Henk Bulten, wethouder in de gemeente Doetinchem. Foto: PR 'De actoren aan de hand waarvan wordt bepaald welk bedrag een gemeente ontvangt, zijn achterhaald'

Henk Bulten, wethouder in de gemeente Doetinchem. Foto: PR 'De actoren aan de hand waarvan wordt bepaald welk bedrag een gemeente ontvangt, zijn achterhaald' 

Herijking
gemeentefonds cruciaal voor
gemeenten

ACHTERHOEK - Adviesorganisatie BDO monitort jaarlijks de (financiële) stand van zaken bij de gemeenten en brengt een zogenaamd Benchmarkrapport (vergelijkingsrapport) uit. Recent kwam ‘BDO Benchmark Nederlandse Gemeenten 2022’ uit. Daarin werden aan de hand van enkele financiële kengetallen de jaren 2018-2020 naast elkaar gezet, met daaraan gekoppeld het verwachtingsbeeld voor de komende jaren inclusief aanbevelingen.

Door Rob Weeber

Van alle gemeenten scoort 98% een voldoende, maar dat is volgens BDO omdat er nog voldoende buffers zijn om de tekorten op te vangen. Gemeenten kregen bijvoorbeeld incidentele toelages voor de jeugdzorg en het coronavirus. Andere gemeenten verkochten hun belang in de energiereus Eneco. Voor de komende jaren verwacht BDO structurele problematiek. De conclusie uit het rapport ‘Helaas moeten we constateren dat onder de streep – ondanks meevallende cijfers – de conclusies evenals vorig jaar reden tot zorg bieden. Daarbij zijn de uitdagingen groter dan ooit, zoals ook blijkt uit het regeerakkoord. Het is aan Rijk en de gemeenten hier oplossingen voor te zoeken’, spreekt wat dat betreft boekdelen.

De redactie bekeek het rapport en vroeg zich af hoe de Achterhoekse gemeenten ervoor staan. We vroegen diverse Achterhoekse gemeenten hun zegje te doen over hun toekomstverwachtingen voor een structureel sluitende meerjarenbegroting. In deze bijdrage komen de gemeenten Doetinchem, Montferland, Aalten en Oude IJsselstreek aan het woord.

Gemeente Doetinchem
Henk Bulten is sinds 1998 lid van de fractie van de SGP-ChristenUnie en sinds 2014 wethouder van Financiën. Zijn gemeente kreeg van BDO de rapportcijfers 8, 9 en 9. De solvabiliteit (mate waarin je met eigen buffers tegenvallers kunt opvangen) lag net boven de 20 procent. De begroting in Doetinchem ligt ver boven die van de omringende gemeenten, mede omdat Doetinchem ook een regiofunctie heeft en daardoor extra geld van de overheid krijgt. In 2020 bedroegen de totale inkomsten 297 miljoen euro. 186 miljoen kwam daarvan vanuit het Gemeentefonds. Aan belastingen en heffingen kreeg de gemeente 110 miljoen binnen. Het resulteerde in een positief resultaat van 10,3 miljoen.

Niet bezuinigd op de zorg
De decentralisatie van landelijke overheidstaken naar de gemeenten vanaf 2015 zorgde binnen diezelfde gemeenten voor een worsteling. Knelpunt was de bijkomende bezuinigingen van zo’n 25-40 procent. Niettemin pakte de gemeente Doetinchem vanaf dat moment de handschoen op, alhoewel het tot en met 2017 in een tekort resulteerde binnen het zorgprogramma. In 2018 besloot men dat het zo niet langer kon en vanaf 2019 kwam het accent op bezuinigingen te liggen. “Heel nadrukkelijk hebben we op de zorg niet bezuinigd, maar is de zorg anders benaderd om kosten terug te dringen. Wel is bezuinigd op investeringen in de wegenbouw en op dienstverlening in de groensector. In de wegenbouw besloten we in vijf jaar tijd 700.000 euro te bezuinigen. In de groensector ging het aantal keren maaien op enkele plaatsen terug van zes naar twee keer per jaar. Verder hebben we voor wat betreft voorzieningen gezocht naar samenwerkingen van organisaties wat tot besparingen zou kunnen leiden.

Nu terugkijkend zijn we blij dat we die keuze al vroeg hebben gemaakt. In totaal hebben we een heroverweging voor 12 miljoen euro gemaakt. Belangrijk daarbij was ook het monitoren van de voortgang, zodat we snel bij konden sturen als het mis dreigde te gaan. Begin dit jaar hebben we deze financiële vertaalslag afgerond. Voor het sociaal domein is een taskforce opgericht die onderzocht heeft hoe we de zorg anders kunnen aanpakken. Inmiddels zijn we anders gaan werken, wat in de praktijk voor minder klachten heeft gezorgd. ”

Te strak in het pak genaaid
Bulten snapt de keuze van het Rijk wel ten aanzien van de overheveling van taken, een gemeente staat nu eenmaal dichter bij de inwoners, maar hij is van mening dat er geld bij moet en niet af moet. Om dit te bepleiten heeft de gemeente Doetinchem een brief aan het Rijk gestuurd met de boodschap dat we te strak in het pak genaaid zijn. “De actoren aan de hand waarvan wordt bepaald welk bedrag een gemeente ontvangt, zijn achterhaald. Zoals het er nu voorstaat, ontvangt Doetinchem 874.000 euro structureel minder per jaar.”

Er komen nog meer taken op de gemeente af de komende tijd, zoals de nieuwe Omgevingswet, de Regionale Energiestrategie en woningbouw, “De uitvoering van de Omgevingswet gaat misschien wel meer impact hebben dan het sociaal domein in 2015. Voor woningbouw geldt dat het hier wat makkelijker is dan in andere delen van Nederland. We hebben minder last van stikstofuitstoot in deze regio.”

Gemeentelijke financiën op orde
De uitdagingen liggen vanaf 2023, als de herijking van het Gemeentefonds definitief is afgerond. Dan ook kun je volgens Bulten zien of je je taak als overheid nog naar behoren kunt uitvoeren. Niettemin beschouwt Bulten de gemeentelijke financiën als ‘op orde’. Voor eventuele tegenvallers is bovendien een buffer. In de afgelopen vijf jaar heeft Doetinchem 20 miljoen euro uit de reserves gehaald. Een deel daarvan, zo’n 6,5 miljoen euro, wordt de komende jaren teruggestort als gevolg van een verwacht begrotingsoverschot voor de jaren 2022-2025.

Doetinchem heeft 58.000 inwoners en zal naar verwachting tot 2036 doorgroeien naar 70.000 inwoners. “Om die groei te realiseren, hebben we woningen nodig. Eerder al hebben we 46 miljoen euro afgeboekt op niet gebruikte grond. Met de toekomstige bouwplannen, inmiddels is gestart met de bouw van 1500 woningen, maken we dus goede winst bij de verkoop van grond. Daarmee halen we extra inkomsten binnen de komende jaren. Aan de organisatiekant knelt het voor wat betreft het aantal medewerkers. Hier zullen we dus kritisch moeten kijken naar onze werkwijze en het niveau van onze dienstverlening.”

Gemeente Montferland
De gemeente Montferland ligt in de Liemers, is geen lid van de regio Achterhoek, maar formeel gezien behoort het wel tot de Achterhoek.

Wethouder Martin Som (VVD) begon zijn politieke carrière in 1998 als commissielid. In 2002 kwam hij in de raad en in 2018 werd hij wethouder van Financiën, Economie, Recreatie en Toerisme en Werk en Inkomen. Zijn gemeente Montferland kreeg van BDO over 2018-2020 de rapportcijfers 9, 8 en 8. De solvabiliteit werd op gemiddeld 26 procent berekend. Het jaar voor de uitbraak van Covid bedroeg het jaarresultaat + 305.000 euro, waarbij wel 1,5 miljoen euro uit de reserves werd gehaald. Mede door financiële compensatie van het Rijk en een bijdrage uit de algehele reserve, werd ook 2020 positief afgesloten met + 663.000 euro. “Het is een beetje een landelijk beeld”, aldus Som. “Een sluitende begroting krijgen, is lastig.”

