Oud-Indiëganger Rien van Driel met mariniersbaret en uniformjasje. Foto: Karin Stronks

Oud-Indiëganger Rien van Driel met mariniersbaret en uniformjasje. Foto: Karin Stronks

‘Niet achter de vrouwen aanjagen’

Algemeen

Oud-Indiëganger Rien van Driel vertelt

Door Karin Stronks

AALTEN - In Barlo, langs ’t Villeken, op het terrein van de familie Veerbeek, is een expositie ingericht met portretten van 25 veteranen uit de gemeente Aalten. Het Haarts Foto Collectief heeft oud-militairen gefotografeerd die in Nederlands Indië hebben gevochten of zijn uitgezonden naar vredesmissies in verschillende landen. Mannen en vrouwen die zich hebben ingezet voor de vrijheid van een ander, in een vreemd land. De tentoonstelling, die is opgezet in het kader van 75 jaar vrijheid, is te zien van april tot oktober. In deze krant komen enkele veteranen aan het woord die hebben meegewerkt aan de expositie. Hieronder het verhaal van Rien van Driel (93).

De 93-jarige Rien van Driel loopt met rechte rug, schenkt koffie en serveert een koekje. Hij vertelt tot in details over zijn diensttijd in Nederlands Indië, dat vanaf medio zeventiende eeuw een Nederlandse kolonie is. In 1942 komt het land in Japanse handen. Na de Tweede Wereldoorlog breekt opnieuw een roerige tijd aan, Soekarno roept in 1945, onder druk van nationalistische jongeren, de Indonesische republiek uit. Pas twaalf jaar later komt er een eind aan de Nederlandse aanwezigheid in Nederlands Indië. Een deel van Nieuw-Guinea blijft tot 1962 in Nederlandse handen.

Netjes
Voor de fotoshoot pakt Rien zijn uniformjasje en een stropdas. “We moeten wel netjes op de foto hè”, zegt hij. De mariniersbaret zet hij op zijn hoofd. Onder de trap staan spullen uit Nederlands Indië, een grote dekenkist met een felgekleurde deken met daarop een standaard met muziekinstrumenten, diverse dierenfiguren, houtsnijwerk. Fraaie inheemse beelden hangen er aan de muur. “Deze kist heb ik in mijn grote kist met mijn spullen meegenomen.”
Op zijn negentiende jaar, in 1946, werd oud-Aaltenaar Rien van Driel als dienstplichtige voor twee jaar uitgezonden naar Nederlands Indië. Hij dient in de stad Surabaya, op Oost-Java. Rien legt uit: “Tijdens de militaire keuring is overeengekomen dat ik zou worden ingedeeld als verpleger bij een medisch onderdeel. Na de training, ik bleek goed te kunnen schieten, werd ik echter ingedeeld als pionier bij een infanteriecompagnie. Daar heb ik bezwaar tegen gemaakt en mijn commandant zorgde ervoor dat ik in het Rooms-katholieke burgerziekenhuis werd geplaatst. Daar werkte ik onder zuster Sponzaria op de afdeling huid- en geslachtsziekte.”

Klamboe dicht
Hij komt in aanraking met mensen met ongeneeslijke syfilis, mensen die de dood in de ogen kijken. Hij verbindt wonden die openliggen tot op het bot. Na drie maanden gewerkt te hebben in het ziekenhuis krijgt hij de opdracht om nieuwe lichtingen mariniers voorlichting te geven. “Ik maakte een voordracht waarin ik uitleg gaf wat de jongens vooral niet moesten doen, zoals kip of saté ajam eten langs de weg en achter de vrouwen aanjagen. Ik vertelde ook dat ze de klamboe goed dicht moeten maken om malariamuggen tegen te houden. Veertig jaar later interviewde een journaliste op televisie een oud-marinier uit Nederlands Indië. Deze vertelde één op één mijn voordracht aan de kijkers!”

Poli
a een jaar wordt Rien als pelotonverpleger geplaatst bij de brigadestaf aan de Daandelstraat in Surabaya, waar huizen staan die door de marine worden gebruikt voor diverse bestemmingen zoals Marinierskapel en Vora (kleding). “In een van de huizen hield ik mijn poli waar we ook Javaanse medewerkers hielpen. Twee keer per week trok ik met een tas vol medicijnen naar een kampong bij Surabaya om mensen te helpen, dat heb ik een jaar gedaan.” In de Daandelstraat heeft Rien eens een schriftelijke opdracht geweigerd voor een behandeling bij een patiënt. ”Het ging om drie keer per dag een zoutsolutie behandeling op een delicate plek, ik dacht dat de arts zich vergist had. De dokter belde de volgende ochtend dat dit regelrechte insubordinatie was… Ik moest acht dagen ‘brommen’, dat heb ik gedaan. Gelukkig is dit voorval niet in mijn ontslagbrief gemeld en heb ik mijn diensttijd op een goede wijze vervuld…”

Jeugdbeweging
Er staan naast de militaire taken voor Rien ook veel burgeractiviteiten op het programma. Zo werkt hij voor de Protestantse Kerk en de jeugdbeweging in de wijk Darmo in Surabaya. Hij is lid van de PJC jongerenclub waar zang, toneel en volksdansen worden beoefend. Hij heeft de algehele leiding over de Zondagsschool op Oedjoeng, een marinekazerne in Surabaya, waar grote groepen kinderen op af komen. “Ik herinner me nog een reisje, uitstapje met een paar Lintwormen, opstapvoertuigen van de marine, naar Sumber Porro, een uitgaansgebied, waar we van de KM lunchpakketten en frisdrank hadden losgebedeld voor 300 kinderen en vrijwilligers”, glimlacht Rien.
Door het Zondagsschoolwerk en het PJC-werk komt Rien in contact met dominee Hildering en de gezusters Kruyt. “Fiep Kruyt was als directeur van het zendingsziekenhuis Mardi Santosa betrokken bij het bevolkingsonderzoek. Hele kleine en te lichte kinderen werden opgevangen in dagverblijven waar ze extra maaltijden kregen aangeboden. Voor haar stichting heb ik later lezingen gehouden waarbij we in de pauze batikwerk verkochten, zodat ik haar werk kon steunen. Verder heb ik via onderwijzer Otto Iskandar een twintigtal kansarme Javaanse kinderen een pleegouder of een financiële adoptie kunnen bezorgen. Wij hebben zelf twee kinderen op deze manier ondersteund, tot en met de middelbare school. En ook de familie Veerbeek, bij wie op het erf de expositie van de veteranen is opgesteld, heeft een Javaans kindje op deze manier geholpen!”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant