Gerdi Verbeet opent de tentoonstelling. Foto: Antoinette Baanders
Gerdi Verbeet opent de tentoonstelling. Foto: Antoinette Baanders

Dappere vrouwen uit Oost-Achterhoek krijgen verdiende aandacht

AALTEN – Op vrijdag 5 oktober waren ruim 300 mensen aanwezig bij de openingsbijeenkomst in de Oosterkerk van de tentoonstelling "de vrouw als spil van het verzet". In deze tentoonstelling, die te zien is in het Nationaal Onderduikmuseum, staan vrouwen centraal afkomstig uit de Achterhoek, die een belangrijke rol hebben gespeeld in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op een enkele uitzondering na is de rol van de vrouw hierbij onderbelicht geweest. Daarom staan in deze tentoonstelling niet alleen Heleen Kuiper-Rietberg (Tante Riek) uit Winterswijk, maar ook Minnie en Gerrie Jolink uit Varsseveld en Dela Wikkerink-Eppink en haar drie oudste dochters uit Aalten centraal. De tentoonstelling over deze dappere vrouwen werd geopend door Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Door Bernhard Harfsterkamp

Gerda Brethouwer, directeur van het museum, vertelde dat vooral in de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog veel vrouwen betrokken zijn geraakt bij het verzet. "Met het verhaal van deze vrouwen willen wij ze uit de anonimiteit halen. Het is niet niks als je in een oorlog in verzet komt. De wereld staat op zijn kop en je moet voortdurend op je hoede en moedig zijn." Volgens Gerdi Verbeet zijn de verhalen over de vrouwen in het verzet nog lang niet allemaal verteld. De reden daarvoor is dat de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog tot nu toe vooral door mannen is verteld. In de vele delen die Lou de Jong er over schreef is de rol van de vrouw zeer onderbelicht. Volgens Verbeet kwam dat ook omdat de vrouwen, die mensen hielpen onderduiken en andere taken in het verzet verrichtten, niet met hun daden te koop liepen. Zij bleven bescheiden op de achtergrond. "Niet veel vrouwen uit het verzet hebben standbeelden gekregen of straten die naar ze zijn genoemd. Het is goed dat hun verhalen nu wel worden verteld."

Helpen gebeurde spontaan
De tentoonstelling probeert antwoorden te geven op vragen als 'hoe deden ze dat', 'waarom deden ze het' en 'wat dreef hen'. Volgens Verbeet is het antwoord daarop niet spectaculair. "Het helpen van onderduikers gebeurde gewoon spontaan. Dat doe je en daarna komt van het een het ander. Dan loop je opeens met een kinderwagen waarin 20 wapens zijn verborgen. Dan ben je opeens de leider van de LO (het landelijk netwerk hulp aan onderduikers)." Het beeld dat langzamerhand is ontstaan is dat vrouwen werkelijk de spil in het verzet waren." Daarbij werden ze gedreven door geloof, geestkracht en volhardendheid. Verbeet vindt het belangrijkste van de tentoonstelling dat het hele verhaal wordt verteld en dat dit laat zien dat oorlog dankzij vrouwen verandert.

Veel verdriet, maar ook trots
Van de vrouwen die in de tentoonstelling centraal staan is Tante Riek de bekendste. Haar verhaal is bij velen al wel bekend. Zij heeft al in de jaren vijftig van de vorige eeuw een standbeeld gekregen en in Winterswijk is er een plein naar haar vernoemd. Haar jongste dochter Heleen Stevenson-Kuipers sprak ook tijdens de opening. Ze vertelde dat haar vader en moeder (Oom Piet en Tante Riek) min of meer toevallig bij het verzet betrokken waren geraakt. Zij vonden al ruim voor de Tweede Wereldoorlog het nationaal-socialisme verwerpelijk. Daarom was het voor hen vanzelfsprekend plaatselijke mensen te helpen, die werk voor Duitsers weigerden. Of Joden die moesten vluchten. Geleidelijk aan werd dat werk omvangrijker. Een ontmoeting met dominee Frits Slomp leidde tot de oprichting van de LO, die geleid werd door Tante Riek. In mei 1944 waren hiervoor 17.000 mensen actief in heel Nederland. Die wisten voor 300.000 mensen een veilige plek te regelen. Uiteindelijk werden de vader en moeder van Heleen Stevenson-Kuipers verraden. Tante Riek nam alle 'schuld' op zich, waardoor haar man overleefde. Via kamp Vught kwam zij in het concentratiekamp Ravensbrück terecht, waar ze stierf. "We hebben hier veel verdriet om gehad, maar we zijn ook trots op Tante Riek en Oom Piet." Zij besloot haar verhaal met een indrukwekkende brief die vanuit de gevangenis in Arnhem in 1944 is verstuurd.

Verzet is niet opgehouden
Dankzij de 'verhalenvangers' van het Nationaal Onderduikmuseum konden ook de verhalen van de minder bekende verzetsvrouwen opgetekend worden en kon er voldoende materiaal worden verzameld voor een boeiende tentoonstelling. Er werd ook nog een tweede tentoonstelling geopend, 'Palet van verzet'. Hierin wordt aandacht besteed aan vijf nog levende vrouwen uit het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast zijn er negen portretten van vrouwen die na de oorlog zijn opgekomen voor de vrijheid en daarvoor "in verzet zijn gegaan". Deze tentoonstelling laat zien dat verzet nooit ophoudt, al zei Gerda Brethouwer terecht dat er wel verschillen zijn tussen deze 'moedige mensen'. Het scheelt nogal of je in vrijheid of onvrijheid in verzet komt. Menig bezoeker van deze tentoonstelling zal ook de wenkbrauwen fronsen over de keuze voor enkele vrouwen, van wie het de vraag is of zij in het zelfde rijtje kunnen staan als de vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog actief waren in het verzet.

De tentoonstelling "De vrouw als spil van het verzet" is in het Nationaal Onderduikmuseum aan de Markt 12-16 te zien tot 26 mei 2019.