Het lossen van duiven, op naar huis. Foto: PR

Het lossen van duiven, op naar huis. Foto: PR

De Aaltense duif vliegt goed. Wat is het geheim?

Algemeen

AALTEN - Het gaat goed met de Aaltense duif. De afgelopen weken kwam regelmatig het nieuws binnen dat de Aaltense duiven hoog in de klassementen van de regio eindigden. Waar komt dat succes vandaan? Gert Visser en Jan Wiggers, leden van P.V. Aalten, vertellen met veel liefde voor de hobby over het geheim van de Aaltense duiven.

Door Kristel te Bokkel

Een jaar of twee geleden voegden de Aaltense verenigingen ‘de Luchtpost’ en ‘de Reisduif’ zich samen. “Ondanks dat we al in hetzelfde gebouw gevestigd waren, zijn we door de fusie gegroeid. En daarmee is ook onze ambitie groter geworden. We zijn allemaal wat fanatieker,” vertelt Gert Visser enthousiast.

Maar door alleen enthousiasme gaan duiven niet beter vliegen. Ondanks dat er in de duivensport verschillende disciplines zijn, is het in elke discipline de bedoeling dat de duif zo snel mogelijk thuis is. Er moet dus gezorgd worden voor de snelste gemiddelde snelheid en daarvoor is men afhankelijk van verschillende factoren. Visser en Wiggers vertellen over een aantal van die factoren die zorgen voor het succes van de Aaltense duiven.

Wiggers: “Voeding is bijvoorbeeld belangrijk. Je probeert een duif zo optimaal mogelijk op gewicht te krijgen voor een wedstrijd. En om te bepalen hoeveel gewicht je de duif mee moet geven, is onder andere de wind belangrijk. Ik check de hele week de weerapp en bepaal aan de hand daarvan hoeveel energie ik meegeef.” Visser vult aan: “Een van de snelste winden, was een staartwind waarbij de duiven 140 kilometer per uur vlogen. Dan is een zware duif in het nadeel, terwijl een lichte duif daarvan juist profiteert. Maar geef je een duif te weinig mee, dan heeft ‘ie niet genoeg energie om thuis te komen.”

Het weer speelt een grote rol tijdens de wedstrijden. Ondanks dat er weinig wetenschappelijk bewijs voor is, lijkt het erop dat duiven zich oriënteren op de stand van de zon. Volgens deze theorie vliegen duiven net zolang tot de stand van de zon zo is, zoals deze thuis zou zijn. “Dat is eigenlijk wel de algemeen geaccepteerde theorie en daarom vliegen we alleen als minimaal een achtste van de lucht blauw is,” aldus Visser.

Visser vervolgt het verhaal: “Maar we doen eigenlijk niet echt iets anders dan voorgaande seizoenen. Je zou daarmee kunnen stellen dat de kwaliteit van de duiven omhoog is gegaan.” Wiggers: “Het geheim van het succes van de Aaltense duiven zou goed kunnen zitten in de fokkerij.” Visser: “Je bent natuurlijk altijd op zoek naar de beste duif. Bij een goede vlieger probeer je dan jongen of eieren te krijgen. Samen met het kweken is dat echt het wintervermaak. Het vliegen zelf is echt iets van de zomer.”

En natuurlijk speelt ook geluk altijd een rol tijdens een wedstrijd. Visser: “Het is nooit zo dat altijd dezelfde duif wint. Ook als hobby-duivencoach kun je het winnen van de professional. Dat vind ik ook zo mooi aan deze hobby. Dat er zoveel factoren een rol spelen.”

Een duif van Jan Wiggers. Foto: Karin Stronks

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant