Van Raam fietsen veroveren stukje bij beetje de wereld

VARSSEVELD - Van Raam, producent van aangepaste fietsen in Varsseveld, verhuist nog voor de kerst naar de nieuwe, veel grotere fabriek op het plaatselijke bedrijventerrein de Hofskamp. Het bedrijf is in een hoog tempo gegroeid. Net als de markt. Het uiteindelijke doel? "Dat de fietsen van Van Raam wereldwijd verkrijgbaar zijn'', zegt commercieel directeur Ronald Ruesink.

Door Miriam Szalata

Zestig procent van de fietsen die de huidige fabriek aan de Aaltenseweg uitkomen, zijn voor de Nederlandse markt. Veertig procent is export vooral naar landen in Europa. Inmiddels zijn ook de eerste dealers gevonden aan de oostkust van de Verenigde Staten, in Canada en Israël. Ruesink: "Nu proberen we Australië te interesseren. Er is net een container fietsen naar toe verscheept.''
Dat Van Raam zo'n wereldspeler zou worden, had (wijlen) Piet Boezel, schoonvader van Ruesink, vast niet kunnen bevroeden toen hij begin 1984 het failliete Van Raam voor een symbolisch bedrag kocht. De fabriek was destijds gevestigd in Aalten en maakte frames voor gewone fietsen. Er werkten vijf mensen.
De geschiedenis van Van Raam gaat terug naar het begin van de vorige eeuw, vertelt Ruesink. "Meneer Van Raam begon in Amsterdam een smederij wat een fietsenframefabriek werd. In 1972 moest Van Raam weg van de plek waar het bedrijf zat en koos ervoor om te verhuizen naar de provincie. Aalten was een handige vestigingsplaats omdat Van Raam ook klanten uit Duitsland had.''
Nadat Boezel het bedrijf had gekocht, ging hij aanvankelijk verder op de ingeslagen weg. Ruesink: "Na een jaar of twee had hij wel door dat het hard werken was, en weinig verdienen. Toen is hij wat begonnen op het gebied van ligfietsen en racefietsen op maat, maar dat bleek een kleine markt. Bij toeval kwam hij bij aangepaste fietsen uit. Een vriend kreeg een beroerte en belandde in het revalidatiecentrum Roessingh. Tijdens een bezoek van mijn schoonvader vertelde die vriend dat het al beter ging, maar fietsen was een probleem. 'Zeg Piet', zei hij, 'jij hebt een fietsfabriek. Kun jij geen driewieler bouwen?' Mijn schoonvader heeft toen wat in elkaar laten zetten.''
Boezel realiseerde zich dat in die tijd, het was eind jaren '80, er niet zo veel bedrijven waren die aangepaste fietsen maakten en wilde het op die markt proberen. Ronald Ruesink kwam in 1990 bij het bedrijf en bleek een goede verkoper. "Ik ben langs revalidatiedealers gegaan, bedrijven die rolstoelen, en bedden en dergelijke verkopen, en heb gevraagd: wat heb je nodig? Daar kwamen ze: een tandem waar een kind voorop kan zitten en een rolstoelfiets. We hebben als bedrijf afscheid genomen van de gewone fietsenframes en zijn verder gegaan met aangepaste fietsen.''
Vanaf dat moment ging het snel opwaarts. In 1991 werd het 600 vierkante meter grote pand in Aalten verbouwd en twee keer zo groot. In 1997 kwam er weer 600 vierkante meter bij. Ruesinks schoonzus Marjolein en zwager Jan-Willem Boezel waren ook inmiddels tot de directie toegetreden, waardoor Van Raam een echt familiebedrijf was geworden.
In 2003 bedacht Ruesink dat het tijd werd voor weer een uitbreiding. Maar omdat het overleg met de gemeente Aalten moeizaam verliep, koos de directie voor verhuizing naar Varsseveld, naar het pand van Nijman Arentsen.
Daardoor kon het bedrijf groeien naar 4500 vierkante meter. Er werkten inmiddels 45 man.
In 2014 kwam er een hal van ruim 2200 vierkante meter bij. De groei ging door. Ruesink: "De vraag was: wat nu? We hebben eerst eens links en rechts bij de buren gekeken of we daar wat konden. Out of the box kwam het voorstel om helemaal nieuw te bouwen.''
De drieman sterke directie gaf er een klap op en kocht een kavel van 2,7 hectare voor een modern gebouw dat met 13.500 vierkante meter twee keer zo groot is als de huidige fabriek. "Het is op de groei gebouwd'', zegt Ruesink. "We hebben nu 140 mensen in vaste dienst. De kantine is op 250 werknemers berekend.'' Er ligt een optie op een stuk grond achter de fabriek om verdere groei te kunnen opvangen.
Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen hebben het bedrijf zo succesvol gemaakt. Ruesink: "De acceptie van een gehandicaptenfiets is groter geworden, de samenleving vergrijst en mensen willen langer mobiel en fit blijven.'' Daarnaast speelde de ontwikkeling van elektromotoren voor fietsen mee.
Van Raam bouwt inmiddels vele modellen aangepaste fietsen. Geïnteresseerden kunnen ook straks in de showroom komen kijken, maar moeten wel via een dealer bestellen: fietsenmakers, revalidatiedealers en winkels voor seniorenproducten.
Voor Van Raam is in Nederland de zogeheten Wmo-markt groot. Mensen die een aangepaste fiets nodig hebben kunnen die via de Wmo (Wet maatschappelijk ondersteuning) bij de gemeente aanvragen. Levering gaat via slechts een paar dealers. "Dat maakt je afhankelijk'', zegt Ruesink. "Maar de Nederlandse markt kunnen we niet veranderen. Daarom zijn we ook internationaal gaan kijken. Naar de Duitse en de Belgische markt. We staan er op beurzen en hebben er veel dealers.''
In West-Europa gaat het goed, in Oost-Europa zijn de fietsen van Van Raam minder te vinden. Ook in landen als Portugal en Italië heeft het Varsseveldse bedrijf nog niet goed voet aan de grond. "In die landen is de acceptatie van gehandicapten nog niet zo ver. We hebben op een beurs in Tsjechië gestaan, maar moesten concluderen dat Van Raam wel klaar is voor Tsjechië, maar Tsjechië niet voor Van Raam", legt Ruesink uit.

In de nieuwe fabriek wordt hard gewerkt om die nog voor de kerst klaar te hebben. Vorige week kreeg Van Raam ook erkenning van de provincie als Fabriek van de Toekomst onder meer vanwege de energiemaatregelen. De beloning is een bijdrage van 200.000 euro. "Een heel mooie waardering'', vindt Ronald Ruesink.