Roccula. Foto: PR
Roccula. Foto: PR

Column De Buitenstaander: Emma, de Groenteboer én de dorpsvampier

Opinie

Ik vind het jammer dat het markante huis van groenteboer Hengeveld foetsie is. Binnenkort dat van Emma Somsen ook. Die stonden zo lang ik me kan herinneren tegenover elkaar in één van de weinige kronkelige bochten van het dorp.
Emma! Ik vond haar vroeger, als jongmens, een dame, een freule van adel, zó weggelopen uit een roman van Emily Brontë. Ze zou er eentje van Van Lippe-Biesterveld hebben kunnen wezen. Een buitenechtelijke dan hè!
Emma, een naam die prima past bij onze blauwbloedigen. Ik zag haar zó op een balkon staan zwaaien, tussen Beatrix en haar zussen. Ze was een raadselachtig menske, met een karakteristiek loopje, snelle kleine pasjes, fijne subtiele bewegingen, hondje er bij, én met een mooi delicaat gezicht ook, dat vond ik althans.
Ze was ook een beetje gereserveerd. Emma had prima als dame op een speelkaart gekund. Haar broer Harry noemde zichzelf The Joker dus de appel viel niet al te ver van de stamboom! Het is onbegrijpelijk dat bij Emma niet wekelijks een glimmende testosteron-bom met een bos bloemen voor de deur stond, om haar de plank op te geleiden, richting huwelijksbootje. Een hele jachthaven met huwelijksbootjes had daar kunnen ontstaan! Maar ja, misschien kon ze niet zwemmen. Ik weet het niet.
Emma bestierde de plaatselijke drogisterij. Er waren toen nog niet van die pure apothekers en pillenpakhuizen volgens mij. Als je toentertijd iets nodig had, tegen één of ander euvel, dan kwam je vanzelf bij haar terecht. Bij Emma, die altijd ietwat leek te blozen. In mijn knapentijd vond ik het altijd een spannende winkel, en omdat er voor alle kwalen wel iets was, realiseerde ik mij en/of dacht: Wat moet zij dan wel niet een hoop weten… En dat was ook vast zo geloof ik.
Vele markante winkeliers zijn al jaren naar eeuwig Dinxperlo vertrokken, nu worden ook hun huizen afgebroken en dat is jammer, want het zijn mede die plekken die een jeugd vertellen. Tegenover Emma was dus groenteboer Hengeveld gesitueerd. Daar kwam ik ooit een keer naar binnengelopen, verkleed en geschminkt als graaf Dracula. Ik vroeg hem bloedserieus om een netje bloedsinaasappelen. De oude groenteboer had een prachtig hoofd met mooie witte haren, een beetje zoals Lex Goudsmit ooit. Echt zo’n man die iedereen zich wenst als voorlees-opa. Hij had vast vele spannende verhalen in zich. Hij keek mij aandachtig aan en probeerde me te lezen. Hij las in mijn pretogen dat ik onder invloed van een onschuldige melige bui verkeerde. Die had ik toen best vaak. Nog steeds. Hij knipoogde naar me en pakte kalm de vruchten die mijn bloeddorst moesten lessen.
Vele jaren verder, las ik dat hij tijdens de oorlog bij allerlei clandestien verzetswerk betrokken was. Als ik dat toentertijd geweten had, dan was ik nooit, als dorpsvampier verkleed, die winkel binnengegaan. Als hij wat langer geleefd had, dan was ik misschien nog wel een keer die groentezaak naar binnen gegaan. Dan had ik hem naar alles gevraagd: ‘Vertel ‘ns, hoe zat dat nou toen?’ In mijn hoofd hoor ik hem antwoorden: ‘Ach keerl, dat waren andere tieden.’
Ja, vast. Ik merk dat ik snak naar luchtige tijden, waarin je iets dat tegenzit, prima de baas kunt met een simpel aspirientje van Emma.

Tekst: Rocco Ostermann

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant