Afbeelding

Column De Buitenstaander: Potje muziek maken Toots?

Opinie

In mijn muzikale leven heb ik op een aantal instrumenten gespeeld. Het ene lag mij vanzelfsprekend beter dan het andere, maar blaasinstrumenten, daar heb ik absoluut geen fysieke binding mee. Dat vind ik jammer, want veel van mijn muzikale helden stoppen iets in hun mond. Charlie Parker bijvoorbeeld, de jazzvirtuoos en altsaxofonist, die pál voor hij op moest nog drie gebraden haantjes kon wegkanen. Maar dat terzijde. Ik heb het wel geprobeerd hoor, dat blazen; didgeridoo’s gehad, een trompet, en ik heb een paar mooie mondharmonica’s, maar op één of andere manier ben ik vooral goed in het produceren van ademnood bij mezelf. Zingen, gek genoeg, is iets anders. De eerste keer dat ik écht met de mondharmonica in aanraking kwam was door de bluesknakkers, die zwaar vervormd gromden en huilden naar de maan. Dát échte rauwe, daar hield ik van. Vergeleken bij hun was Toots Tielemans voor mij een krekeltje dat in de berm een lentescheetje liet. Het heeft me jaren gekost om hem te waarderen, dat geef ik eerlijk toe. Een groot deel van mijn leven vond ik zijn muziek, en dat zat hem vaak ook in de begeleiding, niet meer dan veredelde liftmuziek. ‘Poops Pielemans’, zoals ik hem toen oneerbiedig noemde, gaf me vaak een gevoel alsof ik op een Martini cocktailparty naar ‘The girl from Ipanema’ zat te luisteren, terwijl ik er juist naar hunkerde in een juke joint te wezen waar zelfs de toiletten werden doorgetrokken met Bourbon. Het was me gewoonweg te netjes, en zo ontzettend binnen de lijntjes ook. Wist ik veel. En toen, op een dag zag ik een concert van de Jaco Pastorius big band in Japan, op video, en verrek, dáár kwam ineens n’onkel Toots doodleuk en ontspannen de bühne opgelopen. Jaco en Toots? Ze lachten amicaal naar elkaar, maar voor mijn gevoel klopte er iets niet. Was de waterpijp even tevoren te royaal gestopt en hallucineerde ik? Het was alsof ik ging kijken naar de ‘Pim Jacobs Experience’ met Jimi Hendrix op triangel! Het is een groot geluk, dat wij mensen ons af en toe vergissen. Vaak levert dat hele leuke nieuwe inzichten op. Op zo’n niveau vergis ik mij graag en ik hoef absoluut geen gelijk te hebben, als dat me zulke mooie muziek schenkt. Ik zag ineens zijn handen, die de mondharmonica masseerden, kneedden, en hoorde een toon met een diepe emotionele expressie, waarbij ik dacht (en ik weet het nog precies): ‘Dát is net een hele verdrietige pauw! En wat kan dat prachtige beestje mooi zingen!’ (ik hoor heel vaak dierengeluiden in muziek). Ik bleef vanzelfsprekend luisteren, en ontdekte een timing en ruimte in zijn spel, alsof hij een noot aan een touwtje had, gelijk een vlieger, en een pact met de wind had gesloten. Ik die altijd de storm in muziek had gezocht, ontdekte het briesje dat me luchtig meenam naar de stilte en het wijdse. En toen Toots Tielemans een paar jaar geleden uit de tijd kwam schreef ik op: Ik weet niet exact hoe lang die vlucht naar de hemelen duurt, maar als Toots daar aankomt, zal er een erehaag staan, bestaand uit al die reeds aanwezige en zo node gemiste muzikanten, waarbij bij éénieder op het voorhoofd staat geschreven: ‘Potje muziek maken Toots?’
P.s. Zijn mondharmonica noemde hij ‘mijn broodje’.

Tekst: Rocco Ostermann

Advertenties doorgeplaatst vanuit Aalten Vooruit