Slinkende autonomie van de gemeenten
“Een van de problemen is de slinkende autonomie van de gemeenten. Bezuinigingen op enkele terreinen zijn lastiger te realiseren omdat er veel medebewindstaken zijn met vaste verplichtingen. Daarnaast is de uitkering van het Rijk grillig. Ik vrees dat de herijking van het Gemeentefonds negatief gaat uitvallen voor de kleinere gemeenten. Dat betekent dat als je geen structureel sluitende begroting meer kunt krijgen, je zaken anders moet gaan doen of zelfs helemaal niet meer. Je kunt de tekorten accepteren en presenteren of tegengaan door het activeren van de Nuon-reserves, terugschroeven van voorzieningen of tekorten afwentelen op bedrijfsvoering door bijvoorbeeld je organisatie te laten krimpen.”

Verwachting is plus 15 euro per inwoner
De discussie wat betreft de herijking van het gemeentefonds loopt al vanaf 2018. Vanaf 2022 was de verwachting dat Montferland 35 euro per inwoner zou worden gekort. Dat zou in totaal een miljoen euro zijn. Later bleek dat het omgedraaid was, er zou een miljoen meer binnenkomen. De nieuwe verdeling en wanneer deze zal worden ingevoerd is echter nog steeds niet duidelijk. “We begroten op de nullijn, hoewel de verwachting nu is dat we er stapsgewijs 15 euro per inwoner per jaar bij gaan krijgen. Met die nul-begroting denken we de komende jaren een sluitende begroting te kunnen aanbieden, mede dankzij de maatregelen waarover de gemeenteraad de afgelopen jaren besloten heeft. Eerder al namen we besluiten wat betreft het voorzieningenniveau. Het zwembad in Didam werd gesloten omdat het te duur was, de werkwijze binnen de Wmo werd gewijzigd en we hebben een taakstelling, oplopend van 1,5 miljoen naar 3,3 miljoen op personeel en inkoop opgenomen, mede door een personeelsverloop. Wat inkoop betreft, hier kunnen we nog wat winst halen, misschien ook door meer samenwerking in de regio, een soort centrale inkoop. Ook met investeringen kunnen we flexibeler zijn. De makkelijkste gedachte is bezuinigen, maar je kunt projecten ook iets aanpassen, zodat ze voor provinciale of Europese subsidie in aanmerking komen.”

Stabiele gemeente
Doel is ook om in de komende jaren de reserves weer aan te vullen. Het geld moet mede komen uit twee komende, eenmalige projecten, zoals het industrieterrein Docks, die zwarte cijfers gaan opleveren. Docks2, richting Azewijn, zal echter nog enkele jaren op zich laten wachten. Positief is volgens Som ook dat de gemeente groeit, het afgelopen jaar met 1 procent naar 36.370 inwoners. “Voor dit jaar sturen we aan op een solvabiliteitscijfer van net boven de 30 procent. Daarmee zijn we een stabiele gemeente.”

Gemeente Aalten
CDA’er Ted Kok is al 27 jaar wethouder, eerst in zijn huidige woonplaats Didam, later in Montferland en de laatste elf jaar in Aalten, met onder meer de portefeuilles Ruimtelijke Ordening en Financiën. Kok heeft het als wethouder in Aalten erg naar zijn zin en zou het liefst nog een termijn langer doorgaan, maar van verhuizen uit Didam is geen sprake.

Toekomstige meevallers worden niet begroot
Aalten doet het volgens het BDO rapport ook goed met rapportcijfers van 9, 8 en en een solvabiliteit van 31%. In werkelijkheid echter zijn er ook wel wat knelpunten. Een ervan is de herijking van het Gemeentefonds. “Algemeen vind ik, net zoals mijn collega’s in de Achterhoek, dat de uitkering omhoog moet. Aalten, samen met Dinxperlo een gemeente met 30.000 inwoners, is voor 70% afhankelijk van het Gemeentefonds. De bijdrage is op dit moment 42 miljoen. De allereerste peiling zou een teruggang van 33 euro per inwoner betekenen. Na advies van de Raad voor Openbaar Bestuur echter, zou onze gemeente bij de herijking in 2023 60 euro per inwoner meer krijgen. Voor de zekerheid hebben we deze eventuele meevaller niet meegenomen in de begroting, we gaan uit van de nullijn. Dat is overigens ook ons algemeen standpunt. Toekomstige financiële meevallers komen niet op de begroting. We boeken ze pas, als ze vallen. Voor verliezen geldt echter dat we ze direct boeken.”

Mocht de uitkering onverwacht tegenvallen, dan zal ook de gemeente Aalten keuzes moeten maken met betrekking tot een meerjarige, sluitende begroting. De keuze is dan bezuinigen of het inkomen vergroten. Dat laatste is makkelijker gezegd dan gedaan. “Aalten heeft een buffer van 11 miljoen. De rest van de Nuon-gelden van destijds hebben we grotendeels besteed aan investeringen voor voorzieningen, zoals scholen. Daartegenover staat dat we ook een lage schuldpositie hebben, 25 miljoen aan hypotheek vanuit het verleden. Ons inkomen naast het Gemeentefonds bestaat uit zo’n 10 miljoen aan belastingen en heffingen, maar die kunnen we niet ongebreideld verhogen. De verhoging van de totale belastingen mogen niet boven 3 procent per jaar uitkomen.”

Situatie geeft een wat onrustig gevoel
De begroting voor 2020 was sluitend. Voor de jaren 2023-2025 staan op het eerste gezicht flinke tekorten te wachten, oplopend van 1 tot 1,9 miljoen. Deze verwachting is echter worstcasescenario en niet zeer realistisch. Er staat een eigen buffer van 360.000 euro tegenover en een onvoorziene post van 200.000 euro. Ook zijn de toekomstige verwachtingen niet meegenomen, evenals de Jeugdzorgbijdragen. Vanaf 2022 mag een gemeente 75 procent van de ontvangsten van het Rijk mee begroten voor de volgende jaren. Mochten de verwachtingen voor het Gemeentefonds dus uitkomen, dan kan Aalten rekenen op structureel positieve resultaten vanaf 2023. Andere keuzes liggen aan de kant van de lastenverlaging. Bijvoorbeeld kan de eigen organisatie in omvang teruggebracht worden, hoewel ook hier het aantal medewerkers krap wordt. “De bestuurlijke schaal in Aalten is goed, maar de verhouding aantal mensen ten opzichte van het uit te voeren werk wringt. We hebben bijvoorbeeld maar een man op Volkshuisvesting zitten. Dat maakt ons kwetsbaar. Verder kunnen we snijden in het onderhoud van de openbare ruimte. De noodzaak tot maatregelen is er nog niet, maar algeheel is er nog een wat onrustig gevoel.”

Ontbreken eigen vermogenstoets zorgverlening
De WMO is ook een punt van zorg. Hij verbaast zich over het feit dat er geen eigen vermogenstoets is voor (huishoudelijke) hulp. “Zowel mensen met een uitkering als die met 2 miljoen op de bank, betalen hetzelfde voor een gelijke dienst. Daar is helaas niets tegen te doen.” Voor het sociaal domein is er een transitieplan. “We willen kijken of we op een andere manier toegang tot de aanvrager kunnen krijgen. Daarnaast onderzoeken we hoe we in gesprek gaan met die mensen. Wat kunnen ze nog zelf en wat moeten wij als gemeente leveren. Gelukkig is er goed overleg omtrent het sociaal domein met de andere gemeenten in de Achterhoek. We komen 1 x per 3 maanden bij elkaar om van elkaar te leren.”

Oude IJsselstreek
Ria Ankersmit is bezig aan haar eerste termijn als wethouder van Financiën namens Lokaal Belang, de lokale partij die bij de laatste verkiezingen tien zetels behaalde. In verhouding tot de andere Achterhoekse gemeenten kreeg Oude IJsselstreek een lage beoordeling in het BDO rapport. De rapportcijfers betroffen driemaal een 6, de solvabiliteit werd op 17% gewaardeerd. Toch stelt de wethouder dat de gemeente er goed voorstaat. Er is een structureel sluitende meerjarenbegroting 2022-2025 met daarin grote ambities voor programma’s als woningbouw, vergroening, scholing en sociaal domein.

