Deze scheepsbel van de kruiser Hr.Ms Java is door een Australisch duikteam in de Javazee opgedoken. De bel is te zien in het Nationaal Militair Museum. Foto Wim Rhebergen)
Deze scheepsbel van de kruiser Hr.Ms Java is door een Australisch duikteam in de Javazee opgedoken. De bel is te zien in het Nationaal Militair Museum. Foto Wim Rhebergen) Foto:

Marinier Johan Beckers uit Bredevoort gesneuveld in de Javazee

BREDEVOORT - Op 17 maart maakten alle grote Nederlandse kranten melding van een bijzonder feit: 'Felix Jans is overleden'. Hij was de laatste Nederlandse overlevende van de Slag in de Javazee (1942). Jans voer als matroos 3e klasse aan boord van de torpedobootjager Hr.Ms. Kortenaer. Een van de drie Nederlandse oorlogsschepen die door de Japanners tot zinken werden gebracht. De andere twee schepen van de Koninklijke Marine waren de lichte kruisers Hr.Ms. Java en Hr.Ms. De Ruyter. Laatstgenoemd schip is vernoemd naar onze nationale held, de 17e eeuwse admiraal Michiel de Ruyter en is tijdens de strijd tegen de Japanse marine bekend geworden als het vlaggenschip van de geallieerde vloot onder commando van schout-bij-nacht Karel Doorman. Felix Jans stierf op 94-jarige leeftijd. Een van de opvarenden van Hr.Ms. De Ruyter verloor het leven toen hij pas 26 jaar oud was. Marinier 1e klasse Johan Beckers uit Bredevoort sneuvelde op 27 februari 1942 toen zijn schip na een voltreffer naar de bodem van de Javazee zonk. Bijna drie jaar eerder was hij naar Indië vertrokken om vervolgens deel te nemen aan de gevechtshandelingen op het Nederlands overzeese grondgebied en territoriale wateren.
Johannes Antonius Beckers werd in Bredevoort (Koppelstraat) geboren op 7 februari 1916 vlak voordat bij Verdun een van de grootste veldslagen uit de Eerste Wereldoorlog losbarstte. Johan kwam uit een groot gezin bestaande uit vader Johan (geboren in oktober 1889 in Bocholt, Duitsland), moeder Bertha Elschot (geboren in maart 1880), twee broers en vier zussen waarvan de jongste, Cissie, overleed op 4 februari van dit jaar.

Door Wim Rhebergen

Bij de Koninklijke Marine
Johan werd als ongehuwd dienstplichtige onder nummer 189, lichting 1936 ingedeeld bij het Regiment Genietroepen in Utrecht van april tot oktober van genoemd jaar. Op 14 oktober 1937 werd hij in Den Haag officieel aangenomen in de 'Rijkszeedienst' als Marinier 3e klasse bij de Afdeling Mariniers van de Koninklijke Marine te Rotterdam voor een periode van zes jaar. Aan hem werd stamboeknummer 4944 toegekend. Beckers schreef regelmatig brieven aan zijn ouders in Bredevoort. Daarin ging het o.a. over de eisen die werden gesteld aan promotie naar een hogere rang. Via de rang Marinier 2e klasse werd hij bevorderd tot Marinier 3e klasse mede nadat hij een opleiding tot kanonnier had genoten in 1938. In die tijd bezocht Beckers regelmatig het Rooms-Katholiek Mariniers Tehuis in Rotterdam. De directeur liet zijn ouders per brief weten dat hun zoon 'goed gedrag vertoont'.

Naar Indië
Op 14 april 1939 vertrok Johan Beckers met een detachement marinepersoneel aan boord van het troepentransportschip 'Johan de Witt' van de Stoomvaart Maatschappij Nederland naar Nederlands-Indië waar hij de volgende maand arriveerde. Hij verbleef in de geallieerde marinebasis Soerabaja. Tot eind april 1940 bleef de familie in Nederland brieven ontvangen van Johan. Aan de correspondentie kwam een einde toen de Duitsers Nederland binnenvielen in mei 1940. In 1942 werd hij geplaatst op de kruiser Hr.Ms. De Ruyter.

Japanse dreiging
Als direct gevolg van de Japanse militaire expansiedrift, besloten de Amerikaanse, Britse, Australische en Nedelandse regering in september 1940 een embargo in te stellen. Zo mochten geen olie, ijzererts en staal meer aan Japan geleverd worden wat nadelig uitpakte voor de de Japanse oorlogsindustrie. De Japanse regering zag de blokkade als een daad van agressie tegen het keizerrijk. Omdat de oliereserves opraakten maakten de Japanners plannen om Thailand, Maleisë, Singapore, de Filipijnen maar ook Nederlands-Indië over te nemen. Dit overzeese gebiedsdeel was rijk aan natuurlijke bronnen. De Japanners achtten hierdoor een oorlog met Engeland onvermijdelijk en voorzagen dat de Britten gesteund zouden worden door de Verenigde Staten. Daarom werd besloten de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor op Hawaï aan te vallen. Op 7 december 1941 werden de meeste oorlogsschepen vernietigd of voor langere tijd uitgeschakeld waarna Amerika de oorlog verklaarde aan Japan. Nederland zag de dag erna zichzelf gedwongen tot dezelfde keuze. Diverse Britse slagschepen werden op de dagen die volgden tot zinken gebracht. Er was geen geallieerde vloot meer aanwezig om de Britse en Nederlandse koloniën te beschermen. In januari 1942 zetten de Japanners voet aan wal op Celebes en Borneo. Later volgden Bali en Sumatra. Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) kon geen vuist maken tegen de Japanse overmacht. Nog diezelfde maand werd het American-British-Dutch-Australian Command in Zuidoost-Azië in het leven geroepen om gezamenlijk de Japanse opmars een halt toe te brengen. Maar ieder deelnemend land had zijn eigen prioriteiten en aan samenwerking ontbrak het. Tijdens de Slag in de straat Bandoeng op 18 februari toonden de Japanners zich zeer bekwaam in het voeren van een nachtelijke zeeslag. De geallieerde vloot trok zich tijdelijk terug totdat de Nederlandse vice-admiraal Helfrich bevel gaf de Japanse invasievlootvloot aan te vallen die inmiddels was doorgevaren naar Java, vanwege de centrale ligging één van de hoofddoelen.

Slag in de Javazee
Het Japanse eskader bestond uit vier zware en lichte kruisers en veertien torpedobootjagers. De geallieerde 'Combined Striking Force' onder commando van schout-bij-nacht Karel Doorman beschikte over vijf kruisers en negen torpedobootjagers. Doorman kon de Japanners aanvankelijk niet vinden, mede door gebrek aan luchtverkenning. Maar in de namiddag van 27 februari 1942 vond hij ze wel als gevolg waarvan de Japanners hun beschermde transportschepen terugtrokken. Het kwam tot een zware confrontatie tussen beide oorlogseskaders. De geallieerde schepen kwamen al spoedig onder vuur te liggen van de zware Japanse kruisers die in kaliber de geallieerde kruisers overtroffen. Meerdere schepen gingen al spoedig verloren, waaronder Hr.Ms. Kortenaer die razendsnel zonk. Van de 149 bemanningsleden overleefden zo'n honderd man de aanval. Andere schepen moesten onder begeleiding de aftocht blazen vanwege zware beschadiging, brandstofgebrek of verschoten torpedo's. Doorman restte nog 4 kruisers en trok zijn eskader tijdelijk terug. Nadat hij zijn schepen weer op linie had gebracht met zijn bericht 'All ships, follow me' (later geromantiseerd tot 'Ik val aan, volg mij !'), probeerde Doorman in het duister het Japanse oorlogsecorte te omzeilen en direct de transportschepen aan te vallen maar de kruisers van Doorman werden opgemerkt. Eerst werd Hr.Ms. Java getroffen door een Japanse torpedo. Even voor middernacht werd het vlaggenschip van eskader-commandant Karel Doorman (52 jaar), Hr.Ms. De Ruyter met ook aan boord commandant Kapitein-Luitenant-ter-zee Eugène Lacomblé (45 jaar) én marinier Johan Beckers, getorpedeerd door de Japanse zware kruiser 'Hagoru'. Beide Nederlandse schepen kwamen de aanval niet te boven en verdwenen voorgoed in de golven van de Javazee. Voor de Japanners lag de weg nu open en op 12 maart 1942 capituleerde het KNIL op Java. Alle grote eilanden waren nu in Japanse handen; aan de strijd in Nederlands-Indië was een einde gekomen en feitelijk ook aan het Nederlandse koloniale tijdperk. Want het verlies van de Javazee leidde het verlies in van Nederlands-Indië. Na de Japanse capitulatie verklaarde Indonesië zich onafhankelijk. Het duurde nog even maar Nederland moest die onafhankelijkheid erkennen.

Scheepswrakken verdwenen en stoffelijke resten gevonden
Op 27 februari 2018 was het 76 jaar geleden dat de Slag in de Javazee plaatsvond. Hierbij sneuvelden ongeveer 900 Nederlanders. Ook Bredevoorter Marinier 1e klasse Johan Beckers verloor zijn leven. In het dossier van Beckers bij het Ministerie van Defensie is destijds aangetekend 'Vermist, vermoedelijk gesneuveld'. Naarmate de tijd vorderde, werd duidelijk dat Beckers de slag niet had overleefd; zijn ouders in Bredevoort werden ingelicht. Pas op 7 september 1948 werd in Batavia (het huidige Jakarta) een officiële akte van Overlijden opgemaakt.

Wanneer we in Nederland op 4 mei onze gevallenen herdenken, is het schrijnend om te ervaren hoe weinig aandacht er is voor diegenen die ver buiten onze landsgrenzen vochten en sneuvelden voor de Nederlandse zaak en de herwinning van onze vrijheid. Johan Beckers vocht ook, met volle overtuiging maar moest dat met de dood bekopen. De Slag in de Javazee, hoewel tijdenlang de bekendste Nederlandse zeeslag, begon in de vergetelheid te raken en daarmee ook Johan Beckers en zijn kameraden. In 2017 echter, kwam er plotseling meer aandacht voor de slag maar wel vanuit een heel andere invalshoek. Er verschenen berichten in de media waarin gemeld werd dat slopers deels illegaal de wrakken van de Nederlandse schepen Hr.Ms. Java, Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Kortenaer hadden weggeroofd van de zeebodem om vervolgens het ijzer te kunnen verkopen. De wrakken waren in 2002 door amateurduikers ontdekt op 100 kilometer uit de kust van Java. Theo Doorman, zoon van Karel Doorman ging in gezelschap van duikers op onderzoek uit. De wrakken bleken inderdaad te zijn verdwenen en daarmee ook de stoffelijke resten van de ruim 900 Nederlandse opvarenden. De zeemansgraven waren verstoord en dus was er sprake van grafschennis. In maart 2018 werd vanuit Indonesië bericht dat er stoffelijke resten waren gevonden bij graafwerkzaamheden op Oost-Java. Het zou gaan om marinepersoneel van Hr.Ms. De Ruyter. Minister van Defensie Bijleveld kondigde een onderzoek aan van Nederland met de Indonesische autoriteiten naar locaties waar mogelijk stoffelijke resten liggen van de gesneuvelde zeelieden. Johan Beckers en zijn kameraden verdienen een respectvolle laatste rustplaats. Voor de nabestaanden, inclusief de familie Beckers is dat zeer belangrijk want ook zij verdienen rust.

Eerbetoon
Op diverse plekken in Nederland, zoals in Den Helder en in de Kloosterkerk in Den Haag wordt de Slag in de Javazee herdacht. Aan de muur van het Karel Doorman monument op de erebegraafplaats Kembang Kuning in Soerabaja, Indonesië, bevinden zich bronzen plaquettes met de namen van de Nederlandse opvarenden die hun zeemansgraf vonden in de Javazee. Daarop ook de naam van Johan Beckers. Na de oorlog werd door het Ministerie van Marine het Oorlogsherinneringskruis postuum aan hem toegekend.

In een apart kader plaatsen
Oud-Aaltenaar Wim Rhebergen (1960) koestert al sinds zijn jeugdjaren een bijzondere interesse voor de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en de historische militaire luchtvaart in het bijzonder waarbij altijd de militair als mens centraal staat. Samen met zijn broer Peter schreef hij het boek Vermist boven de Achterhoek. In 2010 verscheen van zijn hand Britse littekens in Aaltense bodem, een documentaire over de bevrijding van Aalten op 30 maart 1945. Wim verricht veel onderzoek waarbij hij in contact komt met veteranen en nabestaanden. Zo gaf hij ook de enige in zijn huidige woonplaats Hoevelaken gesneuvelde Canadese soldaat een gezicht. Daarnaast initieert hij de oprichting van oorlogsmonumenten en herdenkingen. Wim is verbonden aan het Nationaal Militair Museum op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Zijn lopende project heeft betrekking op de uit Aalten afkomstige militairen die zijn ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit heeft in 2015 al geleid tot een monument ter herinnering aan de in mei 1940 gesneuvelde Aaltense soldaten. In dat kader past ook zijn onderzoek naar Marinier Johan Beckers waaraan in dit artikel aandacht wordt besteed. Wim heeft de familie Beckers opgespoord maar sprak enkele jaren geleden in Museum Bronbeek ook met veteranen van de Slag in de Javazee, zoals Felix Jans die eerder dit jaar overleed en Theo Doorman, de zoon van oorlogsheld Karel Doorman.

Marinier Beckers aan boord van MS Johan de Witt op weg naar Indië. Foto: Mariniersmuseum Rotterdam
Marinier Beckers aan boord van MS Johan de Witt op weg naar Indië. Foto: Mariniersmuseum Rotterdam
34 mariniers op de binnenplaats van de Marinierskazerne aan het Ootsplein in Rotterdam. Op de achterste rij tweede van links staat Johan Beckers. De mariniers noemden deze kazerne ook wel de Trekhondenbak 13. Foto: Mariniersmuseum Rotterdam
De lichte kruiser Hr.Ms. De Ruyter die op 27 februari 1942 door de Japanners in de Javazee tot zinken werd gebracht. Foto: collectie Wim Rhebergen
Elly Hosteenge-Beckers uit Oldenzaal heeft nog een bijzondere tastbare herinnering aan oom Johan: de scheerdoos met in het deksel het stamboeknummer van de marinier gegraveerd. Foto:  Wim Rhebergen
Elly Hosteenge-Beckers uit Oldenzaal heeft nog een bijzondere tastbare herinnering aan oom Johan: de scheerdoos met in het deksel het stamboeknummer van de marinier gegraveerd. Foto:  Wim Rhebergen
Het Oorlogsherinneringskruis dat na de oorlog postuum aan Johan Beckers is toegekend. Foto:  Elly Hosteenge-Beckers
De lichte kruiser Hr.Ms. De Ruyter die op 27 februari 1942 door de Japanners in de Javazee tot zinken werd gebracht. Foto: Collectie Wim Rhebergen)