Aaltense quinoa

Wij zijn altijd op zoek naar nieuwe ingrediënten voor onze dagelijkse maaltijden. Als we een of twee keer in de week tijd hebben om zelf te koken, moet het natuurlijk wel verrassend zijn. Zeker als we ook nog gasten hebben op wie we indruk willen maken. Aardappels met vlees en drie soorten groenten, hoe lekker ook, is uit den boze. Het liefst moet het op dat moment allemaal ook nog heel gezond zijn, want we eten al zoveel kant- en klaarmaaltijden of laten wat met het brommertje bezorgen.

Tegenwoordig wordt vaak superfood, zeg maar de brandstof voor een superman of –vrouw, opgediend. Dat moet nog gezonder dan gezond zijn, maar het smaakt nergens naar. Ook quinoa wordt wel eens supervoedsel genoemd, maar het wordt al heel lang in de Andes in Zuid Amerika gegeten. Daar is het net zo traditioneel als bij ons de aardappel, die daar trouwens eveneens vandaan komt. Quinoa heeft iets van bulgur of couscous en wordt een graan genoemd, maar het is geen korrel van een grassoort die we in bewerkte vorm eten. Qiunoa is een soort uit de amarantenfamilie, waartoe groenten als spinazie en de biet behoren, en de suikerbiet die voor een groot deel van onze suiker zorgt.

Binnen die amarantenfamilie heb je weer verschillende geslachten zoals de ganzenvoeten, waartoe de quinoa behoort. Bekende Nederlandse broertjes of zusjes zijn de brave hendrik en de aardbeispinazie. Het allerbekendst is vermoed ik de melganzenvoet, die in de Achterhoek beter bekend is als luzemelde. De soort houdt van omgewoelde grond, dus als er ergens gespit, gegraven of geploegd is, is het zeker dat de luzemelde zal opduiken. Daarom zie je de sierlijke plant nogal vaak in akkers en moestuinen opduiken, waar die in de zomer in enkele weken snel meer dan een meter hoog kan worden. Zeker op voedselrijke grond.

Bij een bijeenkomst over akkerranden in Aalten, merkte ik dat de luzemelde niet geliefd is. Niet alle ingezaaide akkerranden hebben de gewenste bloemenpracht gekregen. Dat ligt een beetje aan de droogte, maar ook de melganzenvoet wordt boos aangekeken. Doe dat nou niet mensen, want de luzemelde is een veelzijdige plant, waarvan blad en zaden kunnen gebruikt worden voor het eten. Zullen we de plant daarom voortaan Haartse spinazie of Aaltense quinoa gaan noemen? Misschien dat die dan geliefder wordt.

Het verschil met de Zuid-Amerikaanse quinoa is dat de zaden kleiner zijn. De Romeinen gebruikten ze echter al en bakten brood met meel van de zaden van de melganzenvoet. De blaadjes van de luzemelde kun je stoven als spinazie of gebruiken in een zomersalade met andere wilde planten. Wie deze plant hinderlijk vindt, kan die daarom het beste bestrijden door de luzemelde op te eten. Wil je daarvoor de zaden oogsten, dan moet je het kruid wel wat langer gedogen. Wil je hem eerder weg hebben dan adviseer ik het gebruik als groente. Het plukken van al die blaadjes is bewerkelijk, maar het resultaat op je bord mag er zijn. Recepten zijn bij mij verkrijgbaar. De beste methode om melganzevoet te 'bestrijden' is trouwens de bodem met rust te laten. Dan verdwijnt-ie vanzelf.