Een eenvoudig, onopvallend bankje. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Een eenvoudig, onopvallend bankje. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Aan de rand van een aardappelakker

Eigenlijk was ik op weg naar een bankje in Lintelo. Maar terwijl ik door Barlo en Dale fietste, viel mijn oog op een eenvoudig bankje. Het viel nauwelijks op, want het had geen rugleuning en werd deels aan het gezicht ontschoten door de vegetatie. Twee planken op twee staanders, die kraakten toen ik er op ging zitten, dat was alles.

Het bankje bevindt zich aan het begin van de Bruninkweg en kijkt over de hoogvlakte, die van Aalten naar Dale loopt. In de verte zie ik de watertoren staan. De vlakte is ontstaan dankzij de derde ijstijd en daarna bedekt met zand. Op de hogere gronden vestigden zich de eerste bewoners en starten met landbouw. Hier liggen nu nog de voedselrijke esgronden, waardoor ook wel wordt gesproken over een essengordel die zich over vele kilometers uitstrekt met aan de randen duidelijke hoogteverschillen. Op de plek waar ik zit is het ruim 32 boven N.A.P. Als ik de Bruninkweg zou volgen daal ik af naar 21 meter. Vergeleken met bergstreken zijn het kleine hoogteverschillen, hier zijn ze opvallend.

Die Bruninkweg heeft het karakter van een holle weg. Het betekent niet anders dan dat aan beide kanten van de weg steile gedeelten liggen. Zo’n weg kan zijn ontstaan door uitspoeling van regenwater, zodat een geultje een geul werd en uiteindelijk plek had voor een weg. Het begin van zo’n weg kan ook een veel gebruikt karrespoor of voetpad zijn geweest. Wat je er in ieder geval voor nodig hebt zijn hoogteverschillen, waardoor het afstromende regenwater sneller voor erosie zorgt. In Barlo en Dale zijn meer van die holle wegen aan te treffen. Het kan zijn dat de mens een handje heeft geholpen en een deel van de weg zelf heeft gegraven.

Die holle wegen, die op meer plekken langs deze hoogvlakte liggen, maken het gebied afwisselender. Het uitzicht vanaf het bankje is echter vooral saai. Veel intensief gebruikte graslanden, achter me aardappels en in de verte nog een graanakker. Daartussen bomen die wijzen op een weg die er loopt. Zoveel openheid en saaiheid komt niet vaak voor in het kleinschalige landschap. De bermen hier hebben ook al weinig te bieden. Ze zijn soms haast niet van het aangrenzende grasland te onderscheiden. Pas na enig turen zie ik dat naast de grasvlakte voor me een 30 centimeter brede strook ligt met enkele van de planten zoals phacelia en gele mosterd, die ik onderweg al over grotere oppervlakten zag. Het is echter wel de bedoeling die rand, en dan breder, in het landbouwperceel te leggen en niet in de gemeentelijke berm.

Holle weg in Aalten. Foto: Bernhard Harfsterkamp