Eenzijdig, betuttelend en bangmakend

Ik merk dat er in het debat weinig ruimte is voor een ander geluid over de coronacrisis. Op zich vind ik dat niet zo vreemd. Er is een crisis en dan moeten we handelen, duidelijk zijn en saamhorig zijn. Het is ook best knap hoe snel velen zich hebben aangepast aan de een volstrekt nieuwe en extreme situatie. Nu de crisis 'bezworen' is, lijkt het me tijd om eens terug te kijken.

Anton Stapelkamp doet daar in zijn wekelijkse bericht ook een oproep om. Ondanks de versoepeling merk ik dat de discussie veelal dezelfde toon blijft houden. We moeten voorzichtig zijn, het gevaar van een tweede golf, eerst een vaccin en dan kan alles weer en we moeten maar wennen aan het nieuwe normaal. Hierbij worden andersdenkenden door de reguliere media weggezet als antivaxxers, gekkies, complotdenkers, rechts-extremisten en links-intellectuelen.

Een andere opvatting over corona en de aanpak wordt als bedreigend ervaren. “U wil toch ook niet de ziekte of zelfs de dood van medemensen op u geweten hebben? Zo is het toch? Ik reken op uw medewerking”, aldus Rutte en Stapelkamp. In werkelijkheid is de kans om te sterven aan corona voor het grootste deel van de bevolking veel kleiner dan de kans om te sterven aan een verkeersongeval. Ik zal als ik in de auto stap aan de woorden van Rutte en Stapelkamp denken… Ik breng mijn eigen leven en dat van anderen in gevaar! Toch maar thuisblijven.

Wat me naast de eenzijdigheid steekt is de betutteling en bangmakerij die in de woorden klinkt van onze gezagdragers en onze media. Ik snap heel goed dat we in een bijzondere situatie zitten (zaten) die we niet helemaal kunnen (konden) overzien. Dat we dan snel maatregelen treffen kan ook rekenen op mijn begrip. In een crisissituatie kun je immers niet blijven dralen en polderen. Ik hou me dan zelf ook keurig aan de voorgeschreven maatregelen. Maar laat de boodschap dan zijn: we weten niet precies wat het gevaar is, maar we nemen voor nu het zekere voor het onzekere. In plaats daarvan wordt er gepraat in dreigende taal en oorlogstaal: coronaslachtoffers, strijd tegen corona, helden, elke dode is er één te veel etc.

Ik voel me hier als inwoner niet serieus genomen. Blijkbaar moet ik bang gemaakt worden om het juiste gedrag te vertonen.

Beste Burgemeester, ik kan zelf nadenken en keuzes maken. Volgens mij is het nu tijd om de zaken nuchter te bekijken en vragen te stellen. Hebben de maatregelen geholpen om het aantal besmettingen, zieken en doden terug te dringen? Wat was ook alweer het doel van de maatregelen? (zorgen dat de Ic’s niet overbelast raken volgens mij), Wat zijn de nadelige gevolgen van de maatregelen? Wat is een slimme manier om nu verder te gaan? Ik heb zelf ook niet het antwoord op deze vragen. Ik denk wel dat we er goed aan doen om alle meningen en inzichten (ook de extreme) hierin te betrekken om tot antwoorden en oplossingen te komen.


Henk-Jan Veldboom


Coronatijd met een verstandelijke beperking

In Aalten Vooruit van dinsdag 9 juni 2020 vraagt burgemeester Anton Stapelkamp om de pen te pakken of achter de pc te kruipen en te vertellen wat voor ons de lessen zijn van de coronacrisis. Er zijn mensen in onze samenleving, die dat niet kunnen - de pen pakken en achter de pc kruipen – omdat ze een ernstige verstandelijke beperking hebben. Zij hebben vaak zelfs geen woorden om te vertellen, hoe zij zich voelen onder de coronamaatregelen. Daarom wil ik proberen in woorden te vatten, wat zij vaak op een andere manier duidelijk maken.

Voorop staat dat ik in zijn algemeenheid kan zeggen, dat ik blij ben met de manier waarop onze regering zich heeft opgesteld in deze crisistijd en de maatregelen, die ze genomen heeft. Achteraf kan worden aangewezen, wat beter en anders had gemoeten. Dat wil ik dan ook doen met het oog op mensen met een ernstige verstandelijke beperking.

In de loop van de maanden hebben zij met de middelen, die zij ter beschikking hebben, duidelijk gemaakt, dat een anderhalve-meter-samenleving voor hen te ingewikkeld is en onwenselijk. Wat in de toekomst ook nooit meer mag gebeuren is, dat ze geen bezoek van familie meer mogen ontvangen, en dat ze zelf niet meer op bezoek mogen gaan. Zeker voor mensen met een zware beperking is beeldbellen geen optie en ook niet het ontvangen van bezoek achter glas. Zij laten merken, dat in de ontmoeting van mensen alle vijf zintuigen van wezenlijk belang zijn: zien, horen, ruiken, proeven en voelen.

De middelen, die zij hebben om hun onvrede kenbaar te maken, zijn onder andere het weigeren van eten, kapot scheuren van eigen kleding, agressief gedrag, zich terugtrekken in zichzelf...

Hoe weinig zij snappen van de maatregelen, werd duidelijk toen bij iemand voor het eerst na lange tijd weer familie op bezoek mocht komen, maar dan wel met een mondkapje op. Allereerste reactie was, toen de herkenning er eenmaal was: ‘Pijn in de mond?’ Wat onze premier ‘de intelligente lockdown’ noemde, is voor mensen met een verstandelijke beperking niets minder dan een wrede maatregel. Voor velen van hen is het einde van de ellende nog niet in zicht, want het kost hen nu eenmaal veel tijd om de rust weer te vinden met de nodige wijsheid en veel geduld van de leiding.

Zelf ben ik blij, dat alle mensen, die werken in de zorg, door de coronacrisis eindelijk de waardering krijgen, die ze verdienen. Gelukkig zijn er nu ook initiatieven om een einde te maken aan alle bureaucratische rompslomp, waar de mensen op de werkvloer mee te maken hebben. Ik hoop dat deze laatste groep en de belangenbehartigers/familie betrokken worden bij een grondige evaluatie van de voor mensen met een beperking zo wrede maatregel.


Met een vriendelijke groet, Gerhard ter Maat
(auteur van: ‘Mijn zus mag er zijn, over God, de verstandelijke beperkte mens en de samenleving’; Uitgeverij Fagus, IJzerlo, 2020)