Column De Buitenstaander

Column De Buitenstaander

Column De Buitenstaander: Rock and roll

Opinie

Toen ik zo rond het middaguur de deur uitging, stond er een boodschappentas op de stoep, pal voor mijn woning. Ik keek maar met een half oog, ik was nog niet goed wakker. Mijn koffieblik was leeg. Ik had nog wel thee die ik aan mijn gitaarleerlingen slijt, maar aangezien thee not my cup of coffee is, na ja, hocus pocus, koffie voor focus. Dat! Er zijn beslist magische bonen op aarde. Je maakt er koffie van.
‘Ik ben brak joh’, hoorde ik plots iemand vrij luid en enthousiast zeggen. Een beetje als zo’n achttienjarige die dat nog stoer vindt om te zeggen. Zo’n type die met z’n maten op de camping Manhattan wil nabouwen met lege kratten bier. Ik kon er om grijnzen, natuurlijk. Ik was destijds niet anders.
‘Jij bent altijd brak he, als ik je zie?’ antwoordde een jonge vrouwenstem. ‘Heb je wel geslapen? ‘De conversatie speelde zich af in het portiek van de overbuuf, een studente. Ik zag de jongen, een krullenbol, hij zei: ‘Ik kom net uit Nijmegen.’
Of hij geslapen had, daarop antwoordde hij niet. Hij liep naar de boodschappentas. We keken elkaar aan maar zeiden niets. Ik kon zien dat hij de blikken budget-bier weg moffelde en het netje mandarijnen er bovenop legde. De jongen had zojuist iets geleerd. Veel eerder dan ik. Hij had plannen. Met haar. Dat was duidelijk. ‘Dat kom vast goed, veel geluk samen,’ flapte ik er spontaan zachtjes uit. De jongen keek me stomverbaasd aan, alsof ik de broer van Nostradamus was.
Ik liep de straat uit. Dat rock and rollen, dat doe ik zelf tegenwoordig wel een stuk minder. Ik ben een beetje moe en bluesy. Maar ja, dan schakel je een tandje bij, want wanneer je je niet helemaal jofel voelt, moet je evengoed wel iets gaan doen. Stilzitten is funest. Kan ik sowieso niet. Voor mij betekent dat dat ik ga schrijven, over alles wat ik zie, onderweg naar wat dan ook. Maar actie moet er komen. En koffie dus.
Ik slenterde richting de supermarkt en begon zachtjes een liedje van een Duitse zanger, Marius Müller Westerhagen, te zingen. Samen met Udo Lindenberg, is Westerhagen de Herman Brood van Duitsland. ‘Ich möcht zurück auf die Straße Möcht wieder singen, nicht schön, sondern geil und laut Gold findet man bekanntlich im Dreck Und Straßen sind aus Dreck gebaut.’
Na het avondeten had ik me gedoucht, de lichte schaduw van het gezicht geschoren en me in een denimkleurig ensemble gehesen. Ik had die avond een feestje van een vriendin, omdat ze Sarah had gezien, de vijftig had aangetikt. Ik had er amper de puf voor, zag er zelfs tegenop. Ik pakte mijn schoenen, blue suede shoes lijken het, maar ze zijn van leder. Wel echtes leder. Rock and roll shoes. Ik strikte de schoenen dicht en ging wat later langzaam de trap af naar de voordeur.
‘Stapvoets bergafwaarts,’ schoot het door me heen. De schoenen voelden raar. Waren de zolen versleten? Ik keek omlaag, zag geen schoenen, en liep hoofdschuddend weer naar boven. Daar stonden ze. Naast mijn stoel, dichtgestrikt. Het was alsof ik ze hoorde proesten, die schoenen. Jeetje. Ik moest nog auto rijden ook.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant