Afbeelding

Can I Come Over?

Marleen blijft de extreme contrasten opzoeken

Ik zit in de trein en staar naar buiten. Winkels met lelijke reclameborden, kantoorgebouwen en het drukke verkeer blokkeren nu de zonsondergang. Ik mis nu al de rust van de woestijn.

Tekst en foto's: Marleen Hoftijzer

Mijn volgende host pikt me op van het station. In de auto vertelt Lieke hoe ze zes jaar geleden naar Australie is vertrokken voor een nieuw avontuur. Inmiddels verliefd op een echte 'aussie' waarmee ze volgend jaar gaat trouwen. We stoppen voor een prachtig huis. Het lijkt wel of ik de extreme contrasten steeds blijf opzoeken, want ze laat me mijn privé bad- en slaapkamer zien. Na twee weken kamperen in de woestijn voelt dit hemels aan. Twintig minuten sta ik onder een warme douche om mijn stijve schouder te ontspannen. Dat vind ik het mooie aan kamperen. Je leert de simpelste dingen weer waarderen. Als ik de straat uitloop sta ik op het strand. Terwijl alles de laatste weken mee lijkt te zitten, wordt het geluk mij dan ook snel de rug toegekeerd. Bevind ik me eindelijk in een strandhuis, stormt het precies in de drie dagen dat ik er verblijf.

Het strandhuis laat ik toch met goede herinneringen achter en ik reis door naar een hostel. Eigenlijk had ik mezelf de verplichting opgelegd om altijd bij mensen thuis te overnachten, maar ik moet een hoop werk inhalen en het is lastig concentreren bij mensen thuis. Ik deel mijn stapelbed met India, een britste 21-jarige meid. Ze is aan haar eerste grote reis begonnen. Ik kan mijn lach niet inhouden als ik zie dat ze haar halve kledingkast heeft meegenomen. Er rolt zelfs een golfbal uit haar koffer. 'Om mijn voeten mee te masseren', legt ze uit. Ze danst namelijk veel. Verder tel ik 28 nagelvijlen. Een EHBO-kit is ze dan weer vergeten mee te nemen. Maar mijn grootste verbazing was toch wel het ijzeren rietje. Ze legt uit dat ze het vies vindt om direct uit de kopjes van het hostel te drinken.

Al rondkijkend naar andere backpacks merk ik dat iedereen teveel meeneemt op reis. Waarom doen we dat toch allemaal? De meeste spullen kun je kopen. Kunnen we niet minimaal leven? Het feit dat ik alleen kan kiezen uit mijn zwarte spijkerbroek of een zwarte legging, maakt mijn ochtendritueel heel efficiënt.

India laat me nog een boekje zien met foto's van vrienden en haar huis. Opeens realiseer ik me dat ik niets bij me heb wat me herinnert aan thuis. In mijn koffer zit niets anders dan apparatuur en dus wat oude kleding. Diezelfde dag ontdek ik een Hollandse winkel in de buurt. Maggi, stroopwafels en pepernoten vullen de schappen. Kroketten knisperen in het frituurvet buiten in de snackwagen. Ik bestel een kaassoufflé. Ach, ik heb geen spullen nodig die me herinneren aan thuis. De geur van frikandellen, mayonaise en uien roepen genoeg herinneringen op!

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding