Albert en Helga Stoverink voor hun restaurant. Foto: Eva Schipper
Albert en Helga Stoverink voor hun restaurant. Foto: Eva Schipper

Gemengde gevoelens bij besluit om 1 juni weer open te gaan

Algemeen

AALTEN - In de persconferentie van week 19 werd bekend gemaakt dat de horeca weer open mag. Deze versoepeling in de maatregelen klinkt voor de meeste mensen fantastisch. Na maandenlang geen horeca te hebben gehad in Nederland, is dit het moment waar veel Nederlanders op hebben gewacht. De vraag is: is deze versoepeling wel zo rooskleurig? Albert Stoverink is samen met Helga Stoverink eigenaar van Herbergh d' Olde Marckt. Albert vertelt over de gevolgen voor zijn restaurant.

Door Eva Schipper

“In het restaurant moet natuurlijk de anderhalve meter afstand worden gehanteerd. Daarnaast mogen er dertig mensen in de zaak zijn”, zegt Albert. Albert lijkt niet tevreden te zijn met deze regels. “Een simpel voorbeeld is het serveren. Ik denk dat we een tafel in het midden moeten zetten, waar gasten een voor een hun bord kunnen halen. Een ander voorbeeld zijn consumpties. Ik kan geen glazen inschenken, dus waarschijnlijk ga ik flessen wijn op de tafels zetten. Zo zijn er nog tal van dingen waar over nagedacht moet worden.”

Een ander voorbeeld dat Albert noemt zijn de menukaarten. “Moeten alle menukaarten steeds een voor een ontsmet worden bij iedere gast? Moeten we plastic bekers gaan gebruiken voor consumpties? Hoe gaat het bij de wc als er per ongeluk drie mensen staan?” Albert denkt even na en voegt toe: “Ik zou de regels echt heel graag perfect willen volgen, ik denk alleen niet dat dat haalbaar is.”

“Tuurlijk is het leuk bedacht dat de horeca open gaat. Mijn vraag is alleen: hoe moet ik opengaan met deze onduidelijke en moeilijk na te volgen regels. Moet ik dan nu gaan juichen?” Een ander probleem vindt Albert dat er waarschijnlijk veel Duitsers gaan komen. “In Duitsland zijn er op dit moment meer restricties, dus er zijn mensen die voor de horeca naar Nederland zullen komen. Ik denk echt dat het 1 juni gigantisch druk gaat worden.”

Bovendien stipt Albert een ander probleem aan. De overheid heeft namelijk gezegd dat ieder bedrijf in de horeca maximaal negentig procent van de loonkosten kan vergoeden. Dit klinkt royaal, maar het systeem zit raar in elkaar. “Wij hebben nu ongeveer zeventig procent vergoed gekregen.” Veel mensen vragen zich af waarom Albert niet thuisbezorgt of een soort afhaalservice heeft. “Alles wat je aan andere inkomsten hebt dan dat van de overheid, dus bijvoorbeeld door thuis te gaan bezorgen, moet je aan de overheid terugbetalen. Ze trekken dat als het ware van mijn zeventig procent af.” Voor Albert was het niet rendabel om andere vorm van inkomsten verwerven met zijn restaurant in te zetten.

Albert weet nog niet precies hoe hij alles gaat aanpakken. “Ik wacht nog op verduidelijking van de Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Ik weet wel dat ons personeel waarschijnlijk geen mondkapjes zal gaan dragen. Ik overweeg nog wel om handschoenen te gaan dragen.” Albert zegt concluderend: “Hoe alles gaat, dat zullen we zien. Wij gaan 1 juni gewoon open, maar of ik er blij mee ben? Wij zouden het verstandiger vinden dat de horeca open mag na de Pinksteren, om een te grote toeloop gasten en Duitse gasten te voorkomen. Maar ondanks alles: we hebben er zeker weer zin in om open te gaan."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant