Henk Heijnen toont het luik zoals dat vroeger toegang gaf tot de grafkelder. Foto: Lydia ter Welle
Henk Heijnen toont het luik zoals dat vroeger toegang gaf tot de grafkelder. Foto: Lydia ter Welle
VIDEO

Replica van grafkelder gepresenteerd

Algemeen

AALTEN - Vrijdag 13 december werd de replica van de grafkelder onthuld, die Henk Heijnen maakte, op basis van schetsen, maten en tekeningen die hij in 1974 maakte toen hij de grafkelder ontdekte.

Door Lydia ter Welle

De nu 70-jarige timmerman werkte in zijn jonge jaren als timmerman mee aan de restauratie en het onderhoud van de Oude Helenakerk op de Markt. Hij vertelt: "Toen ik aan het werk was in de kerk, kwam Jan Tinnevelt de kerk in, en hij vroeg of we soms op zoek waren naar die gouden kelk, die in het graf van een in de kerk begraven pastoor zou liggen. Mijn toenmalige baas werkte Tinnevelt naar buiten. Maar Jan was vasthoudend, en kwam wel een keer of drie vaker vragen of we al iets hadden gevonden. Dat deed me besluiten om op zoek te gaan. Het koor was toen een zandbed, en ik begon dat zand weg te scheppen met de 'batse', en stuitte op een bakstenen bouwsel. Mijn baas en ik hebben met een voorhamer daar een gat in geslagen. Dat gat heb ik groter gemaakt tot ik met een ladder in de grafkelder kon afdalen. Ik vond er kisten, deels vergaan; van de overledenen was niets dan stof over. En nee: geen gouden kelk. Mijn baas had intussen de Kerkenraad op de hoogte gesteld, die meteen kwam. We moesten de boel meteen weer dicht maken, ook vanwege het feit dat er geen vergunningen waren. Maar ik heb altijd een duimstok, een timmermanspotlood en papier bij me. Ik meet altijd alles op, en schrijf de informatie op, maak wat schetsen. Dat is mooi makkelijk, dan hoef je niets te onthouden."

Voordat de grafkelder weer voor altijd werd afgesloten, maakte Heijnen ook nog enkele foto's, onder andere van de inscripties en de jaartallen. Al die schetsen en aantekeningen bewaarde hij. Pas toen hij jaren later met zijn vrouw een reis naar Israël maakte en een grafkelder in Jeruzalem bezocht, kwam hij op het idee om een replica te bouwen van de grafkelder in Oude Helenakerk. Hij maakte nieuwe bouwtekeningen en kwam in contact met Herbert Welling uit Bocholt en Thaddeus van Eijck uit Bredevoort, allebei geïnteresseerd in cultureel erfgoed. Het klikte tussen dit driemanschap en gezamenlijk speurwerk bracht hen in contact met historicus J. Grooteboer uit Borne. Zo achterhaalden ze dat Lambert Joost von Hambroick en zijn vrouw Mechteld Anna Bentinck van Diepenheim nauw verbonden waren met de Helenakerk, en zelfs zo zeer dat zij de Aaltense kerk in 1706 twee zilveren avondmaalsbekers schonken. Die bekers zijn terug gevonden in een kluis in de kerk. Dankzij die kennis kon ook achterhaald worden dat de initialen IHW en het jaartal 1746 horen bij Judith Hambroick Welvelde. De initialen GWA en het jaartal 1815 horen bij Gerharda Willemina Arentsen, die later de grafkelder kocht. Zij was de zuster van burgemeester Stumph en de kleindochter van de scholte van De Ahof. De verbintenis met de families Welvelde en Hambroick is ook nog te zien in de kerk, waar prominent het wapen van de Welveldes is te zien, met de daarin een wolfskop.

Herbert Welling uit Bocholt deed onderzoek naar de families Hambroick en Welvelde. Hij vertelt: "Ik kwam daartoe omdat de familie Hambrock ooit eigenaar was van Schloss Diepenbrock in Bocholt. Daar inderdaad geschreven zonder de i, maar het is dezelfde familie. En ik was geïnteresseerd in en had historisch onderzoek gedaan naar Diepenbrock, omdat ik bestuurslid ben van de Stiftung Sankt Agnes, dat is kloosterorde die ooit het ziekenhuis in Bocholt oprichtte. De kloosterzusters woonden lange tijd op Diepenbrock. Zo kwam ik Hambrock tegen." Hij gaf aan te hebben genoten van de contacten met Henk Heijnen en Thaddeus van Eijck.

Thaddeus van Eijck maakte een film, getiteld 'Verborgen erfgoed in beeld'. Daarin is het hele verhaal dat leidde tot het maken van de replica vastgelegd. Inclusief het vakmanschap waarmee twee medewerkers van Broekhout het geraamte aan de hand van tekeningen van Henk Heijnen exact namaakten. Heijnen zelf zorgde vervolgens voor het schilderwerk, waardoor ook de initialen en andere details te zien zijn in de replica.

Na de toespraken van Heijnen, Welling en van Eijck gingen de aanwezigen naar de kerktuin, waar de replica stond opgesteld. Onderweg er naar toe herhaalde Henk Heijnen nog eens: "Ik heb nog steeds altijd mijn duimstok bij me. Zelfs als ik op zondag in de kerk zit. Ik word er zenuwachtig van als ik 'm niet bij me heb." En die hebbelijkheid heeft toch maar mooi geleid tot een staaltje van geweldig onderzoeks-, timmermans- en filmwerk, met als resultaat een boekje, een film, de vondst van niet de gouden kelk maar wel twee zilveren avondmaalsbekers én een vakkundig en nauwkeurig nagemaakte replica van de grafkelder in de Oude Helenakerk. Verborgen erfgoed, maar prachtig zichtbaar gemaakt.

  Video: RTV Slingeland

Zelfs de ladder waarlangs Heijnen de grafkelder binnenging, is nagemaakt.  Foto: Lydia ter Welle
De portretten van Lambert Joost van Hambroick en zijn vrouw Mechteld Anna Bentinck-van Diepenheim. De portretten zijn in bezit van het Overijssels Museum in Zwolle. Foto: Lydia ter Welle
Henk Heijnen vertelt hoe hij de grafkelder vond. Foto: Lydia ter Welle

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant