Klein maar fijn

Het aardige van de bossen en natuurgebieden in Aalten is dat je er zelden een mens tegenkomt. Voordat hierdoor de indruk ontstaat dat ik een hekel heb aan mensen … Dat is meestal niet zo. Ik praat graag met iedereen. Maar niet de hele dag en niet als ik een wandeling maak en mijn aandacht op plant en dier wil richten. Al is het natuurlijk wel weer fijn om mijn kennis over de natuur te delen. Maar dat doe ik wel tijdens een excursie.

Het probleem is dat ik nooit al te veel tijd heb. Als ik een wandeling wil maken, moet ik die tegenwoordig inplannen. Anders komt het er niet van, want elke dag is er te veel te doen. Als ik een uur heb om door het Loohuisbos en omgeving te lopen, probeer ik lange gesprekken onderweg te voorkomen, ook al zijn ze vriendelijk bedoeld. Dat lukt als je op het goede tijdstip gaat. In de vroege ochtend of late middag kom ik zelden iemand tegen.

Deze week had ik pech. Ik was bijtijds in het Aaltense Goor, omdat ik deze keer in een groter natuurgebied in de buurt wil rondzwerven. Weldra kwam ik een man met een verrekijker tegen, die me meteen vragen begon te stellen. Ik droeg weliswaar geen kijker, maar mijn langzame gang over het pad, waarbij ik met enige regelmaat een naam van een plant of dier in mijn notitieboekje opschreef zal me verraden hebben. "Aha, u bent een kenner?" Alsof niet-kenners nooit notities maken. Een antwoord was niet nodig, de man ratelde meteen door en hield een betoog van een half uur.

Ik ben dan te beleefd om iemand te onderbreken. Echt geconcentreerd luisterde ik niet, mijn gedachten dwaalden regelmatig af. Ik hoorde voldoende om te begrijpen dat de man het natuurbeleid in de Achterhoek helemaal niets vond. "Er is hier geen ruimte voor natuur en daardoor blijft er niets meer over." Er was maar één redding. De Achterhoek moest één groot natuurgebied worden. "Maak dit natuurgebied om te beginnen tien keer zo groot. " Uiteindelijk zei ik iets terug en wees ik erop dat het kleinschalige landschap met al zijn overgangen van droog naar nat, van voedselrijk naar voedselarm en van iets groter naar klein net zo waardevol is. "Jij hebt er ook al geen verstand van!" En weg was hij.

Alle kleine natuur- en landschapselementen samen vormen één fraai groot natuurgebied. Ik kan heel gelukkig worden van een overhoekje met allerlei bloeiende planten, vlinders en andere insecten. Er moeten echter wel voldoende kleine elementen blijven, want anders werkt het niet meer. Te weinig snippers zorgen voor een te grote versnippering van natuurwaarden. Daarom zie ik in de komende jaren graag meer natuursnippers rondom Aalten verschijnen. Haal ergens een stoeptegel weg en kijk wat er gebeurd. Als het bevalt, haal meer stoeptegels weg.

Of leg bij elk sportveldencomplex ook een natuurgebiedje aan ter grootte van een half voetbalveld. Of zorg voor meer groen op schoolpleinen. Of maak een lint met planten die vlinders en bijen aantrekken rondom het gemeentehuis. De bodes zullen ze ongetwijfeld liefdevol willen verzorgen. Of … laat ik niet meteen alles bedenken. Zullen we in 2019 allemaal in onze eigen omgeving iets meer ruimte geven aan natuur? Klein maar fijn wordt het motto van het nieuwe jaar.