Raadsbrede steun voor motie over Kinderpardon

AALTEN – Ook de gemeenteraad van Aalten heeft in de afgelopen jaren zo nu en dan de steun uitgesproken voor kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers, die al helemaal ingeburgerd waren in de Aaltense gemeenschap. Er werd dan een verzoek aan de verantwoordelijk staatssecretaris gedaan om zijn bevoegdheid te gebruiken om vanwege bijzondere omstandigheden alsnog een verblijfsvergunning te geven. Voor meer dan vijf jaar in Nederland verblijvende kinderen van vluchtelingen was er door de Tweede kamer in 2012 al een Kinderpardon ingesteld. De criteria hiervoor blijken echter te streng te worden toegepast, zodat er zelden een kind voor in aanmerking komt. Daarom steunde de gemeenteraad raadsbreed een motie om hier soepeler mee om te gaan.

Door Bernhard Harfsterkamp

Ook de Tweede Kamer had vorig jaar al geconstateerd dat het Kinderpardon niet goed werkte. Probleem is vooral het zogenaamde 'meewerkcriterium'. Gezinnen en hun kinderen moeten dan als ze een beroep doen op het Kinderpardon aangeven mee te willen werken aan terugkeer naar het land waar ze vandaan komen, als het verzoek wordt afgewezen. In de praktijk wordt dit criterium zo streng uitgelegd dat bijna niemand meer voldoet. Daarom nam de ChristenUnie (CU) het initiatief tot een motie om het 'meewerkcriterium' minder strikt na te leven. Die werd met een meerderheid aangenomen, maar bij de onderhandelingen voor het nieuwe kabinet, waarvan ook de CU deel uit maakt, is het Kinderpardon gesneuveld.

Joop Wikkerink van de Progressieve Partij, die samen met de Aaltense CU de motie indiende, vertelde dat er nu een poging gedaan wordt om die motie vanuit de gemeenten te ondersteunen. "Ook in onze gemeente wonen deze kinderen, die hier allang geworteld zijn." In heel Nederland zijn het er ongeveer vierhonderd. "Die kinderen hebben in het land van hun ouders niets te zoeken." Wikkerink denkt dat als zoveel mogelijk gemeenten deze motie steunen de verantwoordelijk staatssecretaris op andere gedachten gebracht kan worden. Hij hoopte op een unanieme raad. In het voortraject van de raadsvergadering hadden HMV, Gemeentebelangen en PvdA al aangegeven de motie de steunen. In de raad zeiden ook VVD en CDA het er mee eens te zijn. Martin Veldhuizen van de VVD zei weliswaar dat de gemeente er niet overgaat, maar omdat zijn partij al eerder ingestemd had met een soortgelijk voorstel deed de VVD dat nu ook. Zelma van Alstede van het CDA zei dat ze eerst bevestigd wilde zien of meer gemeenten deze motie gingen steunen. Daar was ze inmiddels van overtuigd. "Met vele gemeentes maak je meer kans."


Ministerie en gemeentes werken samen bij behoud en ontwikkeling detailhandel

WINTERSWIJK – Op maandag 19 februari hebben de wethouders van de gemeentes Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk een overeenkomst met staatssecretaris van Economische Zaken Mona Keijzer getekend. Deze zogenaamde retaildeal heeft als doel gemeenten te ondersteunen bij het aantrekkelijk houden van hun winkelcentra. Het was niet de eerste "deal" in de Achterhoek. Al eerder werd er een met Doetinchem ondertekend.

Door Bernhard Harfsterkamp

Tegenwoordig wordt detailhandel vaak aangeduid als "retail", hoewel retail (letterlijk "wederverkoop") meer is. De horeca en dienstverlenende bedrijven als banken en makelaars worden er ook toe gerekend. Het ministerie van Economische Zaken heeft samen met de landelijke belangenorganisaties een agenda opgesteld. Daarin zijn maatregelen beschreven betreffende het ontwikkelen van sterke winkelgebieden en het investeren in kansen voor mensen en ondernemers. Ook lokaal is het de bedoeling dat de gemeentes samen met de plaatselijke belangenorganisaties het beleid voor de toekomst van de winkelcentra te bepalen. Intussen zijn er met 152 gemeenten deals gesloten.
De gemeentes zijn de spil op plaatselijk en regionaal niveau. In de Achterhoek is er al een regionale detailhandelvisie opgesteld. Lokaal wordt van de gemeentes verwacht dat ze samen met de plaatselijke winkelierorganisaties een visie opstellen voor het winkelcentrum en hoe de detailhandel daar behouden en versterkt kan worden. Daarbij hoort een concreet actieplan met prioriteiten. Daarin wordt aangegeven wat het toekomstig winkelareaal is en welke delen kansrijk en of kansarm zijn. Verwacht wordt dat een en ander daarna opnieuw regionaal wordt afgestemd. Natuurlijk moet er ook continuïteit zijn. Van het huidige college van B en W wordt verwacht dat het onderwerp wordt opgenomen in een overdrachtsdocument voor de volgende raads- en collegeperiode. Het ministerie ondersteunt met kennisnetwerken rondom actuele thema's. Ook zijn de landelijke partners van het ministerie beschikbaar voor advies.
De gemeente Aalten was al bezig met het verkleinen van de winkelcentra van Aalten en Dinxperlo. Het winkeloppervlak moet daar in 2025 met 20 tot 30% gereduceerd zijn. Daarbij is ook de keuze gemaakt om geen detailhandelontwikkelingen meer buiten de centra toe te staan. Daarom werd voor Dinxperlo terug gekomen op het plan om de nieuwe locaties van de supermarkten Jumbo en Aldi buiten het winkelcentrum toe te staan. Voor Aalten is intussen een plan van aanpak "Vitaal centrum Aalten" gemaakt. Daarvoor heeft de provincie bijna een ton euro ter beschikking gesteld. De gemeente doet er hetzelfde bedrag bij. Het geld is bestemd om samen met alle betrokkenen in het winkelcentrum de winkelstraten compacter en aantrekkelijker te maken. Ook is er budget om voor tien afzonderlijke leegstaande winkelpanden een haalbaarheidsonderzoek te doen naar een andere bestemming. Bij de plannen voor de winkelkerngebieden wordt nauw samengewerkt met de Stichting Aalten Promotie (SAP) en de Internationale Ondernemingsvereniging Dinxperlo/Suderwick (IODUS).