Tips

Voor nieuwe inwoners van onze gemeente en degene die dat graag willen worden zijn hier enkele wetenswaardigheden neergepend die je normaal niet hoort bij een gesprek ter voorbereiding op de verhuizing.

Tot en met 2004 waren buurgemeente en Dinxperlo zelfstandige gemeenten. Hoewel er in beide dorpen weinig draagvlak bestond besloten buitenstaanders, die geen binding en voeling hadden met beide dorpen, tot samenvoeging. Een verstandshuwelijk was geboren.

Op blz. 41 in deel 1 van het schitterende fotoboek van een geachten Dinxpèrsen staat een artikeltje van de alom bekende D.W. Kobes. Hij schrijft dat in januari 1849 (!) de heren uit Arnhem een brief hadden gestuurd naar onze toenmalige buurgemeente met het voorstel beide dorpen te laten samengaan. Het commentaar (van die van de buurgemeente) is niet van de lucht! "Belangen liggen in veel opzichten heel ver van elkaar en verschillen veel, zijn zelfs tegenstrijdig. Verzoekt met kracht de zaak te laten zoals ze is". Nog buiten dit artikel om zijn beide boeken zeer leerzaam voor iedereen die meer wil weten over Dinxpèrs Historie.

Tegenwoordig in de nieuwe tijd (2004) vond men het dan toch nodig om te fuseren. Er is nog een poging gedaan om te protesteren in Den Haag. Maar vanwege een duftige file en verplichte pauze van de buschauffeur kwam de groep helden veel te laat aan. Pijnlijk…..

Dan moet er een naam worden bedacht. Iemand komt dan op het lumineuze idee om de mensen te laten kiezen. Prima. Uit een aantal namen kruis je er dan één aan. Maar beide dorpsnamen staan er ook op. En iedereen stemt natuurlijk op die naam van het dorp waar je in woont. En dan wint logisch het dorp met de meeste inwoners. Er is bewust gekozen voor sturing van een nieuwe gemeentenaam!

De trotse gemeente die Dinxperlo lange tijd was moest het feit onder ogen zien dat besluiten niet meer zelfstandig konden worden genomen. En ja, als ooit de tijd daar is voor een volgende fusie tot een nog grotere gemeente, dan bu'w nog wietèr van huus….

Tip: wen er maar aan! Pfffff……

Hol ow goed!

H. Eurneman