Aaltenaar veroordeeld voor ontucht met twee cliënten

4 september 2017, 11:40

AALTEN - De rechtbank veroordeelde een 56-jarige man uit Aalten, werkzaam in de maatschappelijke zorg, voor het plegen van ontucht met twee (jonge) vrouwen die aan zijn zorg waren toevertrouwd. Aan de man is een gevangenisstraf opgelegd van tien maanden, waarvan vijf voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast moet hij een ambulante behandeling ondergaan en mag hij geen contact meer hebben met de beide slachtoffers.

De man had een blanco strafblad. Dat toch een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd heeft te maken met verschillende factoren. De man werkte als woon/werkbegeleider in de instelling waar beide slachtoffers onder behandeling waren vanwege (langdurige) psychische problematiek. Zij waren kwetsbaar. De man was hiervan zeer goed op de hoogte en wist ook dat een relatie niet was toegestaan. Vanwege zijn functie was sprake van een afhankelijkheidsrelatie tussen de man en de slachtoffers.
De ontucht gebeurde over een langere periode waarbij sprake was van veelvuldige en verregaande seksuele handelingen. De man heeft zich bovendien na de eerste relatie – waarbij hij zich bewust was van het feit dat de relatie niet was toegestaan – niet laten weerhouden een tweede relatie aan te gaan. De man heeft zijn zorgplicht naar de slachtoffers ernstig verwaarloosd en heeft alleen zijn eigen belang vooropgesteld. Dit ondanks dat hij door directe collega's was gewaarschuwd.

Schadevergoeding
De man moet ook schadevergoeding van ruim 1000 euro betalen aan één van de slachtoffers. Deze vergoeding is voor de kosten die zij heeft gemaakt door het bewezen feit. De door beide slachtoffers gevraagde immateriële schade is door de rechtbank niet toegekend. De reden daarvoor is dat uit het schadevergoedingsverzoek onvoldoende volgt dat de psychische problemen verergerd zijn of zijn gaan herleven vanwege de ontucht. Dat de problemen verergerd zijn, is op zich zelf goed mogelijk. Maar op basis van de huidige gegevens kan de rechtbank onvoldoende bepalen of dit is gebeurd en zo ja, in welke mate. Daardoor kan de rechtbank ook geen gebruik maken van haar bevoegdheid de schade te schatten.