Martie te Brake (links) en Nico Papineau Salm (rechts) stappen op de fiets om naar de volgende molen te gaan. Foto: Eva Schipper

Martie te Brake (links) en Nico Papineau Salm (rechts) stappen op de fiets om naar de volgende molen te gaan. Foto: Eva Schipper

Inspirerende dag voor Aaltense molenhouders en vrijwilligers

Algemeen Aalten

Voorzitter stichting de Hollandsche Molen brengt bezoek aan drie Aaltense molens

Door Eva Schipper

AALTEN - In het teken van het honderdjarige bestaan van stichting de Hollandsche Molen, bezocht voorzitter Nico Papineau Salm op zaterdag 18 februari drie Aaltense molens. Deze stichting zet zich al honderd jaar in voor het voortbestaan van wind- en watermolens in Nederland. Nico ging in gesprek met molenhouders en vrijwilligers van de Wenninkmolen, de Teunis molen en de Prins van Oranje molen. Fietsend met molenaar Martie te Brake ging Nico langs de drie molens. Martie kijkt tevreden terug: “Het was voor molengek Aalten een zeer inspirerende dag.”

Molenaars, vrijwilligers en de gemeente Aalten wisselden ideeën uit en de nieuwe subsidieregeling van de provincie Gelderland kwam ter sprake. Door deze nieuwe regeling krijgen molens vanaf volgend jaar geen subsidie meer vanuit de provincie Gelderland. De stichting Hollandsche Molen kan als lobby fungeren bij de provincie en daarom was het bezoek van Nico voor de Aaltense molens ook van belang.

Honderd molens
In het teken van het honderdjarig bestaan van de stichting Hollandsche Molen bezoekt Nico honderd molens in Nederland. Vanuit milieuoverwegingen doet Nico dit op de fiets en met het openbaar vervoer: “Ik vind het prachtig om te luisteren naar de verhalen van vrijwilligers en moleneigenaren. Geen enkele molen is hetzelfde en dat maakt het super interessant.”

Nico heeft een goed beeld van hoe de molens nog meer invulling kunnen geven voor de lokale bevolking: “Ik denk dat scholen hier een een belangrijke rol in kunnen vervullen. Hierdoor krijgen de molens meer bekendheid in de regio en kunnen er bijvoorbeeld ook jonge enthousiaste molenaars gevonden worden.”

‘Er is altijd plek voor nieuwe vrijwilligers en we zouden het ook heel leuk vinden als er vrouwen molenaar willen worden’


Speciale wieken
Nico is zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van de molen, maar ook in wat de molen betekent voor de lokale bevolking. Hij keek samen met vrijwilligers en molenhouders naar wat goed gaat en wat beter kan. Een succes voor de Achterhoekse molen is bijvoorbeeld het bezit van speciale wieken. Martie legt uit: “Onze molens hebben kleppen in plaats van zeilen in de wieken. Dat maakt onze molens efficiënter en veiliger in het gebruik.” Ook bespraken ze de haalbaarheid van de organisatie. Gelukkig hebben de molens in Aalten veel enthousiaste vrijwilligers en zijn er ook geïnteresseerden om molenaar te worden. Martie vertelt verder: “Maar er is altijd plek voor nieuwe vrijwilligers en we zouden het ook heel leuk vinden als er vrouwen molenaar willen worden.”

Geen subsidie meer
Vanaf volgend jaar verstrekt de provincie Gelderland geen subsidie meer aan molens. Voor molenaars in Aalten is dit een tegenslag. Ook de stichting Hollandsche Molen vindt dit onbegrijpelijk. Nico: “Ik ben erg benieuwd naar de redenen van de provincie waarom ze dit besluit gemaakt hebben. De provincie wil graag Cultureel Erfgoed stimuleren en molens zijn niet voor niets gemeentelijke- of rijksmonumenten en moeten onderhouden worden. Geen enkele molen is onderhoudsvrij, dus wat mij betreft moet de bezuiniging snel van tafel.” Ook Martie is het hier mee eens. “Het is een heel rigoureus en pijnlijk besluit van de provincie Gelderland.” Opvallend is dat andere provincies wel subsidies blijven uitkeren en dat voelt voor molenhouders in Aalten oneerlijk.

Nieuwe inkomsten
Toch blijft Martie positief: “We zullen op een andere manier inkomsten moeten genereren. We zouden bijvoorbeeld een nieuwe commissie kunnen oprichten die nieuwe inkomsten kan organiseren. Misschien meer rondleidingen, activiteiten en sponsoren zoeken.”  De molen in Lintelo heeft bijvoorbeeld al 125 donateurs: “Daar zijn we echt ontzettend blij mee, maar waarschijnlijk is dat niet genoeg om de leeglopende buffer te vullen. We hopen dat de provincie zich bedenkt en anders gaan we er alles aan doen om het zelf op te lossen.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant