Een Short Stirling bommenwerper. Foto: Archief Peter Rhebergen
Een Short Stirling bommenwerper. Foto: Archief Peter Rhebergen John Funk & Lewis Funk

Gebroken vleugels; onsterfelijke roem

IJZERLO - Op 26 juni 2023 is het precies 80 jaar geleden dat buurtschap IJzerlo wordt opgeschrikt door een laag vliegend brandend vliegtuig dat om 1.23 uur neerstort tussen de boerderijen van de familie Ter Horst aan de Veldweg en de familie Van Lochem aan de Huisstededijk.

Door Peter Rhebergen

Het vliegtuig betreft een viermotorige Short Stirling bommenwerper van het 214de Squadron van de RAF, de Britse luchtmacht, die tussen 23.35 en 23.50 uur is opgestegen vanaf de Engelse basis Chedburgh om samen met 423 andere bomenwerpers deel te nemen aan een aanval op het industriegebied bij Gelsenkirchen waar onder andere synthetische olie wordt geproduceerd.

De Stirling met serienummer BK767 is een splinternieuw toestel dat nog slechts drie operationele vluchten heeft gemaakt. De aanval vindt plaats in de periode van 6 maart tot 24 juli 1943 waarin met name het Duitse Ruhrgebied het zwaar te verduren krijgt. Voorafgaand aan de hoofdmacht zijn er in deze nacht ook een aantal tweemotorige Mosquito’s opgestegen om door middel van het uitwerpen van zogenaamde doel markeerders de bommenwerpers die korte tijd later zullen arriveren de weg te wijzen. De route die naar Gelsenkirchen leidt is echter grotendeels met wolken bedekt waardoor de Mosquito's (de zogenaamde padvinders) moeite hebben om hun doelen te vinden. 

De hoofdmacht, waaronder de BK767, houdt een koers aan die leidt naar de kust van Noord-Holland om dan ter hoogte van Petten ons land binnen te vliegen. Hier ligt het draaipunt naar het zuidoosten en via de Markerwaard en de plaatsen Deventer en Eibergen vervolgen ze dan hun route om na nog één koerswijziging rechtstreeks naar hun doel Gelsenkirchen te vliegen. Eenmaal aangekomen boven de Achterhoek resteert er nog ongeveer tien minuten vliegtijd om de Duitse stad te bereiken. De begintijd van de aanval is vooraf vastgesteld op 1.20 uur in deze nacht. 

Intussen is de Duitse luchtverdediging via radio- en radarinformatie al geruime tijd op de hoogte van de komende aanval. Zo is ook de Duitse nachtjagerpiloot Ludwig Meister met zijn boordmarconist om 23.59 uur opgestegen van het vliegveld Venlo om met zijn tweemotorige Messerschmitt-110 jacht te maken op de binnenvliegende Britse bommenwerpers.

Met behulp van de gevechtsleiding op de grond worden de nachtjagerpiloten naar de vijandelijke vliegtuigen geleid totdat de eigen radar aan boord van de jager de bommenwerper kan traceren. De boordmarconist leidt de piloot vervolgens naar de bommenwerper totdat deze daadwerkelijk als een donkere schim in zicht is. 

Intussen vliegt de met brand- en fosforbommen geladen Britse Stirling met zijn zevenkoppige bemanning boven de Achterhoek. Captain is de 21-jarige uit London afkomstige Bernard Church. Nadat hij zich bij de Engelse luchtmacht heeft gemeld krijgt hij in Amerika zijn eerste opleiding tot vlieger die hij tenslotte met goed resultaat afsluit. Na zijn terugkomst in Engeland heeft hij op een opleidingseenheid de andere vliegers uitgekozen die tot zijn vaste bemanning zouden gaan behoren. Navigator is Edwin Taylor en zijn radiotelegrafist is William Thomas. Laatstgenoemde heeft zich echter vlak voor de vlucht naar Gelsenkirchen ziek gemeld en in diens plaats is gekomen de 23-jarige Keith Nielson afkomstig uit Nieuw-Zeeland. Keith meldt zich vrijwillig aan om deze nacht mee te vliegen omdat hij dan zijn ‘tour’ van 30 operationele vluchten erop heeft zitten en dan recht heeft op een korte rustperiode. Staartschutter is Frederick Mills, 20 jaar, terwijl de plek van de bommenrichter is ingenomen door de 28-jarige Frank Tritton. Hij is veruit de oudste van de bemanning. Later worden aan deze vijf mannen nog rugkoepelschutter William Davis (20 jaar) en boordwerktuigkundige William Thompson toegevoegd. Thompson is 21 jaar oud. 

De vlucht naar Gelsenkirchen verloopt voor dit vliegtuig niet erg gunstig. Een van de problemen waarmee de Stirling bommenwerpers te kampen hebben is onder andere dat ze vanwege de vrij korte vleugellengte, deze werd in de ontwikkelingsfase van het type ingekort omdat het vliegtuig anders niet in de hangaar zou passen, niet voldoende hoog kunnen vliegen waardoor ze wat gemakkelijker een prooi worden voor de Duitse luchtverdediging. Bovendien is er deze nacht vrij veel bewolking en een niet voorspelde harde wind waardoor captain Bernard Church en zijn bemanning een iets zuidelijker koers vliegen dan de overige bommenwerpers. In Aalten wordt om 1.10 uur 's nachts luchtalarm gegeven omdat op dat moment een groot aantal vliegtuigen over het dorp en omgeving vliegen. Als Ludwig Meister zich met zijn Messerschmitt boven de omgeving van de Achterhoek bevindt brengt de luchtverkeersleiding hem op het spoor van een vijandelijk vliegtuig dat hij weldra ook op de boordradar kan waarnemen. Wanneer hij zichtcontact heeft constateert hij dat het hierbij gaat om een Britse Stirling bommenwerper die zich op een hoogte van ruim vier kilometer bevindt.

Kennelijk heeft de bemanning in de gaten dat ze op de huid wordt gezeten door een Duitse nachtjager want de Stirling maakt sterke zwenkende bewegingen om te proberen aan de aanvaller te kunnen ontsnappen. De grote en moeilijk manoeuvreerbare bommenwerper is echter geen partij voor de veel snellere nachtjager en als Meister zich vlakbij de Engelse machine bevindt vuurt hij een aantal 2cm granaten af in de richting van het vliegtuig. 

De Stirling vliegt bijna onmiddellijk in brand en is reddeloos verloren zoals dat bij de meeste aanvallen van Duitse nachtjagers het geval is. Terwijl dit gaande is stuurt Meister zijn toestel in een steile bocht weg van de brandende bommenwerper. Dan hoort hij plotseling een explosie in zijn linker motor met als gevolg dat deze in brand vliegt en uitvalt. Hij sluit onmiddellijk de brandstoftoevoer af en slaagt er op die manier in het vuur in de motor te doven. Even later maakt hij een geslaagde noodlanding op vliegveld Venlo. 

Later zou blijken dat een gebroken zuigerstang de oorzaak van de explosie is geweest. Aan boord van de nu hevig brandende Stirling volgen de gebeurtenissen zich in een razend tempo op.

Duidelijk is dat het vliegtuig verloren is en dat er geen enkele kans is de thuisbasis nog te bereiken. De verstikkende rook en de vuurzee midden in de romp verspreidt zich door het hele vliegtuig. Navigator Edwin Taylor hoort Keith Nielson hard schreeuwen: “Eruit!” Hij ziet dat John Tritton het ontsnappingsluik voor in het vliegtuig open houdt zodat de anderen hieruit naar buiten kunnen springen. Eerst springt radiotelegrafist Keith Nielson die onmiddellijk wordt gevolgd door Thompson and Taylor. 

Voordat Taylor het vliegtuig verlaat kijkt hij nog even achterom en ziet door de rook heen kijkend dat rugschutter Davis bewegingsloos in zijn koepel zit. Waarschijnlijk is hij overleden. Staartschutter Fred Mills is door de vlammenzee en de rook geheel aan het gezicht onttrokken. Zijn kans om te overleven is zeer klein. Captain Church heeft zijn stoel in de cockpit verlaten en is gereed het vliegtuig te verlaten als Taylor door het luik in de donkere nacht verdwijnt. 

Op de grond nemen diverse Aaltenaren het fel brandende vliegtuig waar als een rode gloed achter de dunne bewolking. 

Korte tijd later, het is dan 1.23 uur, slaat het grootste deel van de bommenwerper te pletter bij de boerderij van de familie Ter Horst die door de geluiden van het luchtgevecht wakker is geworden. Ter Horst en onder andere buurman G.H. Van Lochem zijn getuige van de ramp die zich zo dichtbij hun boerderijen voltrekt. Overal liggen brandende brokstukken van het uiteengevallen vliegtuig en zeskantige brandbommen verspreid over het land.

Een schuur van Van Lochem raakt beschadigd en het dak van de boerderij vliegt door brandenede fosfor in brand. Wanneer het directe gevaar enigszins is geweken en men wat dichterbij het wrak kan komen stuiten vader en zoon Van Lochem op het lichaam van één van de vliegers. Het blijkt William Thompson te zijn die dichtbij het bruggetje over de Keizersbeek ligt. 

