Gematigd mens

Over het algemeen ben ik een gematigd mens. De woede-uitbarstingen in mijn leven beperkt gebleven. Ik zal niet snel een gepeperde mening in het openbaar laten horen. In debatten ben ik eerder luisteraar dan iemand die na elke tweede zin zijn mening luid verkondigt. Ik zeg nooit meteen wat ik denk, ik tel liever eerst tot 25 voordat ik een reactie geef, zodat ik verstandig reageer. 

Het betekent niet dat ik geen gepeperde uitspraak kan doen. Drie dagen geleden noemde ik een politicus zelfs een onbenul. Als ik terug kom van een persgesprek of andere bijeenkomst kan ik mijn ongenoegen duidelijk laten blijken. “Nou, nou, Bernhard”, wordt dan soms tegen me gezegd. Gelukkig weet ik wanneer ik iets kan zeggen en tegen wie ik dat kan doen. Als gematigd mens is het niet altijd gemakkelijk om me in het openbaar op de vlakte te houden. Ik laat me daarbij leiden door een uitspraak van een schrijver, Hermann Hesse. Die schreef niet alleen veel romans, verhalen en gedichten. Hij recenseerde boeken van andere schrijvers. “Waarom bent u nooit negatief”, werd hem gevraagd. “Omdat er genoeg goede boeken zijn, waaraan ik aandacht aan kan besteden.” Waarom een publicatie afkraken, als je in plaats daarvan een mooi werk kunt aanbevelen?

Toch krijg ik gemengde gevoelens over al te veel positivisme. Het staat me in toenemende mate tegen dat wethouders en gemeenteraadsleden alleen nog positief over alles zijn. Reden is de opkomst van de sociale media. Die zijn voor inwoners een mogelijkheid om ongenoegen te laten blijken. Dat gaat niet altijd even doordacht. Politici zullen een enkele keer standpunten van andere politici afkeuren, maar het merendeel is vooral bezig te laten weten hoe geweldig alles is waar ze mee bezig zijn.

Is dat werkelijk zo? Waarom kun je als het nodig is niet zeggen dat je teleurgesteld bent over de uitkomst van een vergadering van burgemeester en wethouders? Of over de samenwerking van collega’s van andere gemeenten? Waarom moet het altijd lijken alsof het allemaal geweldig is? Daar hebben overigens niet alleen politici last van. Dat gevis naar likes, delen, hartjes en retweets is soms ronduit stuitend. “Oh, kijk mij eens belangrijk en gewaardeerd zijn.”

Als er iemand positief is over jou en jouw bezigheden wordt dat bericht ook nog weer breed verspreid. Ik word er moedeloos van. Misschien moet ik mijn ergernis over dit soort zaken en al het andere dat me irriteert niet meer voor me houden. Misschien moet ik in het openbaar niet meer gematigd zijn. Dat zal niet iedereen bevallen. Laat ik beginnen met een stellige uitspraak: 1572, de geboorte van Nederland? Wat een onzin. Alsof de geschiedenis zo simpel is.