Zo zag 't Walfort er uit toen Kor Kremer er woonde met zijn ouders.  Foto: eigen foto
Zo zag 't Walfort er uit toen Kor Kremer er woonde met zijn ouders. Foto: eigen foto Foto:

Kor Kremer: 'Ik heb tijdens de oorlog een prettige tijd gehad'

In het kader van 75 jaar bevrijding Aalten brengt deze krant een aantal verhalen waarin inwoners van Aalten vertellen over wat ze, uiteraard als kind, hebben meegemaakt tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog voor Nederland op 10 mei 1940, de daaropvolgende Duitse bezetting en de bevrijding van Aalten aan het einde van maart 1945. In het eerste verhaal van deze korte serie vertelt Kor Kremer (83) over zijn belevenissen tijdens de vijf oorlogsjaren. ''Ik heb tijdens de oorlog een prettige tijd gehad.''

AALTEN – Hij heeft zich terdege voorbereid op het gesprek over wat hij tijdens de oorlog heeft beleefd. Want Kor Kremer, van 15 september 1936, heeft foto's uit de oude doos tevoorschijn gehaald. En hij heeft goed nagedacht over wat hij wil gaan vertellen en dat op een briefje geschreven. ''Daar ben ik tot vannacht een uur mee bezig geweest'', zegt Kremer. Maar hij kan voor aanvang van het interview het briefje niet meer vinden en wordt dus gedwongen om het uit zijn hoofd te doen. Dat blijkt absoluut geen probleem, want Kremer vertelt een bijzonder leuk en interessant verhaal.

Door Bart Kraan

Kremer is drie en een half jaar als hij met zijn vader, moeder en oudere zus Ria van het Groningse Uithuizen naar Aalten verhuist. Zijn vader heeft in hun nieuwe woonplaats een baan als badmeester van zwembad 't Walfort gekregen. ''Mijn moeder werd er badjuffrouw en later chef-badmeester, ze heeft tot 1972 in 't Walfort gewerkt'', vertelt Kremer. ''We kwamen te wonen in een gebouw bij het zwembad dat eerst als restaurant heeft gefungeerd. Voor kinderen was het een ideale locatie. Er was een speeltuin bij, dus we konden lekker spelen. En het zwembad was voor anderen open van 15 mei tot 15 september, maar wij konden er ook op dagen terecht dat het bad officieel gesloten was. Dat restaurant had in de Eerste Wereldoorlog aan de grens gestaan en beschikte over twee cellen. Mijn zus lustte geen pap. Als ze dat niet wilde eten, werd ze met bordje pap in een van de cellen gezet.''

Van de Duitse inval op 10 mei 1940 kan Kremer zich niets meer herinneren, maar hij weet nog heel goed dat vlak daarna Duitse militairen bij het gezin worden ingekwartierd. ''Het waren zes man, ze konden heel goed zingen. Vooral hun kerstliederen klonken zeer mooi. Het waren heel aardige mensen, ik heb nooit problemen met hen gehad, met geen enkele Duitser trouwens.''
Vanwege de inkwartiering maakt het gezin Kremer 's nachts gebruik van een gebouwtje naast de kleedhokjes. Daar moest zoonlief op de grond slapen. ''Maar dat vond ik niet erg'', vertelt Kremer, die zich nog goed kan herinneren dat de Duitsers wel graag gingen zwemmen. ''Later kwam er op het strand of het grasveld nog een sauna voor de Duitsers. Mijn vader moest de ketels opstoken. Vanuit die sauna renden ze in hun blote kont het water in. Als ze gingen zwemmen, maakten ze gebruik van eigen kleedhokjes met het opschrift 'Deutsche Wehrmacht'.''

'Bij de

bevrijding

zakte een

Britse tank

door de brug'


Ondanks de aanwezigheid van de Duitsers kan Kor Kremer gebruik blijven maken van de faciliteiten van 't Walfort. ''Ik heb er de hele oorlog lekker kunnen spelen. In de winter konden we schaatsen op het zwembad. We moesten eerst wel even kijken of het ijs dik genoeg was. Van de gemeente moest dat tien centimeter zijn. Er was ook nog een baan rond het zwembad. We konden eigenlijk altijd wel doen en laten wat we zelf wilden. Alleen konden we niet reizen. Dat was wel jammer, want daarom heb ik tijdens de oorlog mijn beide opa's en mijn oma's, die in Uithuizen woonden, maar een of twee keer gezien.''

Als Kremer vijf jaar oud is, gaat hij in Aalten naar school, eerst naar de kleuterschool die in het toenmalige Patrimonium is gevestigd, daarna naar de Groen van de Prinstererschool. ''Maar tijdens de winters hoefden we niet altijd naar school. Soms was het veel te koud, want de school kreeg geen kolen om te stoken'', vertelt Kremer die daar van juffrouw Van de Riet bijles in kreeg in Nederlandse taal. ''Samen met andere jongens die ook nog niet goed waren in taal.''

Aanvankelijk is er nog geen sprake van werkelijk gevaar. Maar naarmate de oorlog vordert, wordt de dreiging, onder meer van geallieerde bommenwerpers, groter en wordt besloten schuilkelders aan te leggen. ''Eerst waren er nog geen schuilkelders. Als er bommenwerpers overkwamen, moesten we naar de ruimte voor de kassiers in het poortgebouw rennen, een afstand van tweehonderd of driehonderd meter. Als we aankwamen, zaten er al bewoners van huizen aan het Dennenoord in. Een keer had een vrouw het in haar broek gedaan, dat stonk enorm. Later, in 1943 of 1944, kwamen er schuilkelders, twee aan het Dennenoord, een bij het voormalige restaurant bij het zwembad.''

'Het zwembad

is een keer

gebombar-

deerd'

Het zwembad is een keer, volgens Kremer onbedoeld, gebombardeerd. ''Dat was in 1944. Er kwamen toen zes bommen op vijftig of zestig meter van ons huis neer. Ik denk dat die afkomstig waren van een vliegtuig dat boven Duitsland haar doel niet kon vinden en ze op de vlucht terug heeft geloosd'', aldus Kremer, die met zijn vader, moeder en zus daarna twee weken op de boerderij van Somsen in de Haart heeft gelogeerd. ''Dat wilde mijn vader naar aanleiding van dat bombardement. Toen we terugkwamen, was ons huis leeggestolen. Of door Duitsers die op de terugtocht waren of door anderen. Er waren genoeg mensen die het niet zo nauw met de regels namen.''
Na de operatie Market Garden in september 1944, waarbij de eerste Britse luchtlandingsdivisie bij Arnhem werd verslagen, komen er mitrailleursnesten op de hoeken van het zwembad. En wordt er ook met machinegeweren geoefend, waarbij ook scherpe munitie wordt gebruikt. ''Dan gingen ze op de kruising (Bredevoortsestraatweg en tegenwoordige Hamelandroute, BK) staan en schoten ze op de wal rond het zwembad. 'Heute wird mit scharf geschossen, sie werden gebeten zu Hause zu bleiben', kregen we dan te horen. Volgens mij zit er nog steeds verschoten munitie in de wal, zoals er ook nog blindgangers (niet ontplofte bommen, BK) in de grond zouden liggen.''

De bevrijding komt eind maart 1945 als eenheden van de Grenadier Guards en de Irish Guards vanuit Duitsland de Achterhoek binnentrekken en de aanwezige Duitse eenheden verdrijven. De gevechten bij Aalten kosten diverse Nederlanders en Britse militairen het leven. Kremer kan zich nog goed herinneren hoe hij hoort dat de bevrijders komen. ''Je hoorde vooraf gerommel van materiaal, de boeren riepen: 'Ze komen eraan'. Een van de Britse tanks zakte door een brug, die tank was te zwaar voor die brug. Er moest een andere tank aan te pas komen om de weggezakte tank eruit te krijgen. De boerderijen van Doornink en Westerveld werden in brand geschoten'', aldus Kremer, die met zijn familie na het einde van de gevechten nu Britse soldaten gebruik ziet maken van 't Walfort. ''Op het voorterrein stonden voertuigen, sommige met boten, en kranen met prikkeldraad.''

Een aantal Britse soldaten draagt opvallende tatoeages. ''Ze gingen ook graag achter de vrouwen aan. Wat dat betreft, kon je beter met Duitsers te maken hebben, die gedroegen zich beter'', vertelt Kremer, die graag gebruik maakt van de diensten van motorrijders van de bevrijders. ''Als er een richting de poort reed, vroeg ik hem: 'May I ride with you?' Dan nam hij me mee tot de poort. Als er dan een terugkwam, reed ik met hem achterop de Harley Davidson terug naar ons huis.''
Na de bevrijding zou het grootste gevaar geweken moeten zijn. Maar juist dan ontsnapt Kremer na het vinden van een Engelse handgranaat aan een ernstige verwonding. ''Ik trok de pin eruit, waarna dat ding begon te sissen. Toen heb ik hem weggegooid. Toen hij ontplofte, ontstond een kommetje in het zand. Ik heb toen wel geluk gehad.''

In 1969

werd Kremer

badmeester

op 't Walfort


Daarna herneemt voor Kremer het leven zijn normale gang. Hij trouwt, eerst met Joke Wesselink met wie hij een dochter krijgt. Na van haar gescheiden te zijn, treedt hij in het huwelijk met Janette Buesink met wie hij vier dochters krijgt. Hij werkt bij diverse werkgevers, waarna hij in 1969 terugkeert op vertrouwde grond. Want in dat jaar wordt hij badmeester op 't Walfort, later gaat hij ook aan de slag in het overdekte zwembad Zonneheuvel. Als hij terugkeert op 't Walfort, is daar vrijwel niets veranderd in vergelijking met de jaren veertig. Nu is dat wel anders. ''Het voormalige restaurant is drie jaar geleden gesloopt. Jammer.''

Kor Kremer. Foto: Bart Kraan