Tribune sportpark 't Gielink. Foto: PR
Tribune sportpark 't Gielink. Foto: PR

AAA-rie

Voor deze tribune is ooit iets miraculeus gebeurd met Arie ten Brinke, de voetballer met het engelenhaar, die mijn eerste voetbalheld was bij SVD. Hij was de man met het hardste schot uit de zeventiger jaren, onze eigen Willy van der Kuylen, het kanon van PSV.

Die aardige Arie had zoveel peper in zijn masculiene bips, dat hij na een flinke scheet een heel stadion naar adem kon laten happen.

Als er tijdens de wedstrijd een mogelijkheid ontstond om een vrije trap in één keer tussen de palen te knallen, dan begon het Dinxperlose volk, zittend op de Brits uitziende tribune, al zijn naam te scanderen: 'AAA-rie! AAA-rie!’

Óók de mensen staand rondom het speelveld zetten dan in hetzelfde staccato ritme in: 'AAA-rie! AAA-rie!’ Tegenstanders die voor het eerst op onze grasmat speelden waren geïntimideerd door de aanzwellende vocale furie uit de lokale keeltjes. De strijdbare blikken in de ogen van de Dinxperlose supporters gaven de uitdagende atmosfeer nog wat extra cachet. En onze Arie Bombarie ging er dan eens goed voor staan en beslist niet zo aanstellerig als Cristiano Ronaldo. En het werd luider, ‘AAAAAAR-IIIE! AAAAAARR-IIEE!’

De tegenstanders, die met wit vertrokken koppies in het muurtje stonden, hielden angstvallig hun als in een gebed gevouwen handjes voor de edele delen en stonden peentjes zwetend op hun tenen als een blinde Turkse circusbeer op een gloeiende plaat.

De angst was te ruiken. En het ging nóg harder, het ging waarachtig spoken. ‘AAAAAAAAR-IIIEE! AAAAAAAR-IIIIIEEEEE!’

Op een zondagmiddag echter, net voor Arie wilde gaan aanlopen om een pegel van formaat te produceren (de keeper was inmiddels door zijn vrouw op de hoogte gebracht dat ze afdoende verzekerd waren tegen arbeidsongeschiktheid), kwam er ineens een enorme wolk vogels aangevlogen, een grote zwerm spreeuwen! Een teken? Een teken waarvan dan? Hoe maakt een zwerm beslissingen? Allemaal vragen die ik mijzelf daarna nog vaak heb gesteld. Het deed me denken aan dat verschijnsel waarin een school van miljoenen kleine blinkende visjes als één lichaam schijnt te zwemmen. Hoe werkt zoiets?

Er zijn weinigen die precies kunnen navertellen wat er toen allemaal gebeurde. Alsof eenieder het verdrongen heeft, geheugens die blokkeren, als in een 'dit kan niet’-reflex. 't Is niet voor niets natuurlijk dat de belangrijkste functie van het geheugen, het vergeten is, hoe vreemd dat in eerste instantie ook moge klinken. Maar ik echter heb het precies gezien omdat ik als klein knaapje natuurlijk nog álles voor mogelijk hield.

De zwerm zwiepte ineens naar links en bleef als één grote biddende valk hangen, loodrecht boven de plek waar de hoofdrolspeler van dit schrijfseltje zich bevond én in blijde verwachting was van een 'Tor des Monats' én toen... toen scheten ze Arie hélemaal onder!

't Duurde nog geen vijf tellen en hij was nét een oud standbeeld uit Amsterdam geworden. Ja, ze hadden onze Arie potverdikkie tot standbeeld gepoept. Dit leek een wonderbaarlijk tafereel uit de klassieke oudheid, uit de Griekse mythologie! ‘Zelfs de vogels hielden van Arie,’ zeiden de mensen later. ‘Dit was gewoon hún manier om hem te eren. Wat kon het anders betekenen?’

Ik denk dat ik het zo wel accuraat verteld heb.

De wedstrijd eindigde 0-0 en een seizoen later vertrok Arie naar SC. Varsseveld, maar daar heeft hij zijn faam nooit meer waargemaakt.

'Hij doet maar wat,’ zeiden de mensen, 'en waarom kijkt hij toch zo vaak naar boven?'