Afbeelding

Column De Buitenstaander: Frits W.

Opinie

Er zijn mensen die pas ná hun dood grappig zijn, of meer accuraat geformuleerd, grappig blijken te zijn geweest, want tijdens hun vrij saaie leventje was dat nooit iemand opgevallen. Ik heb zijdelings een man gekend, Frits W., waar ik via een gezamenlijke kennis iets vreemds over hoorde. Frits W. was echt wat je noemt een kleurloos figuur, maar hij moet ook een volbloed binnenvetter zijn geweest. Het zo ongeveer meest avontuurlijke wat hij ooit ‘en public’ gedaan had, was een weekje met de klaar-overs meedraaien, omdat zijn vrouw met een dik knie thuis geblesseerd op de sofa lag. Het was een man zonder verhalen leek het wel, en daardoor ook iemand zonder al te veel geschiedenis.
Toen deze onfortuinlijke Frits op zekere dag te horen had gekregen dat zijn aardse verblijf binnen een half jaar in een eeuwig bestaan zou overgaan, heeft hij dat aan niemand verteld en moet hij ondanks z’n malheur toch wel één van de meest grote binnenpret-attracties hebben ontwikkeld die ooit in een binnenpretpark hebben gedraaid. In het grootste geheim regelde hij allereerst voor zichzelf een groteske steen en hij liet op het kerkhof een crypte bouwen. Zeer ongewoon. Geen sterveling in het dorp wist voor wie dat kleine mausoleum was.
Tot op de dag van de begrafenis dus, en toen stonden er ook nog allemaal buitenissige types her en der verspreid rond het graf. Niemand van de familie of vrienden (behalve mijn kennis), wist wie die figuren waren. Frits W. had ze van te voren uitgezocht, geëngageerd en betaald, en ze waren ook allemaal komen opdraven. De SM domina in haar strakke latexpakje en haar zwarte gotische paraplu stond op gepaste afstand, in haar eentje te snikken, en iedereen vroeg zich af welke duistere kant de overleden Frits had gehad. Een eindje verderop stond een aantal zwarte mannen van dik twee meter lang met hun armen over elkaar geslagen, inclusief dure zonnebrillen, die nogal gangsterachtig en intimiderend overkwamen. Dat waren gewoon jongens van een basketbalclub. Voor tweehonderd euro de man wilden ze hem voor de gelegenheid wel een dienst bewijzen.
Mijn kennis Bartje T., uit het dorp verderop, had zich voor de gelegenheid in een gehuurde Bentley (inclusief chauffeur) laten brengen en was gekleed als maffiabaas Don Vito Corleone naar de uitvaart gegaan. Twee spichtige neven van Bart, inclusief stilettobakkebaardjes, flankeerden hem. Ze legden een belachelijk grote krans voor de crypte met een lang breed lint waarop in koeienletters stond geschreven ‘Van je familie uit Palermo’.
Je zag iedereen verbijsterd kijken en er was amper aandacht voor de plechtige woorden die meneer pastoor uitspraak. Nu waren dat tóch al woorden die kant nog wal raakten, en de mensen keken elkaar dan ook schouderophalend, met de wenken in de verwonderingstand, aan: ‘Huh!?, heeft hij het over Frits? Ónze Frits? Een ondernemende, gezellige man? Frits was bijna aan zijn televisie vast gegroeid en als je er niet een halve fles jenever ingooide, kwam je er amper achter dat hij überhaupt kon praten!’
Hoe dan ook, blijkbaar wilde de overledene, Frits W., zijn familie op de kast jagen, een poets bakken, en nadat hij zijn houten jasje aangemeten had gekregen, maakte hij de beste grap ná zijn leven.

Tekst: Rocco Ostermann

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant