Afbeelding

Randbericht, Bernhard Harfsterkamp

Opinie

Het rund

Wanneer ik voor het eerst in mijn leven een koe zag weet ik niet precies. Vanuit het zitje aan het stuur van de fiets van mijn vader of moeder zal ik zeker enkele exemplaren hebben gezien als we naar mijn grootouders in Dinxperlo fietsten. Tijdens de 25 kilometer zullen in de weilanden overal roodbonte en zwartbonte exemplaren hebben gestaan.

De eerste bewuste kennismaking was als kleuter. Mijn opa had één koe en in de stal, waar die stond, kwam ik regelmatig. Ook om het dier te aaien. Het rund is daarna nooit uit beeld verdwenen. Overal zag ik het huisdier, dat lang geleden ontstond uit het oerrund. In het weekend kwam ik door de Achterhoek en over de Veluwe, omdat ik op bezoek ging bij mijn broer in Harderwijk. Omdat ik niet zelf hoefde te rijden, had ik alle gelegenheid naar het passerende landschap te kijken.

In dat landschap zag ik regelmatig een rund opduiken. Niet alleen de zwartbonten. Op de Veluwe liepen Schotse hooglanders en Heckrunderen. Misschien let ik er tegenwoordig meer op waardoor ik meer runderrassen zie. Sinds het tot huisdier maken van het oerrund, goed voor melk en vlees, en als trekdier, zijn er meer dan duizend verschillende rassen ontstaan. Ik zou ze graag allemaal in levende lijve zien en fotograferen. Daarvoor moet ik wereldreiziger worden. Dat zit er niet meer in.

Daarom moet ik het doen met de rassen in mijn directe omgeving. In mijn mapje ‘runderen’ zitten al foto’s van de hierboven genoemden, galloways, lakenvelders, Blonde d’Aquitaine, heidekoe en blaarkop. In Nederland kan ik er veel meer zien tegenwoordig. Ik mag graag kijken naar een koe. Ik sluit daarbij niet mijn ogen voor de nadelen, die grootschalige melkveehouderij heeft, maar daar moet je niet het rund de schuld van geven.

Als we het over schuldigen hebben, ben ik dat ook. Ik ben consument. Ik ben geen grootafnemer. Ik houd van kaas, roomboter en zo nu en dan vlees. De consument betaalt daar te weinig voor, ook deze. Dat leidt er toe dat de boer al jaren te weinig verdient en dat hij is gestimuleerd, of misschien wel gedwongen, om steeds meer te produceren. Daarbij zijn koeien ontstaan, die steeds meer melk leverden. Zou een koe die de helft minder melk geeft zich beter voelen? Ik vraag het me soms af, als ik naar een zwartbonte in de wei kijk. Wat mij betreft mag het minder en worden de boeren beter betaald voor hun werk. De melkkoe hoeft van mij niet uit te sterven. Ik wil ze blijven zien in een mooi en natuurrijk kleinschalig cultuurlandschap.