Willem Beekman. Foto: PR
Willem Beekman. Foto: PR

‘Hoelang ik ook in de Achterhoek leef, Texel blijft mijn thuis’

Veur de Draod

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Antwoord en je ziel ligt bloot. In deze aflevering Boer zoekt Vrouw-boer Willem Beekman (57). “Mijn vader vond mijn homo-zijn erg, mijn moeder gelukkig niet.’’

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Opgeruimd. Ik ben nooit zwaar op hand. Maar de wereld is momenteel natuurlijk zorgelijk. Mensen hebben het goede gesprek niet meer. We kwamen uit de tijd van het poldermodel, dat lijkt verdwenen. Tegenstellingen worden ook harder omdat inkomens te veel verschillen. Het bestaat tegenwoordig in Nederland dat je werkt en niet kan rondkomen.

Ik zat, vrij recent nog, in de Lochemse raad. Ik stopte omdat acht jaar een prima tijd was, maar ik had ook moeite met de luide minderheid die het van de zwijgende meerderheid won. Een voorbeeld: Lochems Nieuws had een onderzoekje gedaan voor de verkiezingen: bevolking, willen jullie windmolens? Een meerderheid zei ja. Maar op GroenLinks (Beekmans partij, red.), Lochem Groen en D66 na wil geen partij nog windmolens. Windmolen-tegenstanders lieten zich in de media en bij raadsleden daarna flink horen. Nu zeggen ze: de bevolking wil geen windmolens. Nee: de schreeuwende minderheid wil het niet en krijgt… haar zin.”

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mo’:
“Fysiek ben ik mijn vader. Als mensen mijn stem horen wanen ze hem weer levend. Hij was veearts op Texel en iedereen daar herkende mij direct als zijn zoon, door onze gelijkenis. Dat vond ik lastig, ik wilde ook weleens in de meute opgaan. Het was een aardige man maar tamelijk autoritair. ‘Omdat ik het zeg’, zei-ie vaak.

Mijn moeder was zachter in karakter, dat karakter kreeg ik mee.’’

3) Mijn coming-out was eenvoudig:
“Nee. Het vertellen dat ik homo ben vond mijn vader verschrikkelijk, hij was erg christelijk. Mijn moeder had daar dan totaal geen moeite mee, gelukkig. Zij zorgde met alles dat de boel bij elkaar bleef.”

4) Dit is mijn grootste angst:
“Dementie krijgen. Mijn vader kreeg het en vier broers van hem ook. Ik probeer alles te doen zodat het mij niet treft. Dat betekent zo min mogelijk bewerkt voedsel eten, weinig suikers en bindmiddels omzeilen.

Ik las, in onderzoeken, dat in ItaIië en Japan groepen heel traditioneel leefden. Veel groente, vis en olijfolie. Dementie was daar minder aanwezig. Ze pasten zich echter aan richting het nieuwe westelijke eetpatroon. Met onze fabrieksmatige toevoegingen. Én: dementie nam er toe.

Mijn vader wist zelfs dat hij dingen vergat. Dan zei hij: ‘ze zeiden mij dat jij hier vorige week ook was, ik weet het niet meer, dus eigenlijk hoef je niet meer te komen’. Belangrijk, of nog belangrijker, is dat je actief blijft: sport, beweeg, ontmoet.’’

5) Na de dood is er:
“Je geest leeft door. Maar je hebt als mens eerst een ontwikkelingstaak, met een missie. Dat is geen Beekman-religie maar Rudolf Steiner-leer die de grond van antroposofie legde. Door mijn werk op een biologische dynamische zorgboerderij kwam ik ermee in aanraking. Wanneer we overlijden, verlaat de ziel vervolgens het lichaam, het maakt zich op voor een volgend leven.’’

6) Het spijt mij dat ik aan Boer zoekt Vrouw meedeed:
“Absoluut niet. In 2012 was ik even een bekendheid. Ik kreeg 58 brieven van mannen en dat doet iets met je, zeker als je daarvoor niet goed wist hoe je met mannen in contact moest komen. Soms ben ik nog steeds boer Willem van tv of er is herkenning maar denken mensen dat je hun klasgenoot was. Dat laatste is het begin van de vergetelheid en die status vind ik prima.’’

7) De mens is monogaam:
“Dat is de christelijke ethiek, die dat ons opdrong. Je kan het even zijn, maar levenslang…? Ik heb tien jaar lang een relatie gehad. De eerste jaren ging monogamie als vanzelf. Daarna stonden we elkaar meer vrijheid toe. We hoefden niet altijd met elkaar te zijn. Als dat niet geheim gaat, is dat niet erg. Niet monogaam zijn wordt pas naar als het stiekem gaat.’’

8) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Kunnen wel, maar ik wil het niet. Toch is echt thuiskomen nog altijd Texel. Gek hè. Altijd als ik die boot afloop, denk ik: hier hoor ik. Maar dat is slechts een gevoel, het eiland appelleert aan mijn fijne kinderjaren. Want: ik zou er nu niet meer kunnen wonen.’’

9) Mensen met een accent zijn:
“Sympathiek en op hun plek. Kun je dichter bij je geboortestreek komen dan de taal ervan te spreken?’’

10) Dit komt op mijn grafsteen:
“Ik wil uitgestrooid worden op een natuurbegraafplaats. Als ik een levensmotto zou moeten geven, dan deze: ‘Mens, durf te leven’.’’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant