Burgemeester Anton Stapelkamp. Foto: PR gemeente Aalten
Burgemeester Anton Stapelkamp. Foto: PR gemeente Aalten

Vijf jaar burgemeester Stapelkamp: ‘Er zit veel burgerkracht in onze gemeente’

Politiek

AALTEN - Afgelopen week was Anton Stapelkamp vijf jaar burgemeester van Aalten. Op 22 december 2017 legde hij de eed af in handen van commissaris van de koning Clemens Cornielje. Dat gebeurde in een buitengewone raadsvergadering in Het Schepersveld in aanwezigheid van familie en talrijke gasten. Hoe gaat het hem nu als burgemeester? Tijd voor een uitgebreid interview.

Door Jos Wessels

Wie Anton Stapelkamp een beetje kent, weet dat hij van geschiedenis houdt, ook van zijn eigen voorgeschiedenis. Zijn voorouders komen uit Aalten, van boerderij Stapelkamp aan de Kiefteweg. Later woonde de familie op een boerderijtje op de Kemena. Zijn overgrootvader werkte met zijn zoons als arbeider in de kammenfabriek van Ten Dam en Manschot. Antons opa kon heel goed leren. Dankzij de dominee en het schoolhoofd mocht hij van de fabriek naar de kweekschool om te leren voor onderwijzer. Als 20-jarige stond hij in Bergentheim (Ov) op een school met kinderen van veenkoloniearbeiders. Later trok hij naar het westen, waar zijn kinderen opgroeiden. De verbinding van de familie met Aalten is altijd gebleven. In de Tweede Wereldoorlog zat Antons vader ondergedoken in IJzerlo.


Een droom komt uit
Anton Stapelkamp werd in 1961 geboren in Den Haag, maar groeide op in Rotterdam. Hij ging staatsrecht en bestuursrecht studeren in Leiden. Daarna gaf hij 15 jaar les in het mbo, voornamelijk in juridische en bestuurlijke vakken. In 1996 werd hij lid van de deelgemeenteraad Hillegersberg-Schiebroek, een onderdeel van de gemeente Rotterdam. In 2001 werd hij daar wethouder. Dat eindigde in 2010.
Hij had toen tijd voor een zesweekse fietstocht naar Santiago de Compostella, of zoals hij zelf zegt: ‘een protestant ging op bedevaart naar een katholiek heiligdom.’
In 2011 werd hij burgemeester van Kapelle in Zeeland. Maar altijd bleef zijn focus gericht op Aalten. Hij ging er met zijn vrouw Cecile op vakantie, maakte hier fietstochten en bezocht evenementen. Eén keer zat hij bij de gemeenteraad op de publieke tribune.
Hij wist al vanaf 2014 dat hij, als burgemeester Berghoef zou stoppen, hier zou solliciteren. In 2017 was het zover. ‘Wat als je het niet wordt en je droom in duigen valt?’ vroeg iemand in de sollicitatiecommissie.
Anton hoefde die vraag niet te beantwoorden want hij werd de nieuwe burgemeester.

Hoe bouwt u contact op met de inwoners?
“Ik heb mij op Aalten gestort. Ik liet mij met Cecile uitnodigen voor het warme eten. Er kwamen 150 uitnodigingen binnen. Wij hebben zo’n 75 visites afgelegd, tot corona het onmogelijk maakte. Maar wij willen binnenkort weer verder gaan. Je leert mensen uit alle rangen en standen kennen in hun dagelijkse doen en ze vertellen je heel veel. Ook gezinsvervangende woonplekken hebben we bezocht. Ook ga ik samen met Cecile op bezoek bij 60-jarige en 65-jarige bruidsparen en alle 100-jarigen. 50-jarige bruidsparen nodigen wij als groep uit in een plaatselijke horecagelegenheid. Maar er zijn natuurlijk ook talloze werkbezoeken en bezoeken aan evenementen en dergelijke. Ik heb een column in de Aalten Vooruit/De Band. Verder heb ik enkele keren burgerschapscursussen gegeven, samen met griffier Marcel Fiering. Daar leer je zelf ook heel veel van.”

Toen u honderd dagen burgemeester was, schreef u Bevindingen van een butendieker. Dat deed veel stof opwaaien. Hoe kijk je hier op terug?
‘Een butendieker is Zeeuws voor iemand van buiten. Als buitenstaander hoorde ik veel onvrede en zag ik dat dingen beter konden. In de politiek sprak men veel over elkaar maar weinig met elkaar. Tegenstellingen zoals tussen Aalten en Dinxperlo werden toegedekt. Ik heb niks zelf bedacht, maar de dingen opgeschreven die ik hoorde van raadsleden, ambtenaren, bewoners en mensen van buiten de gemeente. Sindsdien is er veel veranderd. De nieuwe raad maakte bijvoorbeeld een raadsprogramma waarbij coalitie en oppositie samenwerkten. De raad is gegroeid en zelfbewuster geworden, daar mogen we trots op zijn. Er is een goede sfeer in de raad en in het college. Ik voel mij hier thuis, ik ben nu een binnendieker.”

Een burgemeester is eerstverantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Maar veel wordt beslist op hoger niveau. Hoe gaat u daarmee om?
“We maken deel uit van de politie-eenheid Oost, een gebied met 76 gemeenten. Je kunt hier alleen wat bereiken door samen te werken met anderen. Dat lukt het best op een lager niveau zoals het district of het basisteam Achterhoek-Oost. Bij brandweer en crisisbeheersing maken we deel uit van de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG), waarin 22 gemeenten samenwerken. We moeten soms inleveren, zoals een brandweerwagen minder in Aalten en in Dinxperlo. Daar staat tegenover dat wij een mooie samenwerking op dit gebied hebben opgebouwd met onze Duitse buurtgemeenten.”

Contacten met Duitsland zijn voor u heel belangrijk?
“Een burgemeester van een grensgemeente moet goed Duits kunnen spreken. Ik onderhoud dit door elke dag naast De Gelderlander het Borkener Bocholter Volksblatt (BBV) te lezen. Zo blijf je goed op de hoogte van wat er in de grensstreek gebeurt. Enkele keren per jaar komen we samen met het gemeentebestuur van Bocholt. Mijn vrouw en ik gaan privé geregeld in Duitsland op vakantie. Zo werken we aan meer onderling begrip en een betere samenwerking. Ik was trots toen het BBV onder meer mij uit koos als een der Hoffnungsträger voor 2022.”

Er lijkt veel onvrede te zijn in de samenleving. Er zijn tegenstellingen tussen arm en rijk, platteland en stad, boer en natuurliefhebber, bestuur en burger. Hoe ziet u dat in deze gemeente?
“De leden van de huidige gemeenteraad zijn, meen ik, op een of twee leden na allen geboren in deze gemeente. Die hebben allemaal familie en vrienden hier en dat betekent korte lijntjes naar het bestuur. Als burgemeester en ook als college staan wij open voor iedereen. Onze relatie met de samenleving is vrij goed. Ik denk dat het hier meevalt met de tegenstellingen maar in het grote geheel zijn ze er zeker.”

Hoe gaat u om met protesten zoals van de boeren?
“Iedereen heeft de vrijheid om zijn mening te uiten en een demonstratie te houden, mits dit binnen de regels van de wet gebeurt (bijvoorbeeld vooraf aanmelden). Die vrijheid is groot. Men kan bijvoorbeeld symbolen gebruiken die anderen misschien pijn doen, zoals de omgekeerde vlaggen. Als burgemeester ga ik niet over de inhoud van een protest. Als men bijvoorbeeld vlaggen aan gemeente-eigendommen hangt, of de veiligheid in gevaar brengt, kan ik optreden, anders niet. Vlaggen hingen vaak aan lantaarnpalen langs de snelweg en die zijn van de provincie.”

De laatste jaren zijn zwaar geweest voor veel mensen. Neem de corona-epidemie met alle beperkende maatregelen, de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne en de energiecrisis. Hoe hebt u dat als burgemeester beleefd?
“De mensen hebben veel voor de kiezen gehad en hebben dat deels ook nu nog. Ik ben trots op deze gemeente, want hier zit veel burgerkracht. Het zelf-organiserend vermogen is groot, bij kerken, bij verenigingen en instellingen. Hoe men hier Oekraïense vluchtelingen opvangt, ook als burger, dat vind ik groots. Ook de gemeente doet wat zij kan. Ook ben ik er trots op hoe men bijvoorbeeld hier met vrijwilligers twee musea, in Aalten en in Dinxperlo, en het cultuurcentrum de Koppelkerk in Bredevoort runt.”


Zijn er ook nadelen aan Aalten? En hoe gaat u verder?
“Het enige nadeel dat ik kan bedenken, is de afstand tot familie en vrienden, waaronder onze drie volwassen kinderen en twee kleinkinderen en de 96-jarige moeder van Cecile. Bezoeken en visites moeten goed gepland worden. Gelukkig verdelen we met de wethouders de weekendpiketdiensten (de burgemeester of zijn plaatsvervanger moeten altijd bereikbaar zijn voor noodgevallen). In 2023 is mijn eerste termijn als burgemeester afgelopen. Maar ik ga graag voor een tweede termijn in de gemeente Aalten, want het bevalt mij hier meer dan goed!’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant