Ton Schoorlemmer bij een schilderij. Een tafereeltje van Aalten, De Haart. Foto: Karin Stronks
Ton Schoorlemmer bij een schilderij. Een tafereeltje van Aalten, De Haart. Foto: Karin Stronks

'Leven en dood, maar ook landschappen zijn een inspiratiebron'

Uit de kunst met: Ton Schoorlemmer

Door Karin Stronks

AALTEN - In Aalten en omstreken zijn veel kunstenaars actief, zij zijn net zo divers als de kunstwerken die ze produceren. In de rubriek ‘Uit de kunst met…’ komen kunstenaars aan het woord. Deze keer zijn we in Brummen op bezoek bij oud-Aaltenaar Ton Schoorlemmer (77). Hij vertelt hier zijn verhaal.

Met pijn in het hart is Ton met zijn vrouw verhuisd van De Haart, Lieversdijk, naar Brummen. “Om wat centraler te wonen, zodat we niet zo ver hoeven te reizen naar onze kinderen en kleinkinderen”, legt hij uit. Hij vervolgt: “Ik ben nog wel vrijwilliger bij de Koppelkerk, verzorg rondleidingen. Momenteel niet natuurlijk vanwege de coronaregels. De Koppelkerk bestaat vijf jaar, ik was vanaf het begin erbij betrokken.”

Hij haalt de herinnering op: “Ik was op zoek naar expositieruimte, na een paar mogelijkheden te hebben bekeken kwam ik door een tip bij de Koppelkerk, de voormalige gereformeerde kerk van Bredevoort, terecht. De kerk was gestript, er zouden woningen worden gerealiseerd. Dat ging toen niet door en het idee ontstond om er een culturele bestemming aan te geven.” Ton zegt niet zonder trots: “En moet je nu eens kijken, in 2019 zijn in de Koppelkerk 20 000 bezoekers geweest, we zijn erin geslaagd om hoogstaande exposities, poëzie, muziek en lezingen bij elkaar te brengen, vanuit oost Nederland zelfs vertegenwoordigd bij de VPRO.” Daarnaast is Ton initiatiefnemer van de Kunstroute in Aalten en Bocholt.

Als jongetje is hij wars van tekenen en kunst. Hij glimlacht: “Ik was niet goed in tekenen! Als we dat vak hadden zorgde ik ervoor dat ik met de absentielijst rond mocht gaan. Later op de kweekschool werd mijn interesse voor de creatieve kant gewekt door de inspirerende lessen van de tekenleraar Henry Liesker, we kregen kunstgeschiedenis en we werkten veel buiten.” Ton brengt een boekje uit waarin twee tijdvakken worden belicht, de periode 2010 – 2020 en 1960 – 1980. Hij legt uit: “In de laatste tien jaar ligt het accent veelal op het thema dood, de periode 1960 – 1980 ben ik vooral bezig geweest met het afrekenen met mijn katholieke jeugd.”

In de hippie-tijd houdt Ton zich bezig met experimenteel theater. Hij weet nog goed: “Samen met popgroep Super Sister ging ik op pad, de band maakte muziek en ik zorgde voor interactie met het publiek. Ja, ik was erg actief als hippie! Door het voordragen van gedichten, bepaalde rituelen, processies zocht ik contact met het publiek, ik wilde de spelende mens! Tot het gebruik van drugs zoals hasj toenam en daardoor de actieve interactie afnam. Mensen werden domweg sloom… Er ontstond een soort subcultuur, toen ben ik eruit gestapt.”

Tekenen, schilderen en poëzie hebben daarna altijd zijn belangstelling gehad. Hij volgt cursussen, houdt zich bezig met diverse technieken zoals zeefdrukken maken, aquarelleren, krijttekenen. Zijn tekeningen en schilderijen vertellen een verhaal. Zijn werk is onder andere te zien tijdens Septemberkunst en in de Koppelkerk. Leven en dood spelen een grote rol in zijn kunstwerken, zowel in zijn schilderwerk als in zijn teksten. Hij vertelt: “Maar ook landschappen zijn een inspiratiebron. Dit schilderij is een tafereeltje van De Haart, Aalten. Ik vertoef ook graag langs de IJssel bij het pontje met mijn schildersezel, penselen en een doek.”