Gemeenten en werkgevers: 'Maak betaling onder minimumloon onmogelijk'

Gemeenten doen hun best om mensen met een arbeidsbeperking een volwaardige baan te bezorgen. Daartoe werken ze samen met werkgevers die willen voldoen aan de zogenaamde Banenafspraak. Werkgevers in de marktsector voldoen tot nu toe aan die afspraak. Zij ontvangen voor het mindere aan loonwaarde van hun medewerkers een loonkostensubsidie inclusief werkgeverslasten. Het kabinet wil dit vervangen door loondispensatie. Werkgevers mogen dan hun gehandicapte medewerkers onder het wettelijk minimumloon betalen en de gemeenten moeten dat met een uitkering bij de werknemer aanvullen. Die blijft dus half in de bijstand. Altijd. Of krijgt geen aanvulling als hij/zij een verdienende partner heeft. Premies worden afgedragen over het lage bedrag. Dat betekent bij een eventueel ontslag (met arbeidsgehandicapten wordt vaker dan gemiddeld het arbeidscontract beëindigd) een lage WW-uitkering en geen pensioen-opbouw.
Deze voorstellen zijn naar mijn mening strijdig met de bedoeling van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dit verdrag is op 14 juli 2016 in Nederland in werking getreden. Het doel van het verdrag is om 'de positie van mensen met een beperking te verbeteren. Het verdrag bepaalt dat mensen met een beperking op het gebied van wonen, onderwijs, vervoer, werk en een aantal andere terreinen gelijke rechten moeten krijgen en gaat uit van inclusie, persoonlijke autonomie en volledige participatie'.

Ook zijn de voorstellen in strijd met de geest van de Wet op het Minimum Loon, die beoogt elke werknemer een redelijk bestaansminimum te verschaffen.
Tijdens de hoorzitting op 18 april in de Tweede Kamer bleek dat vele organisaties waaronder brancheverengingen, cliëntenorganisaties, gemeenten met kracht van argumenten pleitten voor handhaving van het instrument loonkostensubsidie. Dat kent de genoemde nadelen voor de werknemers niet. Maar de staatssecretaris houdt vast aan haar plan 'omdat het in het regeerakkoord staat en de werkgevers dit willen'. Dat laatste is maar gedeeltelijk waar. Juist veel bedrijven in het MKB zijn blij met de huidige regeling. Het zou bij werkgevers gaan om een kostenbesparing van plusminus 3600 euro per jaar.
Nu werkgevers verantwoordelijk zijn voor de banenafspraak en de gemeenten en hun organisaties als Laborijn en SDOA hen daarbij helpen, zou er vanuit de Achterhoek een gezamenlijk signaal moeten komen. En wel om af te zien van deze voorgestelde maatregel die juist de ONgelijkheid bevordert tussen gezonde werknemers en werknemers met een beperking. Als dat niet helpt zouden werkgevers en gemeenten samen de nadelen moeten dragen en nìet afwentelen op de allerzwakste werknemers.


Joop Wikkerink, raadslid gemeente Aalten


Grensoverschrijdende busdienst succesvol

AALTEN - Het zit er bijna op voor de proef met een grensoverschrijdende busverbinding tussen Aalten en Bocholt. De vijf maanden durende proef die op 30 april afloopt, heeft waardevolle kennis opgeleverd voor een grensoverschrijdende busdienst. De reizigers zijn eenduidig positief, en de initiatiefnemers waaronder de provincie Gelderland zijn tevreden over de proef. De resultaten worden gebruikt om een besluit te nemen over het voortzetten van de busverbinding.

Wie de afgelopen maanden de busverbinding nog niet heeft geprobeerd wacht op 29 april nog een uitgelezen kans. Dan is er koopzondag in Bocholt en rijden daar de stadsbussen gratis.
Een proef in de dagelijkse praktijk door daadwerkelijk tijdelijk een bus te laten rijden is een bewuste keuze geweest. Gebruikelijk is een theoretische marktstudie die over het algemeen gebaseerd is op algemene modellen en berekeningen. De praktijkproef kon ook relatief snel gerealiseerd worden. Een onderzoeksbureau verzamelde tijdens de proefperiode statistische gegevens over ervaringen van de reizigers. De eerste tussenresultaten van dit onderzoek zijn bekend. De reizigers zijn overwegend positief over deze verbinding; 97% waardeert de verbinding met goed. 59% van de reizigers is jonger dan 30 jaar. Op basis van een potentieanalyse en de ervaringen van de reizigers is een advies gegeven. Het advies biedt de samenwerkingspartners de mogelijkheid om te werken aan het verder verbeteren van de buslijn. Daarnaast helpt het onderzoek om de vraag te beantwoorden of de busverbinding er daadwerkelijk moet komen en onder welke voorwaarden. Voor het zover is wacht nog een aantal hindernissen. Het gaat om een grensoverschrijdende concessie die onder bepaalde wetten en regels en voorwaarden aanbesteed en uitgevoerd moet worden. Dat betekent dat er nog veel afgestemd moet worden tussen de verschillende verantwoordelijke overheden. Ook moet gekeken worden naar de kosten en opbrengsten van een dergelijke verbinding. Ook de voorwaarden die gesteld moeten worden aan een mogelijke permanente lijn moeten verder onderzocht worden. De buslijn verbindt de beide stations Aalten en Bocholt met elkaar en daarmee ook de beide vervoersnetten. Het treintraject Bocholt-Wesel moet in de herfst van 2019 geëlektrificeerd worden. Dat heeft gevolgen voor de aankomst- en vertrektijden van de treinen op station Bocholt en daarmee ook gevolgen voor de busverbinding. De projectdeelnemers hebben zich als doel gesteld om dit probleem op te lossen voordat de dienstregeling in 2019 verandert. Ook moet er financieel nog een en ander geregeld worden voordat er een permanente lijn kan komen. Tussen de partners moet een kostenverdeelsleutel worden gemaakt.