Afbeelding

Dijkgraaf Hein Pieper spaart de boeren

Algemeen

Op vrijdagavond 18 juni jl hield dijkgraaf Hein Pieper van het Waterschap Rijn en IJssel een lezing in de Koppelkerk, met als thema ‘Droogte in de Achterhoek’. Ik had er hoge verwachtingen van gezien zijn uitlatingen in onder meer Trouw (6 aug. 2020), waarin hij onorthodoxe oplossingen noodzakelijk achtte en voor ‘structurele herbezinning’ pleitte, dus ook voor de landbouw. Van dit laatste bleef in deze lezing weinig tot niets over. Integendeel, de landbouw in ons land werd herhaaldelijk geprezen, terwijl de gewone consument werd gegispt, evenals de Duitsers.
Met behulp van sheets deed Pieper tal van (technische) details over de waterkundige toestand in de Achterhoek uit de doeken. Het viel me in het eerste deel van de avond al op dat hij, eigenlijk zo tussen neus en lippen door, meerdere keren de landbouw ‘boven water’ hield met opmerkingen als: ‘afhankelijkheid (van voedsel) van het buitenland, dat moeten we niet willen’. Dat is pertinent onjuist: we zijn altijd al afhankelijk geweest van het buitenland, denk alleen maar aan de herkomst van ons broodgraan. Ook zei Pieper: “Ons land is de tweede landbouwexporteur ter wereld, daar mogen we best trots op zijn en komt mede omdat ons watersysteem zo ontzettend goed geregeld is.”

Boosdoeners
Die trots wordt niet gedeeld door Flip Witte, een in deze contreien niet onbekende ecohydroloog. “Boeren klagen over droogte, maar zijn zelf de belangrijkste boosdoener”, stelt Witte. Ze willen water te snel afvoeren in het voorjaar en pompen het op als er schaarste is in de zomer. ‘Verdroging is het gevolg van onze behoefte om nummer twee in de wereld te blijven in landbouwexport”. (1) Wanneer ik hier - na de pauze - via de chat, een vraag over stel antwoordt Pieper dat hij de genoemde ecohydroloog niet kent en hij dus ook hierop geen antwoord kan geven.
Opvallend. In een grondige studie naar verdroging van de Nederlandse natuur in de laatste halve eeuw constateert Witte e.a. dat de boeren sinds de droge zomer van 2018 massaal beregeningsinstallaties hebben aangeschaft, maar dat de waterschappen niet goed in staat zijn vast te stellen hoeveel grondwater hiermee wordt opgepompt (2, pag. 73-74). “Met de export van vlees en zuivel, exporteren wij ook ons schaarse grondwater” is in de Volkskrant zijn conclusie (zie bron 1). Dit laatste wordt ook bevestigd door de ecoloog Patrick Jansen, wanneer hij schrijft: “met een beetje pomp wordt in een uur evenveel water onttrokken als de gemiddelde Nederlander in een heel jaar uit zijn kraan haalt”. (3)

Waterwet
Dat onze agrarische sector een geprivilegieerde positie inneemt, ook op dit terrein, blijkt ook uit de Waterwet. Volgens deze wet moeten waterleidingbedrijven de boeren financieel tegemoet komen, indien zij bij droogte, volgens de boeren, teveel (grond)water oppompen voor het gebruik als drinkwater. Maar omgekeerd, van vergoeding door de boeren voor kosten die de waterleidingbedrijven moeten maken om het grondwater gezuiverd te krijgen van uitgespoelde nitraten e.d. is echter geen sprake.
Toen ik in het najaar van 2018 het waterleidingbedrijf Vitens over deze kwestie benaderde en hen vroeg waarom zij hiervoor geen vergoeding krijgen, werd mij verteld dat de kosten, voor wat betreft dit deel van de vervuiling van het oppervlaktewater, niet exact berekend konden worden. Helaas is mijn chat-vraag hierover niet doorgegeven. Wel beantwoordde Pieper mijn vraag hoe het te verklaren is dat het grondwaterpeil in de Achterhoek zo enorm is gedaald de afgelopen jaren. In zijn antwoord repte hij met geen woord over die intensieve beregening sinds 2018, maar kwam hij met een ‘onschuldig’ verhaaltje over de snelheid waarmee tegenwoordig een druppel water zich van oost naar west verplaatst.

Organische stof
Een andere vraag ging over de toevoeging van organische stof aan de bodem. Volgens Pieper werd dit door het Waterschap aanbevolen, maar hoe, dat vertelde hij er voor de pauze niet bij. Welnu, Piepers antwoord luidde, dat er jaarlijks 35.000 ton aan plantmateriaal langs de oevers wordt gemaaid dat als organisch materiaal de bodem kan verrijken, maar dat dit wel een kwestie van lange adem is, het kost veel tijd. Hier in de Achterhoek? Zoveel water, aan beken (om van sloten maar te zwijgen) is er hier toch niet? En, zo voegde hij er nog aan toe, de wijze waarop hier - volgens de wet - drijfmest op het land wordt geïnjecteerd, is heel giftig en slecht voor het bodemleven. (Niet de boeren, maar de wetgever is hier de schuldige, was zijn onuitgesproken boodschap. Maar volgens recent Wagenings onderzoek is vijftig procent van al onze landbouwgrond helemaal verdicht als gevolg van het gebruik van (te) zware landbouwmachines en zo dood als een pier. (4). Om nog maar te zwijgen over het gebruik van glyfosaat, dat tal van nuttige grond bacteriën doodt waardoor van enig leven in de bodem totaal geen sprake meer is. (5)

Ontginning
Op het laatst kwam er nog een kritische vraag uit de zaal van een mevrouw, maar ook zij werd het bos in gestuurd. . Zij vroeg hoe het kan dat er bij de grootschalige ontginning van de Achterhoek, nog pas zo’n zeventig jaar geleden géén ernstige droogteproblemen zijn opgetreden. Pieper antwoordde dat je niet terug kon in de tijd en dat er nu 18 miljoen mensen in ons land zijn en die moeten allemaal gevoed worden. Ook achtte hij het niet verstandig terug te keren naar de moerassige situatie, zoals die toen hier bestond, alleen al vanwege het gevaar voor de terugkeer van de malariamug. (die pas in 1955 uit ons land is verdwenen, zo zei hij nu - in het genoemde Trouw-artikel was het nog 1970). Hoe kijkt het Waterschap dan aan tegen de natte natuur-2000 gebieden, vooral rond Winterswijk?, zo vraag ik mij af.
Jammer, én illustratief, dat dijkgraaf Pieper de boeren zo uit de wind heeft gehouden deze avond. Wel heeft hij de gewone consument bekritiseerd, want - zo vertelde hij - elke keer dat Vitens bij hitte en droogte een dringende oproep doet om zuinig met water om te gaan, vliegt het gebruik omhoog, men moet dan zonodig nog gauw weer een zwembad(je) vullen.
Tenslotte, ook onze directe oosterburen werden door hem in kritische zin genoemd. Ons (water)stroomgebied loopt door tot in Duitsland en het water dat deze kant op stroomt, is vervuild met nutriënten, die er hier worden uitgehaald zodat het weer schoon de Achterhoek kan verlaten. Ach, prachtig toch? Maar wat is zijn kritische waarneming selectief, want voor wat betreft de tamelijk nefaste rol van de landbouw in ons land op het terrein van onze waterhuishouding, weet onze dijkgraaf kennelijk van de prins geen kwaad.

Jan P. Mudde
Dinxperlo

Bronnen:
1. Volkskrant, 6 aug. 2020, Met zuivel en vlees exporteren wij ook ons schaarse grondwater.
2. Verdroging van de Nederlandse natuur: bijna een halve eeuw goed onderzoek en falende politiek, J.P.M. WITTE, R. VAN EK, J. RUNHAAR EN G.A.P.H. VAN DEN EERTWEGH, in Stromingen, 2020, nr. 2.
3. Trouw, 5 juni 2020, Grondwater geplunderd, natuur heeft het nakijken, blz. 35.
4. Volkskrant, 11 juli 2020, Natuurlijk nat.
5. www.wur.nl/nl/Dossiers/dossier/Glyfosaat-1.htm