Afbeelding

Column Dichterbij: Fotografisch geheugen

Opinie

Mijn zomervakantie bracht mij dit jaar voor het eerst in lange tijd naar Italië. Een prachtig land, met een enorme diversiteit aan landschappen, regionale (eet)culturen en kunstschatten. Niet vreemd dat veel Italianen nauwelijks hun eigen land uitkomen. De eerste vier nachten brachten mijn vrouw en ik door in Caldonazzo, net onder de Dolomieten. In 1973, 1975 en 1976 was ik er met mijn ouders al geweest en het leek me leuk om, voordat we de hoge Dolomieten ingingen, op die nostalgische plek te wennen aan Italië. Aan de warmte, de taal, het eten en de Italianen.

Ik was 11 in 1976 en dat is al 47 jaar geleden, dus ik was benieuwd wat ik nog zou herkennen. Mijn bezoek bleek af en toe knap verwarrend. Sommige dingen herkende ik meteen en soms leek het allemaal vreemd. Het stationsgebouw was er nog, inclusief de bellen die waarschuwden voor als er een trein uit de richting Trento of uit Mestre kwam. De kerk, waar ik mijn eerste orgelconcert bijwoonde, het huis aan de Via Brenta, waar we te gast waren bij de familie Marchesoni, het meer met het Lido en het vrije strandje ernaast, de Via Roma, waar we boodschappen deden bij de kruidenier en waar een alleraardigst winkelmeisje grote indruk op mijn oudste broer maakte, met een stoeltjeslift van het een halfuurtje verderop gelegen Vetriolo naar de Panarotta2000: het kwam allemaal boven. Maar ik had moeite de weg te vinden toen we wat in en rond het dorp wandelden. Ik had geen flauw benul van de enorme fruitteelt, met name appels, rond het dorp. Het leek wel of ik in mijn vorige (fruitteelt)gemeente Kapelle was, de Bloesem van Zeeland. En die eerste stoeltjeslift van mijn leven, vierhonderd meter de hoogte in, wist ik mij te herinneren, maar geen idee hoe we er destijds zonder auto kwamen. Mijn ouders reden immers geen auto doordat mijn vader een carrière bij de NS had en wij als gezin de luxe hadden in allerlei Europese landen vier keer twee dagen gratis te mogen reizen. Kortom, het waren flarden die boven kwamen, maar er ontbrak ook veel.
Opeens viel het kwartje. Mijn vader maakte altijd van die uitgebreide reisverslagen met toegangsbewijzen, wijnetiketten, folders, programma’s en natuurlijk de foto’s die gemaakt werden. Foto’s schoot je niet lukraak, daar dacht je over na. Ik herinner me dat een rolletje van 36 opnamen zo een 25 tot 30 gulden kostte, dus dan laat je het wel om zo maar wat raak te schieten.
Opeens viel me op dat ik me eigenlijk vooral de beelden en verhalen van die foto’s herinner, wat niet op de foto’s stond wist ik niet meer. Ik heb blijkbaar een vooral fotografisch geheugen.
Dat belooft niet veel goeds in deze tijd waarin we maar raak klikken met onze mobiele camera’s en nog nauwelijks foto’s uitprinten.

Anton Stapelkamp, burgemeester

Advertenties doorgeplaatst vanuit Aalten Vooruit