Anne Marie Onstenk woonde als kind in Hengelo naast Frans Roes, nu leest ze als ’t Buurdeerntjen voor uit zijn verhalen. Foto’s: Luuk Stam
Anne Marie Onstenk woonde als kind in Hengelo naast Frans Roes, nu leest ze als ’t Buurdeerntjen voor uit zijn verhalen. Foto’s: Luuk Stam

50 jaar na zijn dood zijn verhalen Herman van Velzen springlevend

Cultuur

HENGELO – Hij was dé dialectschrijver in de regio. Frans Roes uit Hengelo overleed in 1974, dit jaar een halve eeuw geleden. Onder het pseudoniem Herman van Velzen schreef hij zijn verhalen, die nog altijd volop worden gelezen. Dat bleek afgelopen week nog maar eens in Bekveld, waar zijn vroegere buurmeisje Anne Marie Onstenk voorlas uit zijn werk.

Door Luuk Stam

Het was iets om naar uit te kijken, iedere zaterdag weer. Stienie Eggink (75) was in de jaren zestig, begin jaren zeventig nog kind, maar de Hengelose weet het nog precies. Als De Graafschapbode – destijds een middagkrant – binnenkwam, gingen na het warme eten de borden opzij, kwam de krant op tafel, werd die opengeslagen op de pagina met het verhaal van Herman van Velzen en las Stienie haar familie voor. “Ik vond lezen heel leuk”, vertelt ze. “En iedereen bleef aan tafel, iedereen wilde deze verhalen horen.”

Zo’n veertig jaar lang schreef Frans Roes – in 1902 geboren in Gaanderen – onder het pseudoniem Herman van Velzen wekelijks dialectverhalen, die op zaterdag een vertrouwde plek hadden in de regionale krant. Met name de rake typeringen van de mensen in zijn omgeving maakten de Hengeloër tot de meest gewaardeerde auteur van de Achterhoek. Na zijn overlijden in 1974 leefden de verhalen voort, er verschenen tientallen bundelingen. Nog steeds komen er bundels bij, met De Pieneköttel verscheen begin dit jaar het 54e boek.

‘De verhalen uit de allereerste jaren, die heb ik wel vier, vijf keer gelezen’

Buurdeerntjen
Bij de presentatie daarvan in een Zelhemse boekhandel las ook de Hengelose Anne Marie Onstenk (56) voor, zij woonde als kind naast de familie Roes. Als klein meisje had ze er geen idee van dat haar buurman in de regio zo’n populair schrijver was, later verzamelde ze al zijn boeken. Nu leest ze onder de noemer ’t Buurdeerntjen zijn verhalen voor in de regio, onder meer in verpleeghuizen en bij verenigingen, zoals deze maandag tijdens een middag van de buurtvereniging Bekveld in de voormalige basisschool in de Hengelose buurtschap.

De toehoorders zijn hier veelal zestigers, zeventigers en tachtigers, stuk voor stuk groeiden ze op met het werk van Herman van Velzen. “Ik vond het zelf altijd moeilijk, dat dialectlezen”, blikt Jan Meijerink (89) terug. “Mijn schoonmoeder las de verhalen voor, elke zaterdag, dat was super mooi. Het was natuurlijk geen probleem om dat te volgen, want iedereen praatte hier dialect. De verhalen gingen ook vaak over mensen die je zelf kende. Mijn schoonvader kwam er ook eens in voor, met de varkensverkoop, voor mij persoonlijk is dat één van de mooiste verhalen. Ik vind het haast jammer dat ik die kranten van toen niet meer heb.”

Herkenning
Voor de liefhebbers zijn er de bundels. Roelof Ruesink (74) heeft ze allemaal verzameld, hij leest er dagelijks in. “De oudste boeken, met de verhalen uit de allereerste jaren, die heb ik wel vier, vijf keer gelezen”, vertelt de Bekvelder. “Er zit gewoon heel veel herkenning in, Herman van Velzen schreef over wat de mensen hier in de omgeving bezighield. Over de verschillen in stand, de arbeiders, de grote boeren. Over katholiek en protestant, dan zeiden ze: ‘Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen.’ Dat ging niet met elkaar.”

De arme bezembinder Aornt Peppelenkamp is één van de bekendste figuren, die in veel verhalen terugkomt. Ook drie Bekveldse broers, die ooit door de politie werden opgehaald vanwege stropen, speelden eens een hoofdrol. Agenten brachten de drie naar het bureau in Zutphen. Dat verhaal komt deze middag niet langs. “Maar ik probeer wel vaak om een verhaal uit te zoeken dat betrekking heeft op de plek waar ik voorlees”, vertelt Anne Marie Onstenk. “En verhalen met een boodschap, het moet niet alleen maar lachen zijn.”

Horlogemaker
Op tafel in de Bekveldse school staat deze middag een zwart-witfoto, genomen op de avond voordat Frans Roes op 2 augustus 1974 onverwachts overleed. Hij is erop te zien samen met zijn dorpsgenoot Bertus ‘Bolknak’ Lubbers, die fanatiek volger was van al het reilen en zeilen in Hengelo. Roes werkte in het dorp weliswaar als horlogemaker, maar zijn grootste liefde lag bij het schrijven, naast de verhalen voor de krant schreef hij vier romans in de streektaal. “Die man kon zó beeldend schrijven, je staat er gewoon bij in zijn verhalen”, aldus Onstenk. “Ook hoe hij beschrijft wat er in mensen omgaat, dat bewonder ik enorm.”


Frans Roes (links) op de laatste foto die van hem is genomen, kort voordat hij in 1974 onverwachts overleed. Naast hem dorpsgenoot Bertus Lubbers. 

‘Mijn schoonmoeder las de verhalen voor, elke zaterdag, dat was super mooi’

Met veel enthousiasme probeert zij als voormalig buurmeisje het werk van Roes vijftig jaar na zijn dood te blijven delen. “Ik wil de verhalen tot leven brengen”, stelt Onstenk. Daar slaagt ze goed in, af en toe klinkt er deze middag in het vroegere schoolgebouw gelach, dan weer is het muisstil. “Dit is de tweede keer dat ik haar zie voorlezen en ik vind het hartstikke mooi, met veel handgebaren, ze neemt je helemaal mee in de verhalen”, vertelt Jan Meijerink even later. Dat is Stienie Eggink volledig met hem eens: “Anne Marie doet het super, echt super.” 

Ook Eggink heeft alle boeken verzameld van de man wiens verhalen ze als kind voorlas aan de keukentafel. De man naar wie in Hengelo het Herman van Velzenplein is vernoemd, in zijn geboortedorp Gaanderen is de Frans Roesstraat te vinden. Zijn oudste zoon Theo Roes (89) stelde de meest recente bundel samen. Stienie Eggink heeft dat boek verslonden. “Ik kende geen één verhaal, het was allemaal nieuw”, vertelt ze. “Ja, ik heb de boeken iedere keer heel snel uit, maar dat is niet erg. Ik lees de verhalen en ik herlees ze. Ik blijf het mooi vinden.”


Als ’t Buurtdeerntjen leest Onstenk voor aan veelal zestigers, zeventigers en tachtigers, mensen die opgroeiden met de verhalen van Herman van Velzen. 

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant