Kleuren in het landschap

Het Oost-Achterhoekse landschap heeft doorgaans niet veel kleur. Het grootste deel van het jaar is de hoofdkleur groen. Binnen dat groen kun je vooral in het voorjaar vele tinten onderscheiden. In lente en herfst vallen ook andere kleuren op. Langzamerhand zijn we in de fase gekomen, waarin er steeds meer wit en geel en soms ook roze opduikt. Bomen en struiken bloeien en in bos en berm bloeien er eindelijk weer planten.

Het mooiste is, wanneer er grotere oppervlakten verschillende kleuren krijgen. Een groen weiland met daarnaast een gele korenakker in de zomer maakt het landschap aantrekkelijker. In april verschijnen de weilanden die door paardenbloemen geel worden gekleurd. Maar momenteel zijn er ook al vele gele percelen te zien. Wanneer ik er met een wazige blik naar kijk vind ik het helemaal niet onaantrekkelijk. Zeker niet als er ook nog tinten van oranje bijkomen. Als ik daarna mijn blik scherper stel komen er toch vraagtekens op.

Veel mensen spreken schande van al die gele weilanden. Het zijn helemaal geen weilanden. Het zijn akkers die een nagewas hebben gekregen. Dat is al een aantal jaren verplicht volgens de Europese regels. De akker mag na de oogst niet braak blijven liggen totdat er een nieuw gewas wordt ingezaaid. Dat nagewas dat ook wel vanggewas wordt genoemd, omdat het meststoffen vangt die anders in het grondwater terecht komen, kan blijkbaar niet zomaar ondergeploegd worden. Eerst moet het met het befaamde glyfosaat, berucht als round-up, behandeld worden. Er wordt gezegd dat daarna het vanggewas gemakkelijker in de bodem omgezet wordt in organische stoffen die de bodem verbeteren.

Nagewassen werden vroeger in de landbouw al toegepast. Na het graan waren er de voederbieten en knollen. Of er werd een groenbemester ingezaaid, zoals mosterd en spurrie. Die werden in het voorjaar zonder de behandeling met het gif ondergeploegd. Blijkbaar kon toen de bodemvruchtbaarheid zo nog wel verbeterd worden. Mosterd en bladrammenas zie ik nog regelmatig als groenbemester. Het is me nooit opgevallen dat het voor het ploegen eerst kapot gespoten wordt. Meer gebruik van deze gewassen en ouderwetse groenbemesters lijkt mij dan ook een goed alternatief. Maar ja, ik ben maar iemand die vanaf de rand over onze wereld praat.

Misschien kunnen we het anders oplossen, want ik heb niks tegen landbouwpercelen met kleuren. Rondom Aalten zag ik al eens meer bolgewassen verschijnen. Dat mag van mij wel meer gestimuleerd worden. Als je verschillende varianten van de narcis kiest, kun je al vanaf januari velden vol gele bloemen zien. Voorwaarde is natuurlijk dat het zonder gif gaat en dat na de bloei de boel wordt onder geploegd. Multifunctioneel mag ook. Bosjes narcissen verkopen op de markten in de Achterhoek kan een mooie bijverdienste zijn. In de herfst kan een ander bolgewas als nagewas gebruikt worden. Ik zit meteen te denken aan krokussen waarvan je de meeldraden kunt gebruiken om de dure keukenspecerij saffraan mee te maken. De saffraancrocus is paars en bloeit in oktober. Kort, maar fraai is het wel en Aaltense saffraan kan een prachtig streekproduct zijn.