Afbeelding

Randbericht | Nijver in het groen

Algemeen Columns

Nijver in het groen

Hoewel het de laatste jaren minder snel gaat, is er nog steeds sprake van een geleidelijke groei van de bebouwde kom van Aalten. Er worden woningen gebouwd en er komen bedrijven bij. Uit degelijke onderzoeken is gebleken dat er nog vele hectares nodig zijn om te voorzien in de uitbreidingsbehoefte van lokale Aaltense bedrijven.
Over de vestiging van bedrijven van elders wordt weinig meer gesproken, maar het zal mij niet verbazen als daarover snel een keer een bericht komt. Aalten heeft immers creatieve wethouders en die zorgen voor verrassende ontwikkelingen. Obelink, van oorsprong toch een Aaltens bedrijf, zou daar in de toekomst bij een volgende uitbreiding zeker terecht kunnen komen. Nu is het bedrijf weer even tevreden, omdat er alsnog in Winterswijk ruimte werd gevonden.
Waar je ook een nieuw bedrijventerrein wilt neer leggen, bezwaren zullen er altijd zijn. Gemeenteraadsleden en andere inwoners vinden zo'n plan geweldig of helemaal niets. Op de ene plek wordt waardevolle landbouwgrond opgeofferd en dan kan het niet. Op de andere plek waar ook waardevolle landbouwgronden verdwijnen, vindt dezelfde persoon dat het wel mogelijk moet zijn, want dat is dicht bij de Duitse grens. De 'poort naar het zuiden', dat is het verschil. Anderen zien dan op zo'n plek weer te veel landschapswaarden die worden aangetast.
Op elke plek is er altijd wat. Waarom gaan we niet multifunctioneel denken? Twintig jaar geleden mocht ik aan een gerenommeerd Wagenings onderzoeksinstituut al meedenken over het bedrijventerrein van de toekomst. Natuur, landschap, milieu en bedrijvigheid werden gecombineerd. Niet alleen ruimte voor bedrijven, ook voor natuur. Dat gaat iets verder dan schaamgroen rondom bedrijven of een volgens een wethouder goed ingepast groen bedrijventerrein in het buitengebied. In dit geval vallen de bedrijven helemaal niet op. De voorbijganger ziet alleen bos en natuur.
Onbegrijpelijk waarom dit duurzame concept, zoals we het tegenwoordig zouden noemen, nog nergens is uitgevoerd. Zullen we er in Aalten mee beginnen? Zullen we Henk Meerdink eens helpen bij de realisering van zijn 'poort naar het zuiden'? Daarbij hoort een poort in de richting van de dichtstbijzijnde autosnelweg. Hoe gaan we die noemen? Juist: de 'poort naar het noorden'. Zullen we beide poorten meteen goed verbinden? Daarom moet de gemeente inzetten op een lint van bedrijvigheid van grensovergang Hemden naar de gemeentegrens met Varsseveld. Zoals gezegd moeten de bedrijven voor de voorbijganger niet te zien zijn. Het moet een ecologische verbindingszone met bedrijven worden. Omdat er in overheidsland altijd pakkende afkortingen worden gebruikt noemen we dit een EBVZ. In tegenstelling tot de EVZ, waaraan alleen de natuur wat heeft. Nu heeft de werkende mens er tenminste ook nog wat aan. Een nog mooiere naam is de Nijver in het groenstrook, de NIG. Een lokaal historicus gebruikte die term al eens als aanduiding voor de bedrijvigheid in de Achterhoek. Laten we het vereeuwigen door de aanleg van een NIG in Aalten.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant