Twee trotse wethouders. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Twee trotse wethouders. Foto: Bernhard Harfsterkamp

“Zo persoonlijk mogelijk blijven meedoen”

Algemeen

Wethouders trots op nieuwe nota Sociaal domein

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – De nieuwe nota Sociaal Domein is met grote inspraak en medezeggenschap van de inwoners tot stand gekomen. Het is een duidelijk verschil met vorige nota’s betreffende de Participatiewet, Wet Maatschappelijke Ondersteuning (W.M.O.) en de Jeugdwet, tezamen het Sociaal Domein vormend. Toen waren er nog wel eens klachten uit de bevolking dat ze onvoldoende gehoord of betrokken waren. De wethouders Joop Wikkerink en Hans te Lindert hebben nu hun uiterste best gedaan dat te voorkomen.

Gesprekken bevestigen dat gemeente op de goede weg is
Al eerder berichtten wij in deze krant over de gesprekstafels, waarover de beide wethouders zelfs een klein boekwerk hebben laten verschijnen. Dat toonde al aan dat zij met veel genoegen terugblikten op een nieuwe manier om inwoners bij de voorbereiding van nieuw beleid te betrekken. Toch is de nieuwe nota Sociaal Domein niet heel anders dan de vorige. “De gevoerde gesprekken gaven een soort bevestiging dat wij met alles op de goede weg zijn”, zegt wethouder Joop Wikkerink. Al eerder was immers afgesproken dat de vraag van de inwoner, die behoefte aan hulp en ondersteuning heeft centraal staat, en niet meer de strikte regels uit de wetten en verordeningen die de basis zijn voor de uitvoering van Participatiewet, W.M.O. en Jeugdwet. Samen met de inwoner wordt gekeken wat die nog kan en hoe die het beste geholpen kan worden. “Zo persoonlijk mogelijk blijven meedoen” is daarom een logische titel van de nieuwe nota.

Met elkaar de hulp organiseren
“Wat moeten we nou doen om goede zorg te verlenen”, zegt Wikkerink, “Dat wilde we graag weten. Dan blijven er nog genoeg problemen over waarvoor een oplossing nodig is.” Mensen worden steeds ouder en blijven vaker zelfstandig wonen. De zorgvraag wordt dan vaak wel groter. Daarbij is er niet alleen een taak voor de gemeente, maar ook voor wat Wikkerink de sociale basis noemt. Dat zijn de verenigingen, de belangenorganisaties, de buurten, mantelzorgers en organisaties als welzijnsorganisatie Figulus. Vaak zijn ouderen nog op de een of andere manier actief in een vereniging of hun eigen omgeving. Ook die sociale basis kan helpen om vroegtijdig te zien dat iemand hulp nodig heeft. “Die zullen we dan met elkaar moeten organiseren”, zegt de wethouder.

Vindbaarheid gemeente verbeteren
Uit de gesprekken met de inwoners bleek dat de “vindbaarheid” van de gemeente en het juiste “loket” voor de zorg- of hulpvraag voor velen nog slecht is. Zij weten niet hoe ze het moeten aanpakken en waar ze naar toe kunnen. Er zijn immers mensen, die geen computer hebben of niet met websites over weg kunnen. De wethouders willen in de komende jaren zorgen dat dit beter wordt. Een drempel blijft er altijd voor sommige inwoners om de stap te zetten om hulp te vragen. Om te zorgen dat dit toch gebeurt is er de sociale basis. Een van de uitgangspunten van het nieuwe college in 2018 was dat burgemeester en wethouder dichtbij de inwoners staan. “Dichtbij staan was de drijfveer achter deze nota”, zegt wethouder Hans te Lindert. “Dat is gelukt.” Maar dichtbij zij die hulp nodig hebben staan is voor de hele sociale omgeving van iemand belangrijk. Dat kan nog beter.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant