Streektaalpromotor Arie Ribbers. Foto: Ingrid Zweers
Streektaalpromotor Arie Ribbers. Foto: Ingrid Zweers Foto:

'De Achterhoek is eigenlijk een Engelse landschapstuin in het groot'

Arie Ribbers is geboren en getogen in de Achterhoek, in Reurle, en heeft de streek nooit verlaten. Hij begon zijn carrière in het basisonderwijs (later MBO) en combineerde die baan gedurende 18 jaar met freelancewerk voor de RONO (Regionale Omroep Noord en Oost), het latere Omroep Gelderland en Radio Oost. Even heeft hij ook nog regionale TV gemaakt, maar zijn hart lag duidelijk bij de radio.

Door Rob Weeber

Toen hij veertig werd, zegde hij het onderwijs vaarwel en wijdde zich full time aan de radio als presentator en programmamaker. In die beginjaren was er nog een regionale omroep voor Groningen, Drenthe en Overijssel, de RONO. In 1965 kwam daar Gelderland bij. Het was voormalig minister van Binnenlandse Zaken Hans Wiegel die ervoor zorgde dat iedere provincie zijn eigen regionale omroep kreeg. Vanaf dat moment koos hij voor de standplaats Arnhem waar Radio Gelderland gevestigd werd.

Ribbers heeft zijn vreugt duidelijk gevonden in de Achterhoek. "De Achterhoek is eigenlijk een Engelse landschapstuin in het groot. Het bekende coulisselandschap, de rust en het groen kenmerken de streek. De mensen zijn makkelijk en prettig in de omgang en zeker ook hulpvaardig. In mijn radiotijd presenteerde ik regelmatig een uitzending vanuit De Luifel in Ruurlo. Daar kreeg ik altijd alle medewerking van Marinus Bleumink, de eigenaar. Ik heb altijd al interesse in de streek, de taal en de mensen gehad. Mijn eerste radioprogramma heette Um de Meddagpot, een uitzending van 12.00 tot 12.30 uur op de zondagmiddag. Daarvoor ging ik in Twente, in de Achterhoek en in de Liemers op pad om bijzondere verhalen vast te leggen. Je zou het kunnen vergelijken met een modern programma als 'Man bijt hond', maar dan veel eenvoudiger en bovendien alleen in het dialect. De voorman van Boh Foi Toch, Hans Keuper, heeft destijds de openingstune gecomponeerd. Er was toen nog geen sprake van het digitale tijdperk. Ik nam m'n eigen LP's mee naar de studio, in die begintijd. Alles werd op grote Telefunkenbanden vastgelegd, maar van een deugdelijk archief was nog geen sprake. Die banden werden hergebruikt, dus is er van Um de Meddagpot weinig bewaard gebleven. Als je nu een dergelijk programma moest maken, zou het actueler en technisch geavanceerder zijn. Toen draaide het puur om de mens en zijn verhaal."

Toen hij met de radio stopte, was dat een komma en geen punt. Hij was met prepensioen, maar wilde niet stil zitten en als freelancer beschikbaar blijven. Al vrij snel meldde zich het Staring Instituut, dat zich bij uitstek bezig hield met het streekeigene van de Achterhoek en de Liemers. Zijn opdracht was om alles wat met dialect te maken had aandacht te geven en onder de mensen te brengen. Hij bemande ook de streektaaltelefoon, waar mensen vragen konden stellen. Vanaf 2007 was hij betrokken bij de opzet van het magazine Naober waarvoor hij nog steeds de eindredactie en correcties doet. In ieder nummer heeft de streektaal twee pagina's. De streektaal loopt als een rode draad door zijn leven. Ook thuis spreekt hij het met zijn vrouw. Zijn kinderen wonen buiten de streek en hebben doorgaans het ABN als voertaal. Maar in contacten met de streek schakelen ze moeiteloos over. Ribbers pleit voor een min of meer fonetische schrijfwijze van het dialect: schrijf zoals je het zegt. De plaats Laren zou volgens hem als 'Loorne' moeten worden geschreven, maar dat is daar vloeken in de kerk. Het is 'Loarne' en moet zo blijven. Ook zal hij nooit 'noaber' schrijven als het over de Achterhoek gaat. Dan is het 'naober'. Noaber is Twents. Verder maakt hij ieder jaar de Spreukenkalender voor de Achterhoek en de Liemers, met leuke spreuken en gezegden en allerlei weetjes op de achterkant van het kalenderblad.
De toekomst voor de Achterhoek ziet hij als een echte streekbewoner. In de trant van 'Het zal allemaal wel loslopen', ziet hij geen beren op de weg. Natuurlijk ontkomt de streek niet aan de moderne tijd. Er is al veel veranderd, zoals de aanleg van glasvezel en de lichte groei in bevolking. Het verschil tussen het platteland en de stad zal kleiner worden. Jongelui gaan elders studeren en blijven weg. Maar de kracht van de Achterhoek is dat ze is zoals ze is. Eigenlijk is er geen sprake van één homogene Achterhoek. Binnen het gebied zijn verschillende regio's en die zijn niet op een hoop te vegen.