Afbeelding

Column Buitenstander: Oud zijn is niet voor softies

Opinie

Ik gaf de oude dame een teken en hoorde mezelf zachtjes zeggen: ‘Steekt u maar gerust over, ik heb u wel gezien...’
Ze knikte lichtjes, maar bleef desondanks op haar plek staan en keek met een taxerende, vrij onheilspellende, blik mijn kant op alsof er lappen vlees en stukken panterprintlegging in de gril van mijn auto zaten. Dat zal wel komen, bedacht ik me in een flits, omdat ik mijn nummerbord heb vastgeplakt met duct tape. Inparkeren in Arnhem, dat gebeurt zeg maar, een beetje op de Parijse manier, vandaar.
De oude dame en ik, we keken elkaar weer een ogenblikje aan en ik gaf haar nu een relaxt handbeweginkje, waarvan ik hoopte dat het ‘wees maar niet bang’ zou impliceren en haar gezicht leek zich een ietsje te ontspannen. Ik hield haar nauwlettend in de gaten en meende in een subtiele schouderbeweging van haar een licht ‘Ok, vooruit met de geit, ik ben er klaar voor moment’, te zien, maar plotsklaps besloot ze tóch, met haar twee witte dunne boodschappenzakjes in haar handen, het op een houterig 80-plus-sprintje te zetten en páts, knap..., dáár gingen de sinaasappelen dartel over straat als vrolijke eerstejaarskalfjes die voor het eerst een sappige weide zien én er horendol van geluk in sprinten.
Achter me begon al iemand ongeduldig te claxonneren en door de oprechte diepe verfoeiing van dat geluid moest ik kwiek het reeksje dat tot 10 gaat maken. Jeminee, wanneer er eentje begint, duurt het niet lang voordat de tweede claxon of a bitch zich luid manifesteert. Ik vind dat getoeter een regelrechte sonische straat tirade en het is ook niet voor niets dat Jezus zich als herder presenteerde, mensen zijn schapen. Ik kon onmogelijk verder rijden, er was ook geen parkeerhaven naast me, dus stapte ik uit, maakte meteen, richting toeterende chauffeur, met mijn twee handen een beweging alsof ik een rug aan het masseren was: blijf nou kalm man, kom op. ‘Het leed is zo geleden,’ flapte ik er nog vrij luidkeels sarcastisch uit. I
k was al een paar minuten bezig alleen maar met mijn handen te communiceren, allemaal bewegingen om mensen rust en vertrouwen te schenken, maar niets scheen te helpen. Nu begonnen er weer andere, fris ter plekke gearriveerde, weggebruikers te toeteren. Ondertussen waren er gelukkig mensen, een jong paartje en een jongen op een skateboard, die de fruitige oranje spikkels van het grijze wegdek opraapten. Maar de tas was geknapt. En nu dan? Ik gaf haar de mijne.
Wat later reed ik via de A18 richting de Achterhoek en dacht: je maakt ook wat anti-avonturen mee hè, in de late avonduren van het leven. Een uur daarvoor was ik nog bij een vriend op bezoek geweest die twee kleintjes heeft, die met hun zevenmijlsbreintjes het leven als één groot podium voor ontdekkingen ervaren. Voor de oude dame, vroeger misschien wel een gevierd ballroomdanseres, of een bomenklimster, leek het inmiddels veeleer op een smalle loopplank richting het schavot. Oud zijn is niet voor softies!

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant