HANLO

De man die mij kwam helpen toen mijn auto in de Ardennen was vastgelopen, nodigde me uit in zijn huis te komen slapen. Dat was een genereus gebaar. Het huis was somber en niet uitnodigend, de huisgenoten waren er kennelijk aan gewend dat er vreemden kwamen logeren. Ze knikten me toe en zeiden niets. Ook aan tafel praatten ze alleen met elkaar. Ik sliep in een zolderkamer waar een vleermuis hing die mij niet goed gezind was. Ik zette de deur open en nodigde hem met een kameraadschappelijk gebaar uit in een ander deel van de zolder te gaan vliegen. Hij ging er niet op in, ik was de nieuwkomer, ik moest me aanpassen. Dat leek me redelijk, ik sloot de deur. Omdat ik geen pyjama bij me had hield ik mijn kleren aan. Ik sliep goed, maar de vleermuis was de volgende dag gevlogen, ik zag hem nergens meer. Omdat mijn auto erg stuk was, moest ik nog enige dagen blijven logeren. Ik maakte wandelingen in de omgeving die net zo somber was als het huis. Er werd veel hout gezaagd en ik ontmoette een vrouw van middelbare leeftijd die een grote hond aan de lijn hield, maar ook graag een praatje met mij maakte. Ik vertrouwde de hond niet, maar kon het praatje niet weigeren, ik was tenslotte gast in een vreemd land. Ze vroeg uit welk land ik kwam, ik antwoordde: Australië. Dat was de waarheid, ik was in Australië geboren uit geëmigreerde Nederlandse ouders, maar ik woonde alweer geruime tijd in Europa, waar ik auto's verkocht van het merk dat mij daar in de Ardennen in de steek gelaten had. De vrouw vroeg me of ik de gedichten van Jan Hanlo kende. Ik moest ontkennen, ik lees nooit gedichten, ik verkoop auto's. Ze haalde haar tas tevoorschijn en zocht een toegankelijk gedicht dat ze op gedragen toon in de Ardennen liet horen.

                De de het

        De krant is mijn geestelijk voedsel
        de cineac verzorgt mijn eruditie
        het straatslijpen is mijn gymnastiek
        de trem mijn toerisme en de
        optocht van Sinterklaas mijn drama
        de regen mijn zorgenkind
        het straatverkeer mijn integratie
        de klok mijn hersens
        en het bed mijn beste vriend

Ik vond het ontroerend dat deze Belgische vrouw voelde dat ik als vastgelopen vreemdeling
geholpen moest worden met een gedicht van een Nederlandse dichter. En ook tegenover de hond voelde ik me nu ontspannen.