Het bankje op het driegemeentenpunt. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Het bankje op het driegemeentenpunt. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Vanaf een bankje | Bij het Zwarte Veen

Algemeen Columns

Vanaf een bankje

Bij het Zwarte Veen

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – In welke gemeente het bankje precies staat weet ik niet zeker. Ik bevind me op een driegemeentenpunt. Rechts van me ligt Aalten, links voor me ligt Oost Gelre en achter me ligt de Oude IJsselstreek. Ik ben bij het Zwarte Veen en niet ver weg van de natuurgebieden de Vennebulten en het Aaltense Goor. Ook zie ik rechts in de verte een nieuw type landschap, het energielandschap.

Veel bankjes zijn door gemeentes geplaatst. In het verleden was er ook nog het recreatieschap, dat voor picknickplekken met bankjes zorgde, maar dat bestaat al een tijdje niet meer. Daarnaast zijn er altijd particulieren geweest, vaak verenigingen, die bij een bijzondere gelegenheid een bankje aan de gemeenschap aanboden. Dat is ook hier gebeurd. Ik weet dat, omdat op de rugleuning van het bankje een schildje is aangebracht, dat nog leesbaar is. Daarop zie ik dat het bankje is aangeboden door de Vereniging Zwarte Veen ter herinnering aan de actie anti-vuilnisbelt in de periode 1993 tot 1995. Het bankje ziet er overigens nieuwer uit.

We kunnen het ons nauwelijks meer voorstellen, maar nog niet zo heel lang geleden werd ons afval gestort op vuilnisbelten. Die belten lagen in elke gemeente. Bij saneringen van terreinen, noodzakelijk geworden omdat er andere plannen zijn, lees je er nog wel eens over. Later ontstonden er regionale stortplaatsen, die een enorme omvang konden krijgen. De bulten van dit landschap van de moderne mens zijn nog op verschillende plaatsen in de Achterhoek zichtbaar: bij Winterswijk, tussen Groenlo en Borculo en bij Zelhem. Deze regionale vuilstorten raakten echter vol. Er moest gezocht worden naar nieuwe. Begin jaren negentig van de vorige eeuw waren er verschillende nieuwe locaties in beeld, waaronder het Zwarte Veen.

Niemand wilde uiteraard een vuilnisbelt in zijn achtertuin, maar het Zwarte Veen was wel een erg ongelukkige locatie zo pal tegen Aaltense Goor en Vennebulten aan. Mede dankzij het verzet van de omgeving is het niet doorgegaan. Het was sowieso tijd voor een ommekeer in het afvalbeleid. Niet lang daarna scheidden we ons afval. Het groente-, fruit- en tuinafval werd apart ingezameld en gecomposteerd. Het resterende afval werd niet meer gestort, maar alleen nog verbrand. Het chemisch afval was al eerder uit de afvalstroom gehaald.

Wat er wel in de nabijheid van het Aaltense Goor en het Zwarte Veen is verschenen is het windmolenpark Hagenwind. Dichtbij het bankje bevindt zich een van de acht windmolens van het park. Tussen de hoge populieren rechts voor me zie ik de wieken draaien. Ik hoor ze ook. Storend in het landschap vind ik ze niet, al weet ik dat veel mensen daar anders over denken. Een landschap met windmolens is anders dan we gewend zijn, maar ons landschap verandert nu eenmaal geleidelijk. Dat gebeurt al honderden jaren. Het voegt op deze plek wel een nieuw type landschap toe, het energielandschap. Hier met windmolens, elders met zonneparken. Het is een onvermijdelijke ontwikkeling bij ons streven om ook in de eigen omgeving meer duurzame energie op te wekken.

Vanaf het bankje worden de windmolens aan het zicht ontrokken door hoge populieren. Voor me ligt de Lombokweg, die door die hoge bomen aan beide kanten een imposante indruk op me maakt. Waarom deze weg naar het Indonesische eiland is genoemd weet ik niet. Het is een naam die in een omgeving met wegnamen als Goorstegendijk, de Riette, Villekensdijk en Zilverbekendijk vreemd en exotisch aandoet. Maar misschien heeft het met het weelderige groen te maken, die iemand herinnerde aan de gordel van smaragd, zoals Multatuli Nederlands Indië noemde.

De imposante Lombokweg. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Een van de windmolens. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant