Kleine wereld

Op mijn fietstochten door de Oost-Achterhoek raak ik regelmatig in gesprek met een andere fietser of wandelaar. Fietsen is een aangename bezigheid, maar na 20 kilometer moet ik altijd even afstappen. Ik strek dan mijn benen en loop heen en weer. De laatste keer gebeurde dat toevallig bij een oude boerderij omzoomd door bomen aan een zandweg. Op een bankje ervoor zat een oude man.

We groetten elkaar en hij nodigde me uit naast hem op het bankje te gaan zitten. “Wel op voldoende afstand”, zei hij, “Vanwege mijn leeftijd ben ik voorzichtig.” Hij vroeg of ik op zoek was naar een bankje. “Dan kun je net zo goed over mijn bankje een verhaal schrijven.” Ik vertelde dat ik dit keer zomaar aan het fietsen was, maar dat er vast nog wel een gelegenheid kwam.

“Alles wat je vanaf dit bankje kunt zien”, zei hij, “Is mijn wereld. Daarbuiten kom ik nooit meer.” Ik vroeg of dat altijd zo was geweest. “In mijn jeugd ging ik naar de school in het dorp, maar toen dat niet meer nodig was hielp ik mijn ouders op de boerderij, totdat mijn vader onverwacht stierf.” Hij heeft het boerenbedrijf daarna zolang zijn moeder leefde voortgezet. “Zij leefde gelukkig nog vele jaren. Toen zij op een mooie leeftijd stierf vond ik het mooi geweest.” Vee en landbouwgrond werden verkocht. Sindsdien was alleen de boerderij en de directe omgeving zijn wereld.

Hij had nooit behoefte gehad veel van de wijdere omgeving te zien. Het was al weer tien jaar geleden dat hij in Aalten was geweest om naar de dokter te gaan. Boodschappen liet hij bezorgen. “Denk niet dat ik wereldvreemd ben. Ik heb een krant en een radio. Op de televisie kan ik beelden uit de hele wereld ontvangen. Ik weet wat er gebeurt en ik verbaas me vaak. Elke keer denk ik dan: blij dat ik hier ben en nergens naar toe moet.” Hij begreep niet veel van mensen die zelfs in deze tijd naar landen willen, waar je beter weg kunt blijven.

“Ik hoor nergens bij”, zei hij, “Daar word ik heel rustig van. Ik houd niet van voetbal, zodat ik geen supporter van de Graafschap hoef te zijn. Ik houd niet van grote menigten, zodat ik nog nooit op de Zwarte Cross ben geweest. Er hangt hier geen Achterhoekvlag, omdat ik die foeilelijk vind en van die nieuwe Achterhoek omroep Stamppot word ik geen lid.” Waarom hij dit noemde, wilde ik weten. “Omdat ik lees dat je dit allemaal moet doen om een echte Achterhoeker te zijn. Dan ben ik er maar niet een, ook al ben ik nooit ergens anders geweest.” Hij stond op. “Zo, en nu ben ik toe aan een korte wandeling in mijn kleine wereld, waarin ik volmaakt gelukkig ben. Dat kan ook zonder onderdeel te zijn van een van de vele groepen.