Participatiewet meer lokaal invullen
Oude IJsselstreek is een gemeente die aansluiting bij de leefwereld van de inwoners hoog in het vaandel heeft. Leefbaarheid en vertrouwen in de inwoners gaan voor starre regelgeving. Vanuit die visie ook wil zij meer ruimte als het gaat om uitvoering van taken binnen het sociaal domein. De Participatiewet echter is nogal strak geregeld en dat strookt bijvoorbeeld niet met de werkwijze van de gemeente. Daarover zijn ze met het ministerie in gesprek. "Ook wij worden geconfronteerd met steeds meer overheidsopgaven binnen het sociaal en ruimtelijk domein,” licht Ankersmit toe. "Voor 2019 verwachtten we een tekort van 4,5 miljoen binnen het sociaal domein, als we niets zouden veranderen. Dat kon natuurlijk geen jaren zo doorgaan en we hebben ons toen afgevraagd wat we wilden. Een van de stappen die we hebben genomen was ons vertrek uit de samenwerkingsregeling ‘Laborijn'. Die samenwerkingsregeling sloot niet bij onze denkwijze en gewenste werkwijze aan. We hebben toen zelf 'STOER' opgericht, ons eigen werkvoorzieningsbedrijf. We willen werken vanuit de bedoeling, vanuit de geest van de wet. Het gaat om de menselijke maat, iedereen is een individu. Bovendien hanteren we de stelling dat de uitgaven binnen de beschikbare budgetten moeten blijven. Dat betekent dat je aan preventie moet doen, innoveren en samenwerken met je inwoners, mensen samen met de uitvoerende instanties naar eigen regie brengen. In 2020 sloten we dit domein financieel positief af. Dat was uniek.”

Goede financiële positie met weerstandsratio 3,5
De gemeente is ook ambitieus en zet de komende vier jaar een beleid voort dat gericht is op goed wonen, leven, werken en een goede dienstverlening in Oude IJsselstreek. Met een begroting van net geen 110 miljoen is er de eerste jaren een licht negatief begrotingsresultaat te verwachten van gemiddeld -225.000 euro. Voor 2025 geldt een positief resultaat van +260.000 euro. Daarmee voldoet de gemeente aan de norm van de provincie. Ook bij Oude IJsselstreek geldt echter dat aanpassingen van ná mei 2021 met betrekking tot de uitkering vanuit het Gemeentefonds niet meebegroot zijn. De verwachting voor de komende jaren is dat er zeker geen korting wordt toegepast, eerder een lichte verhoging. Bovendien is er sprake van een weerstandsratio van 3,5. Daarmee is er voldoende ruimte om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen."

Tien miljoen extra voor Flexibele woningen
Oorzaak voor het lichte begrotingstekort de komende drie jaar zijn geplande investeringen in het fysieke domein. “We komen niet aan de jus van de samenleving”, legt Ankersmit uit. “Met andere woorden, we gaan niet op investeringen in de fysieke ruimte korten omdat we in voorgaande jaren verliezen in het sociaal domein hebben gemaakt.” In 2022 is bijvoorbeeld een extra bedrag van 10 miljoen goedgekeurd voor de versnelling van woningbouw. “Wij gaan als gemeente 80-100 flexibele woningen aankopen en die via een tijdelijke ontheffing inzetten als woning. Zo kunnen we de tijdskloof tussen toekomstige woningbouw en huidige tekorten versneld dichten. Belangrijke doelgroepen daarbij zijn starters en mensen die voor sociale woningbouw in aanmerking komen. De grond waarop de huizen komen wordt om niet ingebracht, zodat de huren laag kunnen blijven.” Andere investeringen betreffen bijvoorbeeld de gebiedsontwikkeling langs de Oude IJssel tussen Etten en Megchelen, en het vestigingsklimaat (industrieterreinen). De pot ‘Algemene reserves’ staat centraal hierbij. Is er een tekort, dan wordt dit eruit gehaald. Is er een overschot, dan wordt er teruggestort.

Martin Som, wethouder in de  gemeente Montferland. Foto: PR 'Een van de problemen is de slinkende autonomie van de gemeenten'
Ted Kok, wethouder in de gemeente Aalten. Foto: PR 'Toekomstige financiële meevallers komen niet op de begroting'
Ria Ankersmit, wethouder in de gemeente Oude IJsselstreek. Foto: PR 'We willen werken vanuit de bedoeling, vanuit de geest van de wet'