Jan Tolkamp als achttienjarige. Foto: collectie familie Tolkamp
Jan Tolkamp als achttienjarige. Foto: collectie familie Tolkamp Foto:

Bijzondere tentoonstelling over kerkenrazzia geopend

Verhaal over slachtoffers steeds completer

door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – Op donderdag 5 september werd de tentoonstelling over de razzia van de kerken geopend. De Duitse bezetter voerde op 30 januari 1944 48 jonge mannen weg, die op zondagmorgen een kerkdienst bijwoonden in de Westerkerk en de Christelijk Gereformeerde kerk. In de tentoonstelling worden de verhalen verteld van de slachtoffers. Wie waren zij, hebben zij de Tweede Wereldoorlog overleefd en hoe heeft de ingrijpende gebeurtenis hun leven bepaald?

Dankzij het werk van Louis Veldhuis en andere verhalenvangers is veel meer bekend geworden over de 48 mannen. Zelfs nabestaanden weten door dat werk nu meer over wat hun familielid is overkomen. Zo heeft Teus Stahlie pas door de voorbereidende werkzaamheden voor de tentoonstelling vernomen hoe zijn oom Jan Stahlie is gestorven. De door de Duitsers opgepakte jonge mannen werden eerst naar de gevangeniskoepel in Arnhem en daarna naar kamp Amersfoort gebracht. De mannen werden daarna te werk gesteld bij boeren en in fabrieken in Duitsland, maar een aantal kwam ook in concentratiekampen terecht. Jan Stahlie kwam uit Rotterdam en dook samen met enkele andere jongens onder in de Achterhoek, omdat hij niet te werk wilde worden gesteld in Duitsland. "Omdat het daar relatief veilig was", zegt Teus Stahlie, "hebben de jongens in een overmoedige bui gemeend dat ze zondags wel een kerkdienst konden bijwonen."

Opschrijven verhaal
Jan Stahlie kwam in kamp Neuengamme terecht. Bij werkzaamheden aan tankvallen aan de Deense grens werd hij ziek. Terug in het kamp knapte hij weer enigszins op. "Na kerst 1944 werd hij toch weer aan het werk gezet", zegt Teus Stahlie, "En daar is hij uitgeput en daarna gestorven." Van de 48 opgepakten overleefden er vier de ontberingen in de Duitse kampen niet. Over de laatste dagen van Stahlie is meer bekend geworden dankzij Jan Tolkamp, die tegelijkertijd met Stahlie in Neuengamme was. "Samen met hem kwam mijn vader in dezelfde ziekenbarak terecht", vertelt Anja Tolkamp, "En daar is Jan Stahlie op het bed van mijn vader overleden." Tolkamp keerde terug naar Aalten, maar toen zijn vrouw onverwacht overleed kreeg hij het moeilijk en "herbeleefde" hij de oorlogstijd. Een dochter van Anja Tolkamp heeft haar vader voor een project op de middelbare school geïnterviewd over zijn belevenissen. "Daarna heeft mijn vader op zijn typemachientje het hele verhaal op papier gezet. Iemand van het museum in Aalten heeft hem toen ook geïnterviewd en zo is het verhaal verder gekomen. Daarna heeft hij zijn verhaal geschonken aan het museum."

Orgel
Ook Ferdi Wouters, de zoon van de opgepakte Ab Wouters, weet pas door de voorbereidingen op de tentoonstelling meer over wat zijn vader is overkomen. "De verhalen die hij vertelde waren minimaal. Wat ik altijd wel heb meegekregen is dat hij zich tijdens de razzia in het orgel heeft verstopt. Maar uiteindelijk is hij toch gepakt. Pas nu weet ik dat hij eerst naar Arnhem en daarna naar Amersfoort is afgevoerd en waar hij in Duistland heeft gezeten." Dankzij de tentoonstelling is over alle 48 mannen die slachtoffer werden van de razzia, veel meer bekend geworden. Hun verhalen kunnen gelezen worden en gaan vergezeld van bijzondere foto's, filmfragmenten en andere documentatie. De tentoonstelling is te zien tot 23 februari in het Nationaal Onderduikmuseum.

De razzia bij een van de kerken. Foto: archief museum