Zegen voor het bos

Terwijl ik donderdag van het gemeentehuis, waar ik wethouders had gesproken, naar het station liep kwam er een steeds bredere glimlach op mijn gezicht. Het begon namelijk steeds harder te waaien. Ik houd van wind. Mensen zeggen vaak dat ik een coupe windhoos heb. Daarom vind ik het misschien wel extra aangenaam dat de wind mijn geordende kapsel ontregelt.

Tegen de wind in ploeteren op de fiets doet mij altijd goed. Het geeft veel voldoening wanneer ik mijn bestemming ondanks tegenwind heb bereikt. Die wordt ook veroorzaakt door de wetenschap dat er een terugweg is waarbij ik naar huis wordt geblazen. Zonder tegenwerking geen optimaal genot. Er zijn echter grenzen. In de voorspelde storm fietsen leek me minder ideaal, waardoor ik voor de trein had gekozen. Toch kon ik ploeteren, want de windvlagen waren al zo hevig dat ik in de Dijkstraat enkele keren tot stilstand kwam. Ik kon zelfs tegen de wind in hangen zonder om te vallen.

Enige onzekerheid was er wel terwijl ik naar het station liep. Zou de trein de storm, want daar was inmiddels sprake van, willen trotseren. Als dat niet zo was, was er geen probleem, want een van de wethouders had me beloofd me dan naar huis te brengen. Het was niet nodig, want de trein reed nog, al was het voorlopig de laatste op die dag. Terwijl ik niet echt de indruk had dat het zware treinstel veel last had van de wind. Misschien was er de angst dat op een smal perron onverwacht een reiziger voor de trein zou waaien.

Storm, ik zal het niet ontkennen, heeft vervelende kanten. Dat het verkeer er door ontregeld wordt is niet het ergste. Laat iedereen als er zware storm wordt aangekondigd thuis blijven. Zo vaak komt het niet voor. Schade aan huizen en gebouwen is minder leuk, en dodelijke slachtoffers wil niemand. Ook omgevallen bomen zie je op allerlei plekken liever niet, maar terwijl ik naar de bossen keek die ik door het treinraam voorbij zag komen, dacht ik ook aan een positieve kant van storm.

De Nederlandse bossen zijn nogal saai en netjes. Daardoor komen er niet heel veel verschillende planten en dieren in voor. Als natuurliefhebber zou ik graag meer variatie willen. Boseigenaren proberen dat. Ze gaan gericht aan het werk en kappen hier en daar bomen, zodat er open plekken komen, die spontaan dicht groeien. Of ze vervangen naaldbomen door loofhout. Maar er zijn tegenwoordig steeds meer mensen die vinden dat dit niet meer kan. Van onze natuur, want voor hen is alles natuur, blijf je af. Natuur moet zichzelf veranderen.

Dan is een storm een mooi hulpmiddel. Een zegen voor het bos, want door de bomen die er her en der zijn omgevallen, zijn er vanzelf open plekken ontstaan en ligt er voldoende hout, dat in een rustig tempo kan wegrotten. Opruimwoede moet dan wel uitblijven. Haal omgevallen bomen alleen gedeeltelijk weg op plekken waar ze paden en wegen blokkeren. Wel heb ik enige zorg dat er uiteindelijk meer bomen zullen zijn omgevallen dan tijdens de storm. Het zal niet de eerste keer zijn dat bij het "opruimen" de motorzaag iets te enthousiast wordt gehanteerd.