Frits Küpers bij de schapen op zijn boerderij. Foto: Lydia ter Welle
Frits Küpers bij de schapen op zijn boerderij. Foto: Lydia ter Welle

Frits Küpers afgezwaaid als kinderarts SKB

Algemeen

WINTERSWIJK - Op 14 juli 1986 begon Frits Küpers als kinderarts in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB). Nu, 34 jaar later, is hij afgezwaaid, en krijgt hij tijd voor zijn boerderij, de schapen, de kippen, de moestuin, het bouwen van een bakhuisje oude stijl en het compleet reviseren van VW-busje, een 'hippiebusje' zoals hij het noemt. In een interview vertelt hij over zijn in de loop der jaren veranderde vak en over het plezier waarmee hij al die jaren in het SKB werkte. "In een geweldig team in een prachtig ziekenhuis, echt geworteld in de streek, en dat maakt het zeker van meerwaarde", aldus Küpers.

Door Lydia ter Welle

Halverwege 1986 kwamen Frits Küpers en zijn vrouw Marga vanuit Utrecht, waar hij werkte in het Wilhelmina Kinderziekenhuis, naar Winterswijk. Al een jaar eerder waren er contacten, maar in 1986 lukte het directeur Ben Groothuis om Küpers naar het SKB te halen, om er samen met kinderarts André van Kuppevelt aan de slag te gaan. "Ik kom uit Twello, mijn vrouw uit Lonneker, en hoewel ik met veel plezier mijn opleiding afrondde en werkte in Utrecht, was voor ons al duidelijk dat we graag terug wilden naar een streek die vergelijkbaar was met onze geboortestreek. Zo ging ik aan de slag in het SKB, een mooi nieuw ziekenhuis (geopend op 29 februari 1984). Het was toen één van de ziekenhuizen, van een zekere grootte, zoals je die overal in Nederland had. Het is nu nog even groot, maar nu heten we opeens 'klein'. Dat komt doordat in de meer stedelijke gebieden ziekenhuizen fuseerden, denk maar aan het MST in Enschede en Oldenzaal, de Isala Klinieken in Zwolle en Rijnstate in Arnhem", vertelt Küpers.

Om het weekend dienst
De afdeling kindergeneeskunde telde de eerste twaalf jaar twee kinderartsen. "Dat betekende dus om het weekend dienst. In vakantietijd kon het wel eens heftig zijn, omdat je dan een week of drie achter elkaar de kar alleen trok, maar we vonden het nooit een probleem." Pas toen Küpers werd getroffen door de ziekte van Lyme met acute hartproblemen als gevolg en dat precies tijdens de vakantie van zijn collega, werd het wel even lastig. Al snel daarna werd het team kinderartsen uitgebreid. "Nu is er een geweldig team van vijf artsen, in totaal vier fte, en dat een prima bezetting waarmee we altijd goede zorg kunnen bieden."

'Geen droge boterham mee te verdienen'
Om aan te geven waar de verschillen tussen 'toen' en 'nu' liggen, refereert Küpers aan de contacten, in de begintijd, met kinderarts Kees Kraaijenbrink. "Die was toen al gepensioneerd, maar ondersteunde de toenmalige Morseschool met adviezen over leerlingen. Zo spraken we elkaar wel eens. En bovendien: als je in Winterswijk komt wonen, word je lid van een kegelclub, en dat was toevallig de club waarvan Kraaijenbrink ook lid was. Hij vertelde me dat hij, toen hij midden jaren 50 in Winterswijk aan de slag ging als kinderarts, werd aangesproken door de - ook lokaal bekende - huisarts Manschot. Die zei tegen Kraaijenbrink: "Denk je nou echt dat er een droge boterham valt te verdienen als kinderarts, met die twee kinderen per jaar die wij als huisartsen niet kunnen behandelen?" Zo veranderen de tijden!"

'Gewone praktijk'
In de beginjaren was de praktijk kindergeneeskunde in het SKB een 'gewone' praktijk, met de 'gewone' ziekten. Maar door de voortschrijdende techniek veranderde dat. Küpers legt uit: "In de beginjaren bestonden bijvoorbeeld de 'pufjes' nog niet, de medicijnen die astma veel beter beheersbaar maakten. En verder is er in de loop der jaren een goed vaccinatiebeleid ontwikkeld. Sommige ziekten zijn daardoor vrijwel uitgebannen, en dat betekent dat de ernstige complicaties ervan ook niet meer aan de orde zijn. Bovendien is er nu veel meer preventief onderzoek, zoals de hielprik, en ook veel meer mogelijk op het gebied van diagnostiek tijdens de zwangerschap. Dat zorgt er voor dat we veel eerder op de hoogte zijn bepaalde afwijkingen of ziekten en ons goed kunnen voorbereiden op de behandeling, al in een veel eerder stadium."

'Puber-burnout'
Het zou zo mooi zijn, vindt Küpers, als de kinderartsen daardoor werkloos zouden worden. "Maar helaas heeft onze veranderende maatschappij - van snel, sneller, snelst - er ook voor gezorgd dat de puber-burnout een groeiend probleem is. We zien steeds meer kinderen met klachten als vermoeidheid, buikpijn, hoofdpijn. We doen dan alles om uit te sluiten dat er een medisch probleem onder ligt. Als dat is gebeurd, moet je op zoek naar de beste manier om zo'n patiëntje te helpen. Want die klachten, die pijn, die voelt het kind wél, en die beïnvloedt zijn leven en dat van het gezin er omheen." Daarbij is de hulp van de orthopedagogen in het team kindergeneeskunde van onschatbare waarde, en zelfs onmisbaar, vindt Küpers. Hij noemt medische hypnose als een zeer succesvolle methode om patiënten te helpen. "En belangrijk is ook eerlijke en duidelijke communicatie: je moet echt de patiënt en zijn ouders ervan doordringen dat er wel een probleem is, maar dat er geen gevaarlijke ziekte aan ten grondslag ligt. Dat er een probleem is waaraan we allemaal samen kunnen werken om het te verhelpen."

Ilse Saris
Juist ook vanwege het grote aantal patiënten met dergelijke klachten (ongeveer de helft van de patiënten op het spreekuur) is Küpers ervan overtuigd dat bezuinigen op goede jeugdzorg een slechte zaak is. Al ruim voordat de jeugdzorg vijf jaar geleden een gemeentelijke taak werd, heeft Küpers aan de bel getrokken bij de gemeenten in het verzorgingsgebied van het SKB. Hij vertelt: "Ik heb grote bewondering voor de wijze waarop toenmalig wethouder Ilse Saris dat heeft opgepakt. Zij trok de kar om het regionale Preventie Platform Jeugd op te richten. Dat is nu van onschatbare waarde. Ik pleit er op allerlei fronten voor om niet over te gaan tot nog meer bezuinigingen op jeugdzorg. Want heel vaak is de oorzaak van alle problemen terug te leiden tot iets dat eigenlijk al veel eerder had moeten worden gesignaleerd en aangepakt. Dat zou veel latere problemen hebben voorkomen."

Dialect
Küpers is ervan overtuigd dat het SKB als ziekenhuis, geworteld in de streek, met artsen, geworteld in de streek, van meerwaarde is. "Het feit dat ik 'plat kan praoten' - dat heb ik van oma geleerd, die bij ons inwoonde - is volgens mij ook een pre. Je legt makkelijker contact. En als je, zoals ik, meer dan dertig jaar hier werkt, herken je namen, mensen, bijzondere gevallen." Als voorbeeld haalt hij aan: "Er werd eens een kindje geboren dat - na een voldragen zwangerschap - een erg laag geboortegewicht had. Ik herkende de achternaam van de moeder als die van een oud-patiëntje, ook geboren met zo'n laag geboortegewicht. Toen bleek dat in die familie meer voor te komen. Dan denk je al snel dat het mogelijk een gevolg is van een genetisch kenmerk. Als je dat dan kunt vaststellen, is dat mooi voor de toekomst en het komt doordat je als arts en als ziekenhuis je patiënten kent." Sprekend over oud-patiënten vertelt hij: "Ik ben er trots op dat ik patiënten van vroeger jaren later weer in mijn praktijk zag met hun kindje. En ook vind ik het heel erg mooi dat ik twee oud-patiënten heb, die ik inmiddels als collega-artsen in het SKB heb mogen begroeten."

Pensioen
Op de vraag wat een altijd drukke kinderarts na zijn pensionering gaat doen, is het antwoord helder: "Klussen bij de kinderen, spelen met de kleinkinderen, fietsen, reizen, want Marga en ik zijn allebei tegelijk met pensioen gegaan. Ik heb iets met Volkswagens en wil mijn oude 'hippiebus', zo'n vw-busje, helemaal reviseren, tot aan carrosserie en motor toe. De dieren, het onderhoud van onze boerderij en de schuren. Die heb ik zelf gebouwd, en ik wil ook nog zo'n bakhuisje bouwen; dat hoort bij zo'n huis als dit. En de moestuin: die hebben Marga en ik aangelegd toen we dit voorjaar vanwege coronabesmetting in thuisquarantaine moesten. Ook een fijne hobby. En wie weet wat er nog meer op mijn pad komt. Misschien ga ik me nog wel inzetten voor meer gebruik van de streektaal, en wie weet kan ik nog iets doen om dat geweldige ziekenhuis hier in Winterswijk te steunen." Kortom: stil zitten is er niet bij voor Frits Küpers.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant