Oranjetipje

Het is moeilijk voorstelbaar, maar 30 jaar geleden had ik nog nooit een oranjetipje gezien. Ik liep toen al geruime tijd rond in de Oost-Achterhoek, maar dat witte vlindertje met de oranje vleugelpunten had zich voor mij altijd verborgen weten te houden. Dat was geen bewuste keuze van deze voorjaarsvlinder, mijn blik wilde maar niet op hem vallen.

Achteraf denk ik dat het onmogelijk moet zijn geweest om niet eens een oranjetipje te zien. In april en mei, wanneer deze soort rond vliegt, liep ik vaak genoeg langs pinksterbloemen en look-zonder-look, de favoriete planten van deze vlinder. Daar moet er toch af en toe één op hebben gezeten. Toch zag ik ze niet. Blijkbaar was mijn interesse zo eenzijdig op planten gericht, dat al het andere me ontging.

Oh, ik zag wel eens wat voorbij fladderen, maar hoe het er uit zag drong niet tot me door. Tegenwoordig wil ik graag de naam weten van alles dat in de natuur tegen kom, toen was dat nog niet zo. Die omslag kwam 30 jaar geleden. Ik ging over natuur schrijven in een krant en vond dat ik ook moest vertellen over lieveheersbeestje, kruisspin, huismus, veldmuis en groene kikker. Maar pas nadat ik ze gezien en bestudeerd had.

Zo kwam op een dag ook het oranjetipje voorbij. Omdat het een gemakkelijk herkenbare vlinder is, werd er een landelijke telling van oranjetipjes georganiseerd. Ik moedigde de lezers van de krant mee te doen en deed dat zelf ook. Opeens keek ik tijdens een natuurwandeling niet alleen meer naar planten, maar lette ik op vlinders. Weldra zag ik mijn eerste oranjetipje en daarna ben ik ze altijd blijven zien.

Het is niet erg om natuur en landschap alleen als een groen decor te zien, waarin gewandeld, gefietst, gepicknickt en gesport kan worden. Het is niet erg om in flink tempo door de natuur te snellen. Maar overweeg de langzame methode eens. Loop op je dooie gemak twee uur door een favoriet natuurgebied. Sta regelmatig stil, kijk, luister en ga af en toe ergens zitten. Opeens zie je veel meer. Voel je niet bezwaard, wanneer aan het einde van de wandeling blijkt dat je nog niet eens drie kilometer hebt gelopen. Maar je hebt wel veel gezien.

Door beter te kijken en er de tijd voor te nemen ben ik meer planten en dieren gaan zien. Omdat ik mezelf ook in deze tijd dagelijks een uurtje uitlaat, let ik nu vooral op het oranjetipje en andere vlinders. Ik zie ze overal. Hoewel er nu geen landelijke telling is, roep ik iedereen op in de komende weken in de tuin of tijdens dat tochtje buiten op het oranjetipje te letten. Het hoeft nergens gemeld te worden, doe het voor je eigen plezier.