Afbeelding

Randbericht

Algemeen

Moment van euforie

Jarenlang werden onze vakanties doorgebracht in Uedelhoven, een plaatsje in de Eifel. Vanuit het appartement dat we huurden hadden we een fraai uitzicht op het middelgebergte. In de verte zag ik de Hohe Acht, de hoogste berg van de Eifel.

Niet ver daar vandaan lag een bekend race circuit, de Nürburgring. Mij zei dat niet zo veel. De enige sport waar ik soms naar keek was voetbal. Autoracen kende ik alleen van horen zeggen. De enige lawaaisport die me was opgevallen was de motorsport. In het  Rommelgebergte vond zo nu en dan een grote motorcross plaats. Die kon je zelfs in het dorp horen.

Tijdens een van de vakanties was er een autorace op de Nürburgring. Mijn vader stelde voor daar op de bonnefooi naar toe te gaan. “Dat vind je vast wel leuk”, zei hij. Een kaartje hadden we niet en dat hoefde niet. Wij sloten ons aan de zuidkant van het circuit aan bij een grote groep die aan de buitenkant van het hek stond. Je had er een goed uitzicht op één bocht van het circuit.

Zo af en toe kwam een vehikel voorbij. Geen Formule 1 wagen, maar auto’s die sneller reden dan op de gewone weg mag. Ik vond het saai. We vingen enige informatie op via een luidspreker aan de rand van het circuit. Het enige dat ik heb onthouden was dat ene Jochen Mass voorop lag. “Die rijdt in een BMW”, zei mijn vader. Als hij had gezegd dat het een Volkswagen was had ik het ook geloofd. De enige auto die ik herkende was zijn Opel Kadett.

Ook daarna hebben auto’s en autoraces me nooit geboeid. Omdat ik me niet helemaal afsluit van de wereld begreep ik deze week wel dat er zondag een belangrijke wedstrijd was. Een Nederlander kon winnen. Die race was zelfs voor iedereen gratis te zien. Nou vooruit, dacht ik, laat ik kijken. Veel was er niet aan. Aan het eind werd het toch nog spannend. In de laatste ronde reed de Nederlandse hoop zijn concurrent voorbij en werd wereldkampioen.

Zelfs naar de prijsuitreiking heb ik daarna gekeken. Ik zal niet ontkennen dat ik even emotioneel werd tijdens het horen van ons volkslied. Daarna onderdrukte ik alle cynische opmerkingen die ik had kunnen maken over racen in foute landen en de enorme milieuvervuiling die het veroorzaakt. Laten we de jonge mensen van nu hun euforische sportmoment gunnen. Ik had het toen ons land Europees kampioen voetbal werd in 1988. Juichend liepen we over de Markt, alsof we zelf het winnende doelpunt hadden gescoord. Daarom juich ik nu even mee met al die andere Nederlanders . Misschien kijk ik volgend jaar nog eens.