Afbeelding

Marleen hoopt dat een feestje in de tuin eeuwig bijzonder blijft

Daar zitten we dan. Ik en mijn beste vrienden. Aan de picknicktafel met teveel bier en zoete witte wijn. 15 liter voor drie mannen en vier flessen voor de dames. We proosten. En nog een keer. En nogmaals. Het houdt niet op.

Tekst en foto's: Marleen Hoftijzer

“Goh, het lijkt wel alsof we een jaar binnen hebben gezeten!”, grap ik met een grote grijns op mijn gezicht. De muziek staat hard en we dansen de hele nacht door. Gewoon in iemands tuin. Meer hebben we niet nodig. Het feestje loopt volledig uit de hand. Met katers die wel twee dagen aanhouden. En toch, dit was één van mijn beste feestjes ooit.

Ja ik weet het. Een illegaal feestje. Het mag niet. Schiet me maar af. Sleep me voor de rechter. De corona cijfers zijn nog steeds te hoog. Ziekenhuizen liggen nog te vol. Kortom, wij jongeren maken het alleen maar erger.

Maar tegelijkertijd zie ik ook een andere realiteit. Het kan zo niet langer. De rek is eruit. Ik zie het bij veel mensen om me heen. Moeders die twee uur lang over de boodschappen doet, om de Aaltense roddels aan te horen. Achterhoekse jongeren die stiekem naar ’t hok vluchten om kratten Grolsch weg te tikken. Het testevent van de Zwarte Cross; ook al binnen tien minuten uitverkocht.

Iedereen wil terug. Terug naar z’n vrienden, naar oma’s en opa’s en naar die simpele praatjes bij het koffiezetapparaat. Het einde komt in zicht. We struinen het internet af naar de mooiste vakantiebestemmingen. Bruiloften worden weer geboekt en de agenda’s raken weer gevuld.

Normaal gesproken leef ik erg bij de dag. Gewoon op reis gaan, aanbellen bij locals en maar zien waar je uitkomt. Maar jeetje, wat zou ik op dit moment graag in een magisch bol willen kijken en zien hoe de wereld er volgend jaar bij staat. Wat zullen we hebben meegenomen van deze pandemie? Genieten we nog steeds van een potje rummikub, het zelf bakken van een zuurdesembrood of een avondje punniken?

Eerlijk gezegd, ben ik bang dat we ons oude leventje razendsnel hebben opgepakt. Dat we om zeven uur ’s ochtends weer geïrriteerd in files staan. En agenda’s overvol zijn gepland.

Maar ik hoop dat ik ernaast zit. Het zou toch mooi zijn als m’n moeder blijft uitkijken naar het halen van boodschappen en de supermarkt zijn sociale functie behoudt. En bovenal: dat een simpel drankje bij vrienden in de tuin, eeuwig bijzonder blijft.

Afbeelding