Met een weemoedig gevoel zwaait moeder naar haar dochter. Foto: Frank Vinkenvleugel
Met een weemoedig gevoel zwaait moeder naar haar dochter. Foto: Frank Vinkenvleugel

Eerste Kerstdag

Heel voorzichtig loopt Anne naar beneden, traptreden die te hard kraken slaat ze over om geen onnodige harde geluiden te maken. Eenmaal beneden sluit ze zachtjes de keukendeur achter zich. Even later staat ze aan het aanrecht met een kop dampende koffie. In gedachten verzonken drinkt ze deze langzaam op. Wanneer haar blik op de keukenklok valt ziet ze dat het al vijf voor zeven is. Dat betekent dat ze zich moet haasten, ze moet tenslotte nog even fietsen voordat ze er is. Ze hijst zich vlug in haar jas en pakt haar fiets uit de schuur. 

Eenmaal buiten is het guur en mistig. Anne trekt haar sjaal nog wat dichter om haar nek en zet de kraag van haar jas omhoog, om zichzelf te beschermen tegen de waterige kou die overal doorheen lijkt te dringen. Wanneer ze de oprit af fietst kijkt ze omhoog. Ze ziet het gordijn bij één van de ramen wat bewegen en voorzichtig opzij gaan. Daar achter dat raam verschijnt het gezicht van haar zesjarige dochter, die haar handje opsteekt om haar moeder uit te zwaaien. 

Anne zwaait terug, terwijl haar even een weemoedig gevoel bekruipt. Ze weet dat haar gezin er toch altijd wat moeite mee heeft dat zij met de feestdagen moet werken. Zelf vindt Anne vooral het moment van weggaan even wat lastig. Maar eenmaal op de fiets is dit snel over. De wetenschap dat ze straks aan een gezellig gedekte keukentafel kan schuiven, samen met haar gezin, maakt alles weer goed.

Terwijl Anne door de met dikke mist gehulde straten fietst, dwalen haar gedachten af. Dit is alweer haar zevende jaar dat ze als verpleegkundige in de wijk met kerst werkt. Ze blijft het één van de bijzonderste diensten van het jaar vinden. De sfeer op deze dagen is toch heel anders dan op alle andere dagen. 

Anne fietst ondertussen de straat in waar haar eerste cliënt van deze dienst woont. Door de kieren van de gesloten gordijnen ziet ze licht branden en de deur staat op een kiertje, er wordt duidelijk op haar gewacht. Terwijl Anne met een duidelijke 'goedemorgen' de hal instapt en de deur achter zich sluit, ziet ze meneer H. aan de tafel in de woonkamer zitten. 

Aan zijn gebogen houding ziet Anne wat ze van te voren al dacht; deze dag is nog lastiger voor hem dan hij vooraf dacht. Meneer H. begroet haar met een voorzichtige glimlach, maar zijn ogen staan droevig. Hij gebaart haar met een beverige hand om te gaan zitten.

Terwijl hij uit de thermoskan die op tafel staat een kopje koffie inschenkt voor Anne vertelt hij dat hij slecht geslapen heeft de afgelopen nacht. Vanaf half zes kon hij echt niet meer slapen, hij is toen maar opgestaan en heeft zichzelf wat opgefrist en aangekleed. 

Douchen ziet hij deze ochtend niet zitten en Anne besluit om het daarbij te laten. Ze weet dat dit voor meneer H. de eerste kerst zonder zijn vrouw is en hij is nu veel meer geholpen met een luisterend oor dan met een douchebeurt. 

Haar oog valt op een kunstkerstboompje dat naast de tv staat, de enige kerstversiering die het huis rijk is. Meneer H. vertelt dat deze door zijn dochter neergezet is maar dat het van hem niet zo gehoeven had. 

Van hem mogen deze dagen snel voorbij zijn, zo vertelt hij, maar hij waardeert de poging van zijn dochter om het toch enigszins gezellig te maken in huis. Haar uitnodiging om samen met haar gezin kerst te vieren heeft hij afgeslagen, dat is voor dit jaar nog echt een brug te ver. 

“Ze komen straks nog even op de koffie en dat is voldoende”, zo besluit hij zijn verhaal. Anne legt, voordat ze verder gaat naar de volgende cliënte, even haar hand op zijn bovenarm en meneer H. legt zijn beverige, gerimpelde hand er even bovenop. Anne slikt de opkomende brok in haar keel weg. Ze kan dan nog zo professioneel zijn maar ze is ook gewoon een mens en sommige verhalen raken haar dan ook.

Het huis van haar volgende cliënte is nog donker, een teken dat ze nog in bed ligt. Anne laat zichzelf binnen met de sleutel die in het sleutelkluisje zit en wekt mevrouw E. met een vrolijke 'goedemorgen'. Haar cliënte is goedgehumeurd en vertelt onder de douche volop over de plannen die ze deze twee dagen heeft. Het blijken twee volle dagen te zijn waar mevrouw erg veel zin in heeft. 

Wanneer mevrouw fris gewassen in haar zondagse outfit aan haar ontbijt zit, gaat Anne snel verder naar echtpaar B. Meneer B. doet de deur open en ontvangt Anne vriendelijk. Zijn vrouw is al een aantal jaar heel ziekelijk en Anne en haar collega’s komen al die tijd vijf keer per dag bij het echtpaar in huis. 

De ochtendzorg is bij mevrouw B. altijd zeer uitgebreid omdat er veel complexiteit bij komt kijken. Het betekent dat Anne altijd ruim anderhalf uur bezig is. Doordat mevrouw B. honderduit kletst, vliegt de tijd altijd voorbij. Zo verloopt het ook op de eerste kerstdag.

Wanneer Anne met mevrouw aan de arm naar de woonkamer loopt voor het kopje koffie waarmee ze altijd haar dienst bij hen afsluit, blijft mevrouw B. voor de dichte kamerdeur even stilstaan. “We hebben een verrassing voor je, als bedankje voor jullie goede zorgen altijd. Anne kijkt haar even verbaasd aan en dan gaat de kamerdeur open.

In de deuropening staat meneer B. met achter hem een mooie gedekte kersttafel met daarop niet twee maar drie bordjes. Op tafel staan heerlijke versgebakken broodjes waar de damp nog van af komt, kerstbrood en verse jus d’orange. “We wilden je op deze eerste kerstdag niet met een lege maag weg laten gaan”, zegt mevrouw B. tegen haar. Anne schuift ontroerd door dit lieve gebaar aan en bedenkt zich voor de zoveelste keer wat een bijzondere baan ze toch heeft. 

Het werken als verpleegkundige (in de wijk) leert je alle kanten van de mens én van het leven zien. Buiten het feit om dat het haar beroep is, werkt het voor Anne vooral heel verrijkend en is ze iedere dag nog blij dat ze dit beroep gekozen heeft.

Door Daniëlle Jolink

Kerststallententoonstelling rondom Dinxperlo/Suderwick. Foto: PR