bril zien. ‘Wil je de foto’s op mijn telefoon ook zien?’ ‘Nou ja, euh nee.’ Ik deed het toch en liet haar het kasteel van Floris zien en zei overdreven opgewonden: ‘Wist jij dat Rutger Brouwer hier ooit was, in dat kasteel daar?’ Het was sarcastisch bedoeld, alsof je tegen een Amsterdammer zegt: ‘Ken jij Ajax?’ ‘Hij heet Hauer hoor,’ antwoorde ze. ‘Serieus?’ 

Toen vertelde ze een kort verklarend relaas over een vaag busje, waarvan de chauffeur vorige zomer drie kinderen zou hebben aangesproken. Ik knikte begripvol, maar dacht ook: ‘En toen dachten jullie, verrek, dát is ‘m misschien wel? Bekijk me eens, lekker onopvallend figuur of niet? Typisch zo’n niet in het oog springende kinderlokker waar je geen compositietekening van kan maken. En toen hebben de mannen jou maar gestuurd?’ Ik keek naar de mannen, ze stonden breeduit, hun kapsels strak van de gel, op hun armen getatoeëerde tijgers, ankers en doodshoofden. Twee glazen bier maakten ‘t helemaal af.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant