Gekleurd de zomer in
Zaterdag zag ik een man bij een hek staan. Aan de andere kant van het hekwerk lag een bloemenperkje, dat bij het gebouw hoort waarin hij woont. Het perkje wordt niet meer onderhouden door een tuinman, want dat was te duur. Sinds vorig jaar mogen de bewoners zelf in de gezamenlijke tuin aan de slag. Veel is daar niet te doen, want er groeit slechts één bodembedekker. Toch had de man een schoffel in zijn hand.
De schoffel reikte hij over het hek heen, waarna hij ongewenste planten probeerde weg te schoffelen. Vanaf de andere kant van het hek kon hij slechts een deel van het perk bewerken. Ik vroeg hem waarom hij niet midden tussen de begroeiing ging staan en van daaruit zijn belangrijke werk verrichtte. "Dat durf ik niet", zei hij, "Ik ben bang voor teken." Ik probeerde hem gerust te stellen door te zeggen, dat in de lage begroeiing geen teken zullen zitten. "Weet je het zeker?" Ja, ik wist het zeker.
De man geloofde me niet. Hij was er van overtuigd dat elke teek die ernstige ziekte kan veroorzaken. Hij wilde geen enkel risico lopen. Hij ging al jaren niet meer naar het bos. Ik vroeg hem of hij nog wel wandelde en fietste. Ja, dat deed hij graag, maar alleen over wegen en straten zonder bomen en struiken. "Maar daar kun je onder een auto komen en verongelukken." De man schudde met zijn hoofd. "Die kans is klein, maar die enge beesten zitten overal."
Het is jammer dat mensen de natuur niet meer in willen, omdat er een kleine kans is dat ze een ziekte oplopen. Of omdat er een grotere kans is dat ze enig ongemak ondervinden. Zo langzamerhand naderen de maanden, waarin we regelmatig geconfronteerd worden met muggen, blinzen, horzels, wespen en ander volk dat kan prikken, steken en bijten. Gelukkig zijn er methoden om het ongemak te verminderen. Je kunt je tegenwoordig met van alles insmeren tegen elk mogelijk probleem, maar probeer eerst uit of het echt werkt. Ik zelf gebruik de middeltjes niet, want ze stinken.
Daarom was ik blij met de ontdekking van wetenschappers dat zebra's geen last hebben van steekvliegen. Ik wist meteen dat ik zwart-wit gekleurd de zomer zou ingaan. Elke dag wat zwarte en witte schmink aanbrengen op de blote lichaamsdelen moet voldoende zijn. Een blouse met zwarte en witte strepen had ik al. Een broek daarmee is in bestelling. Maar helpt zwart-wit ook tegen al die andere ellendelingen? De komende maanden wil ik dat nauwkeurig onderzoeken.
Daarom ga ik gekleurd de zomer in. Andere engerds zullen zich door andere kleuren laten afschrikken. Om de drie dagen zal ik mijn vinger- en teennagels een andere felle kleur geven. Ook ga ik de zwart-witte strepen afwisselen met alle andere kleuren. De ene dag ga ik groen-oranje door de wereld, de volgende oranje-blauw en de derde dag paars-geel. Of ik ga in regenboogtenue en –kleuren op pad. Zo zal ik proefondervindelijk ondervinden welke kleuren helpen tegen welke stekers en bijters. Ik zal alles zorgvuldig documenteren. Niet om met dit onderzoek een Nobelprijs te winnen, maar om te zorgen dat iedereen weer met plezier de tuin en natuur in kan.