Hoewel hij als tweede man direct na Keith Nielson en voor de derde man Edwin Taylor het vliegtuig heeft verlaten heeft hij zijn sprong niet overleefd. Wellicht heeft zijn parachute zich niet of niet tijdig geopend waardoor hij te pletter is gevallen. De lichamen van de andere vliegers worden verspreid over een groter gebied teruggevonden en worden later door de Duitsers in een schuur van de familie Van Lochem gekist. 

Op dinsdag 29 juni 1943 vindt op de begraafplaats Berkenhove in Aalten een korte plechtigheid plaats waarbij de omgekomen vliegers met militaire eer worden begraven. Ter vermijding van demonstraties is de omgeving van de begraafplaats afgezet. Ds. Stegeman bidt het Onze Vader en een officier van de Wehrmacht houdt een korte toespraak. Slechts enkele Aaltenaren en een aantal Duitse officieren zijn hierbij aanwezig. De volgende dag begeven verscheidene Aaltenaren zich naar de begraafplaats waar een aantal verzetsmensen een grote krans met lange linten op het middelste graf hebben gelegd om op die manier de gesneuvelde vliegers te eren. Op de krans zijn de woorden ‘Gebroken vleugels; Onsterfelijke roem’ aangebracht terwijl onderaan staat vermeld: ‘Het Nederlandsche Volk’. Later op de dag moeten de linten en de tekst op last van de Duitse bezetter weer worden verwijderd. 

Keith Nielson en Edwin Taylor, die beiden heelhuids aan hun parachute de aarde hebben bereikt, worden kort na hun landing door de Duitsers gevangen genomen. De volgende morgen ontmoeten ze elkaar op een station in de buurt waar ze door de bezetters naartoe zijn gebracht. Vandaar begint hun tocht langs diverse krijgsgevangenenkampen in Duitsland en Polen. Edwin Taylor keert op 26 april 1945 terug uit zijn gevangenschap en treedt in het huwelijk met Cecilia die hij vanaf zijn schooljeugd kent. In het huwelijk worden twee dochters geboren. Ook Keith Nielson trouwt na zijn terugkeer, en wel in juni 1945, in Londen. Na zijn huwelijk, waarin vier kinderen worden geboren, keert hij met zijn echtgenote Frances terug naar zijn geboorteland Nieuw Zeeland waar hij een boerenbedrijf begint. Keith overlijdt in 1972 kort na zijn vijftigste verjaardag.  

Op 26 juni 1993, precies 50 jaar nadat de Stirling is neergestort, vindt de eerste herdenking hiervan plaats bij het bruggetje over de Keizersbeek, vlak bij de crashplek. Hierbij zijn onder andere Jean Willis, de zus van de gesneuvelde Bernard Church, en haar echtgenoot Philip en Bill en Harriet, respectievelijk de broer en zus van de omgekomen Fred Mills aanwezig. Tevens voegen enkele ooggetuigen en andere belangstellenden zich bij het gezelschap op het bruggetje waarna drie in formatie vliegende F-16 straaljagers van 306 Squadron afkomstig van de vliegbasis Volkel vanuit de lucht een eresaluut brengen aan de gesneuvelde bemanning. 

Hierna begeven de nabestaanden zich naar de begraafplaats Berkenhove om bloemen te leggen bij de graven van hun geliefden. 

Op initiatief van de Christelijke Oranjevereniging IJzerlo wordt op 26 juni 2003 een door Wim Westerveld ontworpen monument voor de gesneuvelde bemanning onthuld waarbij wederom zus Jean Willis en haar man en oud navigator Edwin Taylor, die de ramp destijds overleefde, en zijn dochter Colette aanwezig zijn. Direct na de onthulling zorgt een Lockheed Orion van de Marine Luchtvaart Dienst, afkomstig van de basis Valkenburg, voor een indrukwekkende flyby vanuit de lucht. 

Nadien is er tot nog toe elk jaar op de bewuste plek een herdenking gehouden. In 2013, 70 jaar na de crash, heeft een nog uit de Tweede Wereld Oorlog stammende B-25 van de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht een flyby verzorgd. Ook dit jaar op 26 juni, als het 80 jaar geleden is dat deze gebeurtenis plaatvond, wordt door de COV IJzerlo een herdenking georganiseerd. 

G.H van Lochem op de plek waar hij 's morgens na de crash het lichaam van Thompson vond. Foto: Eigen foto
Sergeant W. Th. Davis. Foto: Eigen foto
Het monument aan de Huisstededijk. Foto: Eigen foto
Sergeant E.G Taylor. Foto: Eigen foto
Flying Officer B.H Church. Foto: Eigen foto
Flying Officer J.F Tritton. Foto: Eigen foto
Flying Officer K.A Nielson. Foto: Eigen foto
Sergeant F. Mills. Foto: Eigen foto
De krans met een aantal van de nog verse graven van de vliegers. Foto: Eigen foto